Verslag 70 - Sapa en Lai Chau |
|
||
Van andere reizigers hebben we een tip gekregen om een kamer te nemen in Hotel Mountain View. Er zijn gelukkig nog twee kamers vrij met een prachtig uitzicht op de Phan Si Pang. Onze kamer heeft zelfs een open haard en televisie. En dat voor 6 US$. Helaas wordt het al snel te mistig om de Phan Si Pang te zien. We hebben een mooi uitzicht op grijze wolken. |
De open haard |
|
Omdat we morgen al weer verder zullen reizen, gaan we 's middags nog even het dorp bekijken. Momenteel is Sapa er rustig. Op zaterdag is er echter een grote markt en dit is het hoogtepunt van de week. Uit alle hoeken van de streek komen dan verschillende stammen naar de markt om hun waren aan elkaar te verkopen. Er komt echter niet alleen locale bevolking naar de markt. Ook buitenlandse reizigers en Vietnamese toeristen komen in het weekend in grote getale naar Sapa. Dit is ook de reden dat wij de markten in Can Cau en Bac Ha hebben bezocht in plaats van de markt in Sapa. Het is er eenvoudig te toeristisch. Ook de locale bevolking is al gewend aan toeristen. Jonge meisjes en oude vrouwen in klederdracht volgens ons door het dorp. Ze willen ons armbandjes, tasjes en kleding verkopen en voor iedere foto geld willen hebben. De kleding hebben ze zelf gemaakt en zelf geverfd. Hun handen en onderarmen zijn blauw omdat de kleding behoorlijk afgeeft. De Blauwe Hmong zijn de grootste
minderheid in dit gebied. Ze komen oorspronkelijk uit China, maar zijn,
net als de andere minderheden in dit gebied, door de Chinezen naar het
zuiden gedreven. Ze kleden zich weer heel anders dan de Hmong die we in
Can Cau en Bac Ha hebben gezien. |
||
Vrouwen van de Blauwe Hmong |
De vrouwen dragen een donkere, indigo
geverfde rok, beenwindsels, een indigoblauw mouwloos vest met een geborduurde
kraag. De kleding is gemaakt van hennep. Het haar dragen ze in een opgerolde
knot met een haarband. De mannen zijn te herkennen aan de opgerolde donkere
broek en pet. Zowel de mannen, als de vrouwen dragen brede zilveren nek-
en armbanden en de vrouwen dragen opvallende grote zilveren oorringen.
|
Aan
het eind van de middag wordt het fris en we hebben nog maar zo'n 10 meter
zicht. We besluiten de rest van de middag te relaxen op de kamer. Leo geniet
van een Formule 1-race die op de TV wordt uitgezonden en Rosalie werkt de
site bij. 's Avonds eten we een heerlijke, maar veel te dure pizza in een echt Italiaans restaurant. Grote, kleine, jonge en oude verkoopsters in klederdracht staan met hun neus tegen de ramen gedrukt en proberen uit alle macht onze aandacht te trekken. Eén van de verkoopsters heeft waarschijnlijk haar bril niet op. Ze knalt hard met haar hoofd tegen het raam. Wij moeten lachen. Zij gelukkig ook... |
De volgende dag is Leo al weer vroeg op. Hij gaat nog even naar de markt om stiekem een paar foto's te schieten. Om 8.00 uur zouden we vertrekken, maar als we bepakt en bezakt klaar staan bij de Jeep is de chauffeur is er nog niet. Om 8.15 uur komt hij met een slaperig hoofd aangestrompeld. Als hij maar geen kater heeft.
|
Meisje van de Blauwe Hmong |
Waterval |
De weg van Sapa naar Lai Chau
is 188 kilometer lang. Wij rijden door een ruig heuvellandschap en net
buiten Sapa stoppen we bij een
hoge waterval. Via de aangelegde trappen klimmen we langs de waterval
omhoog. Als we naar beneden lopen, zijn de kaartjesverkopers inmiddels
ook gearriveerd en vragen ze 3.000 dong per persoon entree. Ze staan echter
bij de uitgang en niet bij de ingang. We besluiten dus gewoon door te
lopen zonder te betalen. Ze kunnen er wel om lachen. |
Als we een uurtje onderweg zijn, passeren we een giao, een klein dorpje dat bestaat uit slechts enkele primitieve huizen. De huizen zijn gebouwd op palen en onder de huizen is ruimte voor het vee. Buiten zijn vrouwen in klederdracht op het land aan het werk. Natuurlijk laten we de Jeep stoppen en lopen in de richting van het dorp. We krijgen de indruk dat ze hier zelden toeristen gezien hebben. Er wordt heel wat afgegiecheld. |
Vrouwen aan het werk |
Broer en zus |
Werk aan de weg |
De rest van de dag rijden we door de bergen over een weg die eigenlijk geen weg genoemd mag worden. Het is mee een 180 kilometer lang zandpad. Er wordt overigens wel op veel plekken "geasfalteerd". Vrouwen hakken grote stenen met een hamer in kleine stukjes. Andere vrouwen dragen de kleine stukjes in rieten manden op hun hoofd naar de weg. Een man wijst waar de mand leeggegooid kan worden. | ||
Als op deze manier een centimeters
dikke laag is aangebracht, wordt er een dunne laag teer (dat in grote
tonnen op vuurtjes gesmolten wordt) over de steentjes gegooid. Als ze
klaar zijn, kunnen ze waarschijnlijk weer opnieuw beginnen. |