Print dit verslag
Verslag 65 - Hué (dag 2)

Door Hué stroomt de Huong Giang, oftewel de Parfumrivier. We vroegen ons even af waar de rivier haar naam aan ontleent. Het is meer een open riool dan een lekker ruikend water. Maar het blijkt dat de Parfumrivier haar naam dankt aan het aangenaam ruikende bos in het Truong Son-gebergte waar de rivier ontspringt. Vandaag maken we een dagtocht over de Parfumrivier met een drakenboot. Rondom Hué liggen zeven graftomben van keizers van de Nguyen-dynastie. Deze graftomben zijn het best met de boot te bereiken en dat doen we dus vandaag.

De Phuoc-Duyen pagode
De Phuoc-Duyen pagode

Eerst varen we naar de Thien Mu tempel, vier kilometer ten westen van Hué. De tempel werd in het begin van de 17e eeuw gebouwd. De 21 meter hoge Phuoc-Duyen pagode die net buiten de muren van de tempel staat, werd in 1844 gebouwd en was lange tijd hét symbool van Vietnam. In de tempel wonen nog altijd monniken.

Eén monnik die hier woonde is beroemd geworden. Thich Quang Duc liet zich op 11 juni 1963 in een lichtblauwe Austin naar Saigon rijden. In Saigon stak hij zichzelf in brand uit protest tegen het dictatoriale en anti-boeddhistische bewind van president Ngo Dinh Diem. In de tuin achter de tempel staat de auto in een schuur. Een foto van de brandende monnik die op zijn knieën voor de blauwe auto zit, staat achter de voorruit. Deze foto is destijds op veel voorpagina's van toonaangevende tijdschriften gepubliceerd.

Als we terug naar de boot lopen, zien we dat er opnames worden gemaakt voor een videoclip. Een Vietnamese zangeres staat prachtig te playbacken en moet vele malen hetzelfde liedje zingen...

We varen verder naar de graftombe van Tu Duc (1847-1883). De tombe ligt bij het dorp Dong Xuan Thuong, 7 kilometer ten zuiden van Hué. Als we aanleggen, blijkt de graftombe op 1 kilometer van de rivier te liggen. Natuurlijk staan er mannetjes met brommertjes klaar, die je naar de tombe willen brengen. Na enig afdingen kunnen we voor 15.000 dong per persoon een brommertje regelen. Als we bij de ingang van de tombe komen, blijkt dat we ook nog eens 55.000 dong entreegeld moeten betalen.

Elke keizer ontwierp zijn eigen grafmonument en liet dat bouwen op een plaats die met de grootste zorgvuldigheid door waarzeggers was uitgekozen. De tomben waren meer dan alleen een graf. Er werden mooie tuinen met tempels, vijvers, beelden en paviljoens gebouwd en het complex diende tijdens het leven van de keizers als ontspanningsoord.
Keizer Tu Duc begon met de bouw van het graf in 1864 en kosten noch moeite werden gespaard. Er waren 3.000 dwangarbeiders bij de bouw betrokken. Ook Tu Duc gebruikte het complex als ontspanningsoord tijdens zijn leven, te midden van zijn 104 wettige echtgenotes en een nog groter aantal concubines.

De graftombe van Tu Duc
De graftombe van Tu Duc
De graftombe van Tu Duc

Als we terug komen bij de boot, kunnen we nog net zien hoe twee mannen een kooitje met een gillend varkentje achterop een brommer proberen te laden. Als het na veel pijn en moeite (en gegil van het varkentje) gelukt is, blijkt dat de brommer de steile helling niet opkomt. Dat wordt dus duwen.

 

Varken moet naar boven worden gebracht
Varken moet naar boven worden gebracht

De Hon-Chentempel is de volgende tempel op ons programma. De tempel licht tegenover de tombe van Tu Duc, op de andere oever van de Parfumrivier.
Vanaf de aanlegplaats loopt een steile trap naar de tempel. De tempel ziet er naar onze mening niet indrukwekkend uit en besluiten hier geen dongs aan te spenderen. Op de oever van de rivier genieten we van de bedrijvigheid op het water.

De tombe van Khai Dinh ligt bij het dorp Chau Chu, 10 kilometer van Hué. Ook deze tombe ligt weer op enige afstand van de rivier en natuurlijk staan er ook hier weer mannetjes met brommertjes klaar. Khai Dinh was de voorlaatste keizer van de Nguyen-dynastie. Hij werd in 1885 geboren en regeerde van 1916 tot 1925. Het grafmonument is tussen 1920 en 1931 gebouwd.
We lezen dat de graftombe van gewapend beton is gemaakt, een Europees aanzien heeft en niet echt smaakvol is. En omdat ook bij deze tombe weer een entreeprijs van 55.000 dong wordt geheven, besluiten we de tombe over te slaan.

Daarna varen we naar de graftombe van Minh Mang. Deze tombe is volgens veel boeken het grootste en indrukwekkendste van alle keizerlijke grafmonumenten. De tombe ligt bij het dorp Bang Lang, 12 kilometer ten zuiden van Hué. Vanaf de aanlegplaats van de boot moeten we een klein stukje lopen naar de ingang van het complex. De verkopers roepen ons vriendelijk toe: "you want lemonade?, want banana? want souvenir?".
Minh Mang was de tweede keizer van de Nguyen-dynastie en regeerde van 1820 tot 1841. Hij was ook één van de grootste keizers.

