Print dit verslag
Verslag 70 - Sapa en Lai Chau


Sapa ligt op ongeveer 1.500 meter hoogte aan de voet van de Phan Si Pang, met 3.143 meter de hoogste berg van Vietnam. Ten tijde van de Franse koloniale periode was Sapa een favoriet vakantieoord voor de Fransen. Door de hoge ligging is de temperatuur, in vergelijking met de laaggelegen gebieden in Vietnam, aangenaam. Als we er rond 14.00 uur arriveren is het echter mistig en vochtig.

Van andere reizigers hebben we een tip gekregen om een kamer te nemen in Hotel Mountain View. Er zijn gelukkig nog twee kamers vrij met een prachtig uitzicht op de Phan Si Pang. Onze kamer heeft zelfs een open haard en televisie. En dat voor 6 US$. Helaas wordt het al snel te mistig om de Phan Si Pang te zien. We hebben een mooi uitzicht op grijze wolken.
De open haard
De open haard

Omdat we morgen al weer verder zullen reizen, gaan we 's middags nog even het dorp bekijken. Momenteel is Sapa er rustig. Op zaterdag is er echter een grote markt en dit is het hoogtepunt van de week. Uit alle hoeken van de streek komen dan verschillende stammen naar de markt om hun waren aan elkaar te verkopen. Er komt echter niet alleen locale bevolking naar de markt. Ook buitenlandse reizigers en Vietnamese toeristen komen in het weekend in grote getale naar Sapa. Dit is ook de reden dat wij de markten in Can Cau en Bac Ha hebben bezocht in plaats van de markt in Sapa. Het is er eenvoudig te toeristisch. Ook de locale bevolking is al gewend aan toeristen. Jonge meisjes en oude vrouwen in klederdracht volgens ons door het dorp. Ze willen ons armbandjes, tasjes en kleding verkopen en voor iedere foto geld willen hebben. De kleding hebben ze zelf gemaakt en zelf geverfd. Hun handen en onderarmen zijn blauw omdat de kleding behoorlijk afgeeft.

De Blauwe Hmong zijn de grootste minderheid in dit gebied. Ze komen oorspronkelijk uit China, maar zijn, net als de andere minderheden in dit gebied, door de Chinezen naar het zuiden gedreven. Ze kleden zich weer heel anders dan de Hmong die we in Can Cau en Bac Ha hebben gezien.

Vrouwen van de Blauwe Hmong
Vrouwen van de Blauwe Hmong

De vrouwen dragen een donkere, indigo geverfde rok, beenwindsels, een indigoblauw mouwloos vest met een geborduurde kraag. De kleding is gemaakt van hennep. Het haar dragen ze in een opgerolde knot met een haarband. De mannen zijn te herkennen aan de opgerolde donkere broek en pet. Zowel de mannen, als de vrouwen dragen brede zilveren nek- en armbanden en de vrouwen dragen opvallende grote zilveren oorringen.

Aan het eind van de middag wordt het fris en we hebben nog maar zo'n 10 meter zicht. We besluiten de rest van de middag te relaxen op de kamer. Leo geniet van een Formule 1-race die op de TV wordt uitgezonden en Rosalie werkt de site bij.
's Avonds eten we een heerlijke, maar veel te dure pizza in een echt Italiaans restaurant. Grote, kleine, jonge en oude verkoopsters in klederdracht staan met hun neus tegen de ramen gedrukt en proberen uit alle macht onze aandacht te trekken. Eén van de verkoopsters heeft waarschijnlijk haar bril niet op. Ze knalt hard met haar hoofd tegen het raam. Wij moeten lachen. Zij gelukkig ook...

De volgende dag is Leo al weer vroeg op. Hij gaat nog even naar de markt om stiekem een paar foto's te schieten. Om 8.00 uur zouden we vertrekken, maar als we bepakt en bezakt klaar staan bij de Jeep is de chauffeur is er nog niet. Om 8.15 uur komt hij met een slaperig hoofd aangestrompeld. Als hij maar geen kater heeft.

 

Meisje van de Blauwe Hmong
Meisje van de Blauwe Hmong

Waterval

De weg van Sapa naar Lai Chau is 188 kilometer lang. Wij rijden door een ruig heuvellandschap en net buiten Sapa stoppen we bij een hoge waterval. Via de aangelegde trappen klimmen we langs de waterval omhoog. Als we naar beneden lopen, zijn de kaartjesverkopers inmiddels ook gearriveerd en vragen ze 3.000 dong per persoon entree. Ze staan echter bij de uitgang en niet bij de ingang. We besluiten dus gewoon door te lopen zonder te betalen. Ze kunnen er wel om lachen.

Als we een uurtje onderweg zijn, passeren we een giao, een klein dorpje dat bestaat uit slechts enkele primitieve huizen. De huizen zijn gebouwd op palen en onder de huizen is ruimte voor het vee. Buiten zijn vrouwen in klederdracht op het land aan het werk. Natuurlijk laten we de Jeep stoppen en lopen in de richting van het dorp. We krijgen de indruk dat ze hier zelden toeristen gezien hebben. Er wordt heel wat afgegiecheld.

Vrouwen aan het werk
Vrouwen aan het werk
Broer en zus
Broer en zus
Werk aan de weg
Werk aan de weg

De rest van de dag rijden we door de bergen over een weg die eigenlijk geen weg genoemd mag worden. Het is mee een 180 kilometer lang zandpad. Er wordt overigens wel op veel plekken "geasfalteerd". Vrouwen hakken grote stenen met een hamer in kleine stukjes. Andere vrouwen dragen de kleine stukjes in rieten manden op hun hoofd naar de weg. Een man wijst waar de mand leeggegooid kan worden.

Als op deze manier een centimeters dikke laag is aangebracht, wordt er een dunne laag teer (dat in grote tonnen op vuurtjes gesmolten wordt) over de steentjes gegooid. Als ze klaar zijn, kunnen ze waarschijnlijk weer opnieuw beginnen.

We rijden een groot gedeelte van de route langs een rivier. Bij een kleine waterval stoppen we voor een pauze. We zoeken enige verkoeling aan de rivier. Als we weer verder rijden steekt er net voor de Jeep een behoorlijke grote slang de weg over. Deze helden zitten gelukkig in de jeep.
Als we in Lai Chau aankomen, zitten wij en de rugzakken onder een dikke laag stof. Maar het kan nog erger. Tijdens de lunch ontmoetten we vandaag vier Nederlanders die de tocht in tegengestelde richting op de motor maken. Die zagen er helemaal niet uit.
We vinden een basic kamer met een gedeeld toilet en badkamer in een relatief duur hotel. Iets beters was er in het dorp echter niet te vinden. Na een verfrissende douche genieten we van een koel drankje en een heerlijke maaltijd op de grote veranda voor onze kamers. Na het eten werken we het dagboek bij en bekijken we de digitale foto's op het notebook.

Fotoserie 79
Achter de schermen
Volgend verslag