Print dit verslag
Verslag 71 - Naar Son La
Bergvolkeren

We nemen voor vertrek eerst een stevig ontbijt. Een ontbijt in Vietnam bestaat bijna altijd uit een Frans stokbroodje met een gebakken ei en een kop thee of koffie. We krijgen nu echter ook vers fruit geserveerd. Als we net op weg zijn passeren we een groep mannen en vrouwen met paarden. We rijden ze eerst voorbij en stoppen dan om foto's te nemen als ze langslopen. De vrouwen hebben weer heel andere kleding aan dan de bergvolkeren die we tot nu toe gezien hebben.

Als we langs een primitief dorpje rijden vragen we de chauffeur om weer eens te stoppen. We lopen het dorpje binnen en zijn gelijk zelf de bezienswaardigheid. Het is een dorp van de Thai, één van de grootste etnische groepen van Vietnam. De vrouwen van deze bevolkingsgroep dragen een lange zwarte sarong en een roze, paars of groen hesje.

Grote oorbellen
Grote oorbellen

Een aantal vrouwen draagt in hun oren opvallend grote zilveren oorbellen. Ook nu opent onze digitale camera weer deuren. We mogen een aantal close-ups maken omdat ze graag op de "tievie" komen. Het dorp of ban bestaat paalwoningen van hout of bamboe. Rijstbouw op de akkers is het belangrijkste middel van bestaan.

Rijst planten
Rijst planten

Als we verder rijden passeren we mooie terrasrijstvelden waar Thai-vrouwen tot aan hun enkels in de modder staan te werken. Er worden jonge rijstplantjes geplant en dat is typisch vrouwenwerk. De mannen brengen met de guang-gahn (de typisch Vietnamese draagstok van bamboe waaraan twee grote schalen hangen) de jonge rijstplantjes in pollen naar de vrouwen. De vrouwen halen de pollen uit elkaar en planten ieder sprietje apart in de modder. Opvallend is de afwezigheid van machines. Alles gaat nog met de hand.

 

Lopen over de smalle modderige "dijkjes" die de rijstvelden van elkaar scheiden is moeilijker dan we denken. We glijden en glibberen ons een weg. Dit tot groot vermaak van de vrouwen die hier aan het werk zijn.

Om 16.00 uur komen we aan in Son La. Dit gebied was tot 1993 gesloten voor toeristen vanwege de grensverschillen met China. Son La ligt op 660 meter hoogte, vlak bij de grens met Laos .Onze chauffeur stopt bij een te duur hotel. We laten ons naar het centrum van Son La brengen en gaan op zoek naar een onderkomen. Uiteindelijk vinden we een redelijk guesthouse. De bedden hebben hele dunne, harde matrassen. Als we het matras van het ene bed op het andere bed willen leggen (om het matras wat zachter te maken) verjagen we een paar beestjes. Roos zet het nog net niet op een gillen. We hebben echter niet veel keus en besluiten te blijven. Andere hotels waren niet veel beter en alle beestjes zijn nu toch weggelopen. We hangen de klamboe op en hopen dat we vannacht geen "gasten" krijgen.

Volgens de Lonely Planet is in ons guesthouse het beste restaurant van de stad gevestigd. Maar als dit het beste restaurant is, dan willen we de andere niet eens zien. We hopen op iets beters, gaan op zoek, maar vinden niets. Op een paar terrasjes en een markt na, is hier overigens weinig te beleven. Son La was tussen 1908 en 1954 een strafkolonie voor anti-Franse activisten. De gevangenis in het centrum is nog te bezoeken.
We gaan terug naar het hotel en beperken ons daar in het restaurant tot gebakken rijst met groenten en patatjes. Er zitten nog twee jongens die we vandaag een paar keer zijn tegengekomen. Ze reizen samen op één motor en we hebben gezien dat ze niet echt voorzichtig rijden over de slechte zandwegen. De Vietnamese gids is het niet met ons eens. Hij rijdt wel hard, maar ook veilig. Volgens hem hebben we te veel betaald voor onze jeep en onze chauffeur zou niet kunnen rijden. Het zal wel. We breken snel het gesprek af en zoeken onze kamer op. We zullen hem nogmaals tegenkomen de komende dagen, maar dan ziet hij er iets anders uit...
Fotoserie 80
Achter de schermen
Volgend verslag