Graftombe van Minh Mang
Graftombe van Minh Mang

De graftombe ligt middenin een mooi park. Er zijn vijvers, tempels, stenen beelden, bruggen en tuinen. Helemaal aan het einde van het complex ligt de keizer op een heuvel begraven. De door een muur omringde heuvel is niet voor publiek toegankelijk.

Op de terugweg naar Hué varen we tegen de stroom in. Er waait een stevige bries en omdat Leo de afgelopen twee dagen last heeft van een flinke verkoudheid, besluiten we binnen te gaan zitten. Lekker achter het glas. Het valt ons trouwens op dat veel Vietnamezen overdag gewoon in hun pyjama lopen. Ook onze schippersvrouw heeft een prachtige lichtblauwe aan. Maar waarom zou je ook niet in je pyjama gaan lopen? Ze zijn licht en luchtig en in dit klimaat dus veel comfortabeler dan een spijkerbroek.

Schippersvrouw in pyjama
Schippersvrouw in pyjama

Om 15.30 uur hebben we weer vaste grond onder onze voeten en zijn we terug in het centrum van Hué. Als we teruglopen naar het hotel zien we Chiel en Cindy zitten. Ze zijn net aangekomen vanuit Hoi An. We spreken af om vanavond gezamenlijk te gaan eten.
Als we op de afgesproken tijd in het restaurant zitten te wachten, komt eerst Jacqueline aangelopen. Chiel en Cindy laten echter op zich wachten. Na een kwartiertje besluiten wij alvast te bestellen met de gedachte dat Chiel en Cindy zich misschien hebben "verslapen". Als we ons eten hebben gekregen, komt opeens Cindy aangelopen. Wat blijkt: net om de hoek heeft het restaurant nog een vestiging met exact dezelfde naam. Hier zaten Chiel en Cindy dus al geruime tijd op ons te wachten. Toen we maar niet kwamen opdagen, begrepen ze dat er iets mis was. Eén van ons kan te laat komen, maar dat zowel Jaqueline als wij niet kwamen opdagen, was toch wel vreemd.
We hebben een gezellige avond en spreken af om morgenavond gezamenlijk de nachtbus naar Hanoi te nemen. Jaqueline brengt morgen eerst nog een bezoek aan de DMZ (Demilitarised Zone). Na de oorlog was dit de scheidingszone tussen Noord en Zuid-Vietnam. Wij hebben op internet verschillende verhalen gelezen dat er nog weinig te zien is en besluiten van deze trip af te zien.

Dong Ba-markt
Dong Ba-markt

'De volgende dag brengen we nog een bezoek aan de Dong Ba-markt aan de parfumrivier. Handelaren voeren hier hun waren over de rivier aan. De markt is de belangrijkste markt van Hué en het marktgebouw en de winkeltjes en kraampjes eromheen vormen een levendig geheel. Er wordt hier van alles verkocht: van huishoudelijke artikelen tot tabak, vis, wierook en kleding.

's Avonds worden we om 18.30 uur bij ons hotel opgehaald voor de lange busrit naar Hanoi. We zullen vannacht een afstand van 680 kilometer afleggen en - als alles volgens planning verloopt - morgenochtend in Hanoi aankomen.
Als we instappen zit de
bus al aardig vol, mede omdat veel passagiers alleen op een bank zitten. Reizen er zoveel mensen alleen? We vinden de laatste bank waar we naast elkaar kunnen zitten. Als bij de volgende stop Chiel en Cindy instappen, hebben ze minder gelukt. Ze zitten elk aan de zijde van het gangpad. Na enige tijd wordt duidelijk dat bijna iedereen die in zijn eentje een bank in beslag heeft genomen wél in gezelschap van een ander reist. Ze zijn gewoon apart gaan zitten in de hoop dat er niemand meer naast hen komt zitten. Op die manier hebben ze dan heel de nacht de beschikking over twee stoelen. Voor de meeste passagiers gaat deze vlieger echter niet op omdat we nog ruim een uur rondjes rijden om andere passagiers op te halen. Alle plaatsen in de bus zijn verkocht. Eén meisje maakt het helemaal bont; ze ligt uitgebreid over twee stoelen heen en doet net of ze slaapt. Als we Hué uitrijden is ze is nog de enige in bus die een hele bank tot haar beschikking heeft. Wij weten echter dat Jacqueline vanavond nog zal instappen...

Later kijken we eens goed rond om ons heen om te zien in welk gezelschap we ons begeven. Voor ons zitten twee jongens die binnen een half uur een fles Whisky leegdrinken en zo te zien is dit niet hun laatste fles. Achter ons zit een erg luidruchtige Rus, die iedereen zijn zelfgestookte Wodka zit op te dringen. Dat kan nog gezellig worden vannacht.

Na ruim twee uur rijden stoppen we in de buurt van de Demilitarised Zone voor het avondeten. Hier zit Jacqueline al een paar uur op de bus te wachten. Ze gaat op de nog enige vrije plaats zitten, naast het "slapende" Ierse meisje. Het meisje ziet een droom uit elkaar spatten en vraagt waar Jacqueline vandaan komt. Het meisje baalt stevig (en laat dat duidelijk blijken). Ze heeft waarschijnlijk gedacht dat ze heel de reis over twee stoelen zou kunnen beschikken.

Fotoserie 73
Fotoserie 74
Achter de schermen
Volgend verslag