Print dit verslag
Verslag 60 - Mekongdelta

De jungle van Xeo Quyt
De jungle van Xeo Quyt

 

We boeken bij Sinh Café een uitstapje van twee dagen naar de Mekongdelta. Als we ons 's morgens om 7.45 uur melden voor het Café, staan er al vele tientallen mensen te dringen om een plaatsje te bemachtigen in één van de bussen. Gelukkig gaan ze niet allemaal naar de Mekongdelta. Chiel en Cindy blijken dezelfde trip te hebben geboekt en zij zijn dus ook van de partij.
De bus vertrekt met enige vertraging. We blijken een (Zuid)-Vietnamese gids te hebben die tijdens de oorlog met en voor de Amerikanen heeft gewerkt als tolk. Hij vertelt ons veel over de Vietnamoorlog. Hij is in de oorlog driemaal gewond geraakt en sommige kogels zitten nog in zijn lichaam. We mogen aan de kogel die nog in zijn knie zit voelen.

Met onze bus rijden we in enkele uren naar My Hiep. Daar stappen we in een longtailboot omdat dit natuurlijk dé manier is om de delta te verkennen. Eerst varen we naar Xeo Quyt, de basis van de Viet Cong in de Vietnamoorlog. Tijdens de lunch weten we nog net op tijd te voorkomen dat er een rare Chinees (die achteraf een Taiwanees blijkt te zijn) aan onze tafel komt zitten. Hij is namelijk nogal luidruchtig met zijn constante gerochel en gesnuit. Gelukkig komen Chiel en Cindy en een Amerikaans echtpaar aan onze tafel zitten. Zo wordt in ieder geval onze eetlust niet bedorven.
Na een lunch stappen we in kleine gammele roeibootjes. De vrouwen die peddelen zijn verkleed als Viet Cong-strijdsters. De tocht voert ons door smalle kanalen door de jungle. Regelmatig moeten we bukken om de overstekende takken te ontwijken. Op de oevers zien we de restanten van de hutten van de Viet Cong. De Amerikanen hebben hier grote verliezen geleden omdat de vijand moeilijk te traceren was. Overdag werkten de strijders als gewone boeren op het land en 's nachts trokken zij hun gevechtskostuum aan (zwarte broek en overhemd, halssjaal en sandalen gemaakt van fietsband), pakten ze de wapens op en voerden ze aanvallen uit op de Amerikanen. Onze gids vertelt dat dit gebied in de oorlog helemaal kaal was. De Amerikanen hebben hier namelijk duizenden liters Agent Orange gesproeid, waardoor alle bladeren van de bomen vielen en ze de Vietnamezen vanuit de lucht konden traceren. Het heeft nog tientallen jaren geduurd voordat er weer planten en bomen begonnen te groeien in dit gebied.

Tegenwoordig is de Mekongdelta weer het meest welvarende en dichtstbevolkte deel van Vietnam. De Mekong ontspringt in Tibet en stroomt via China, Myanmar, Laos, Thailand, Cambodja en Vietnam naar de Zuid-Chinese Zee. De Mekongdelta is zeer vlak en ligt slechts enkele meters boven zeeniveau. Toch is het verschil tussen hoog en laag water hier heel gering en hoge dijken ontbreken hier dan ook. Als de rivier in september haar hoogste stand heeft bereikt, stroomt het water via een zijrivier naar het Tonlé Sap-meer in Cambodja.
De rivier neemt echter wel zeer vruchtbare slib
vanuit hoger gelegen berggebieden mee en zet dit bij hoogwater hier af. De vruchtbare grond geeft de mogelijkheid tot landbouw; Fruit, maïs, ananas, suikerriet, kokosnoten, sojabonen, pinda's, tabak, maar vooral rijst worden hier verbouwd. De Mekongdelta wordt dan ook niet voor niets de 'rijstschuur' van Vietnam genoemd.

 

We stappen over op een grote boot. Op de wal staat nog een tweede groep te wachten. Hun boot is nog niet gearriveerd. Uiteindelijk wordt er voor hen een tweede boot geregeld, maar die biedt niet voldoende plaats. Het betekent dat er een groot aantal mensen bij ons op de boot komen. Uiteindelijk varen we met veel te veel mensen aan boord (we lijken wel Vietnamese bootvluchtelingen) weg. Na een klein half uurtje varen komt de tweede boot in zicht. Midden op de rivier moeten een aantal mensen overstappen. We zoeken een plekje op het dak en genieten van het uitzicht en de zon.

Vaartocht door de Mekongdelta
Vaartocht door de Mekongdelta

We varen over de Mekong naar Cantho, waar we zullen overnachten. We kunnen goed zien hoe het water een centrale plaats inneemt in het dagelijks leven van de mensen die hier wonen. Hun simpele houten huizen zijn op palen langs de rivier gebouwd. Ze gebruiken overal het water van de rivier voor: om te vissen, hun was te doen, voor het bereiden van het eten, om te zwemmen en om zich te wassen. Overal worden we met luidruchtig enthousiasme door kinderen begroet. We krijgen een lamme hand van het zwaaien en voelen ons net Willem Alexander en Maxima.

We komen redelijk laat in Cantho aan; Het is al enige tijd donker. Cantho ligt ongeveer 170 kilometer van Ho Chi Minh City af en door de centrale ligging is de stad het voornaamste verkeersknooppunt van de Mekongdelta. Als we aan wal staan, begint de gids een lang verhaal af te steken. Iedereen staat echter te popelen van ongeduld om naar het hotel te gaan om te plassen.
Na een verfrissende douche gaan we gezamenlijk eten. Voordat we met de maaltijd beginnen, krijgen we een glaasje slangenwijn. Uit een enorme fles waar tientallen grote en kleine slangen in drijven, wordt met een lepel een klein glaasje "volgeschonken". Het is niet te pruimen. Aan de gezichten van onze medereizigers te zien, vinden zij het ook niet lekker. Maar ja, het schijnt wel gezond te zijn...
Na het eten gaan we nog even de stad in. C
antho is best gezellig, maar echte bezienswaardigheden zijn er niet. Langs de rivier loopt een boulevard met parkjes, terrasjes en restaurantjes. Een enorm zilverkleurig beeld van Ome Ho (zo wordt Ho Chi Minh hier genoemd) kijkt uit over de rivier.

De volgende ochtend zitten we om 7.30 uur aan het ontbijt. Daarna lopen we naar de Mekong rivier om nog een dagje te gaan varen. Onderweg komen we Vietnamezen tegen die een traditionele drakendans uitvoeren, iets dat typisch bij het tet-festival hoort. Vandaag staat een bezoek aan de drijvende markt van Phung Hiep, aan een wierrookfabriek, een papierfabriekje en aan een fruitplantage op het programma. Maar aangezien de meeste Vietnamezen nog steeds vakantie hebben als gevolg van het tet-festival, zijn de fabriekjes gesloten en zijn er ook maar weinig boten op de drijvende markt. We hebben daarom een enigszins aangepast programma. We varen eerst door de brede en druk bevaren Mekong Rivier. Vervolgens "slaan we af" en varen we door smalle kanalen en langs fruitplantages

 

Leo op de monkeybridge
Leo op de monkeybridge

We maken een stop bij één van de plantages en krijgen uitleg over de groei van de fruitbomen die hier staan. De locale bevolking heeft de oevers met elkaar verbonden door gammele 'Cau Khi' of te wel 'apenbruggetjes'. Deze bruggen zijn voornamelijk gebouwd van bamboe en hebben slechts één dunne bamboeleuning. We mogen zelf proberen of we droog aan de overkant kunnen komen. Een klein meisje laat ons zien hoe het moet; Als een klein aapje rent zij zonder zich vast te houden in een paar seconden naar de overkant. Het vereist enige behendigheid! Wij doen er een dikke minuut over voordat we - wel droog - de overkant bereiken.

 

 

Na enkele uren varen (en de lunch) gaan we met de bus op weg terug naar Ho Chi Minh City. Helaas blijken er voor een andere groep ook nu weer te weinig plaatsen beschikbaar te zijn. Snel worden er door onze gids een paar plastic krukjes gekocht zodat er enkele mensen in het gangpad van de bus kunnen plaatsnemen. Van 'safety first' hebben ze hier nog nooit gehoord.

 

We moeten de Mekong rivier nogmaals oversteken. We verlaten de bus en lopen naar de veerpont. Er staan honderden mensen te wachten. Iedereen krioelt door elkaar heen al dan niet met een brommertjes en/of veel bagage. We moeten een paar veerponten laten passeren, voordat wij aan boord kunnen gaan. Ook de buschauffeur is het gelukt om zijn bus op de boot te rijden. Aan de overzijde van de rivier kunnen we allemaal weer in de bus stappen en onze weg richting Ho Chi Minh City vervolgen.

 

Op de veerpont
Op de veerpont

In de bus hebben we een leuk gesprek met die rare Taiwanees van gisteren. Hij blijkt een leidinggevende functie te hebben in een Taiwanese kledingfabriek die zijn productie naar Vietnam heeft verplaatst vanwege de goedkope arbeid. Hij klaagt echter steen en been over de Vietnamese arbeiders die in zijn ogen geen kwaliteit leveren. Ze zijn immers opgegroeid in een communistisch systeem en hebben niet geleerd om na te denken en initiatieven te nemen. Hij verwacht dat de fabriek maar enkele jaren open zal zijn omdat ook de arbeidkosten in Vietnam stijgen. Onze Taiwanees blijkt ook in Hongkong en China te hebben gewoond en blijkt - tussen het rochelen en hoesten door - over een flinke dosis humor te beschikken.

Als we Ho Chi Minh City binnenrijden, zien we dat de meeste winkels nog steeds gesloten zijn in verband met het tet-festival. We checken weer in bij Hotel 211 en nemen een verfrissende douche. Daarna de deur uit om ergens een hapje te eten. Na twee rustige dagen op het water, grijpt de drukte in Ho Chi Minh City je weer bij de keel. De miljoenen mensen die hier wonen beschikken volgens ons allemaal over een scooter. Verder horen we het getik van de houtjes weer. Jongens op straat trekken namelijk de aandacht door met een stokje tegen een houtje te slaan. Het zijn de noodle soup-verkopers van Ho Chi Minh City. Je kan een noodle soep bij hen bestellen en binnen 15 minuten leveren ze de soep bij je af. Eet smakelijk! O ja, aangezien ze hier kopieën van werkelijk duizenden veelgevraagde boeken verkopen, kopen we een illegale kopie van de Lonely Planet van Vietnam voor slechts 60.000 dong (4 US$). Een "echt" exemplaar kost al snel 25$. Dus dat is kassa.

De afgelopen twee dagen waren erg leuk. Maar het wordt weer tijd om op te stappen. 's Avonds kopen we de bustickets voor de volgende etappe van de reis... We gaan naar Dalat.

 

Fotoserie 67
Fotoserie 68
Achter de schermen
Volgend verslag