Print dit verslag
Verslag 59 - Ho Chi Minh City

De Vietnamese grens in Moc Bai
De Vietnamese grens in Moc Bai

 

Vandaag, 10 februari 2002 reizen we van Phnom Penh in Cambodja naar Ho Chi Minh City in Vietnam. We hebben bij Capitol Tours in Phnom Penh bustickets voor dit traject gekocht (zie Achter de schermen - Vietnam). Om 7.00 uur vertrekken we met een luxe airconditioned minibus. We weten dat de weg naar de grens erg slecht is en om te voorkomen dat we een paar uur door elkaar worden geschud, vechten we voor plaatsen voorin het busje die we ook weten te bemachtigen.

En inderdaad, de verhalen zijn niet overdreven; de weg van Phnom Penh naar Moc Bai aan de Vietnamese grens is erg slecht. Er zitten grote kuilen in de zandwegen en we worden dus zo'n 5 uur flink door elkaar geschud. De zon schijnt genadeloos naar binnen, de airco kan de hitte niet goed aan, we happen enorme stofwolken naar binnen en door het vele geschud is het niet mogelijk om je ogen even te sluiten voor een dutje. Onderweg tijdens een stop, ontmoeten we Chiel en Cindy. Zij zijn 1,5 maand geleden uit Nederland vertrokken en hebben acht maanden uitgetrokken voor een reis om de wereld. Zoals later zal blijken, zullen we Chiel en Cindy de komende maand nog vaak gaan tegenkomen.

Plotseling doemt Moc Bai op, de grensplaats met Vietnam. We verlaten het busje en sluiten ons aan bij de rij wachtenden. Na een uurtje wachten, zijn de uiteindelijke Cambodjaanse grensformaliteiten een eitje; stempeltje halen en klaar. We lopen vervolgens door een stukje niemandsland naar de Vietnamese grens om vervolgens daar de grensformaliteiten af te handelen. Ook de Vietnamese grensformaliteiten verlopen vrij soepel. Het duurt allemaal wel wat langer (maar dat is vaak als je een land binnenkomt) en voor het eerst moeten we bij een grens betalen. Behalve het normale "entryformulier" moeten we namelijk ook een gezondheidsverklaring invullen. Als de gezondheidsverklaring wordt gecontroleerd wordt ons vriendelijk, doch dringend verzocht om 2.000 dong per persoon te betalen. O, jullie hebben geen dongs? No problem, je kan ook in dollars betalen. Pas als we betaald hebben, krijgen we een stempel op het formulier en mogen we Vietnam in.

Aan de Vietnamese kant van de grens worden we opgewacht door een jongen. Hij brengt ons naar een moderne, airconditioned bus met stoelen die in de slaapstand kunnen worden gezet. Heerlijk. Wat een luxe! Het valt direct op dat Vietnam beter ontwikkeld is dan Cambodja; De wegen zijn mooi, glad en geasfalteerd en de meeste huizen zijn van steen in plaats van riet.
In ongeveer 2,5 uur worden we naar Ho Chi Minh City gebracht. We arriveren er om ongeveer 17.00 uur. De bus stopt in de De Tham Street (dé backpackersstraat) waar zich eveneens tientallen hotels en guesthouses bevinden. Dat is dus lekker makkelijk. Als we de bus uitstappen, worden we belaagd door touts die allemaal de beste accommodatie aanbieden. We negeren ze en vinden om de hoek een hotel met een mooie, lichte kamer met airco en ontbijt.

Toen Vietnam in 1954 werd verdeeld in de Democratische Republiek Vietnam (communistisch Noord-Vietnam) en de Republiek Vietnam (Zuid-Vietnam) werd Saigon de hoofdstad van de Republiek Vietnam. Toen de communisten in april 1975 de macht in Zuid-Vietnam overnamen, gaven zij de stad de naam Ho Chi Minh City. De meeste inwoners van Ho Chi Minh City blijven de stad echter gewoon Saigon noemen. Ja, net als Cambodja is Vietnam lange tijd geteisterd door oorlogsgeweld. Hierop komen we later nog wel terug.

Na een verfrissende douche gaan we onze email checken. We vinden ook een berichtje van Chiel en Cindy in ons gastenboek. Of we zin hebben om vanavond met z'n vieren iets te gaan drinken? Uiteraard hebben we daar zin in. Wat is internet toch handig! Het drankje is het begin van een "intensieve samenwerking" gedurende de komende maand.

Dit jaar viert Vietnam op 12 februari het Tet Nguyen Dan, de komst van het Vietnamese nieuwjaar en het begin van de lente. Het is het belangrijkste festival van het jaar en we vallen dus weer met onze neus in de boter. De meeste winkels in Saigon zijn weliswaar gesloten, maar er hangt een gezellige sfeer op straat. Op de hitte na, is het feest een beetje vergelijkbaar met Kerstmis bij ons.
Tijdens Tet bezoeken de Vietnamezen massaal hun familie, men verzoent zich met vijanden en er worden oude schulden vereffend. Bij het nieuwe begin hoort ook nieuwe kleding, de mensen maken hun huizen schoon, het huisaltaar krijgt extra aandacht en men knapt de graven van de voorouders op. Overal staan bloesemtakken. Het huisaltaar wordt versierd met papieren auto's, geld en andere begerenswaardige artikelen, in de hoop de goden over te halen hen dergelijke zaken in het nieuwe jaar te geven.

 

Op oudejaarsavond gaan we samen met Chiel en Cindy op zoek naar festiviteiten. Tegenover ons hotel is een groot terrein waar enkele podia zijn opgebouwd. Aan het begin van de avond waren hier een aantal optredens. Nu is het er uitgestorven. Waar is iedereen? Het valt ons op dat de vele tienduizend scooters die hier in Saigon rondrijden allemaal in dezelfde richting rijden. We besluiten ze te volgen. Op een groot plein staat iedereen omhoog te kijken. Aangezien het een paar minuten voor 24.00 uur is, verwachten we dat er hier vuurwerk te zien zal zijn. En inderdaad, klokslag 24.00 uur barst er een oorverdovend vuurwerklawaai los en wordt de hemel verlicht door vuurpijlen.


Vuurpijlen
Vuurpijlen

Na afloop start iedereen zijn scooter en gaat op weg naar huis. Dit is het tweede oud en nieuw dat we tijdens de reis meemaken.
De volgende dag moeten we een beetje voorzichtig zijn waar we binnenlopen. Voor de Vietnamezen is het namelijk heel belangrijk wie de eerste gast is die in het nieuwe jaar hun huis betreedt. Zijn status bepaalt of de familie in het komende jaar met geluk of rampspoed te maken zal krijgen. Uiteraard is dit veel te belangrijk om aan het toeval over te laten en de Vietnamezen doen dus grote moeite om afspraken met elkaar te maken over wie de eerste bezoeker zal zijn. Winkeltjes zijn echter nauwelijks te onderscheiden van huizen (vaak zijn ze in één ruimte samengevoegd) en voor je het weet maak je een grote fout. We passen vandaag dus een beetje op dat we niet zomaar ergens onuitgenodigd naar binnen lopen.

 

De Holy See van de Cao Dai
De Holy See van de Cao Dai

 

Als de feestelijkheden een beetje voorbij zijn, maken we een uitstapje naar Tay Ninh, zo'n 95 kilometer ten noorden van Saigon. In Tay Ninh bevindt zich de 'Holy See' (Heilige Stoel - hoofdkwartier) van de Cao Dai, een religie die alleen in Vietnam voorkomt. We hebben een dagtour geboekt bij Sinh Café, één van de vele reisbureautjes die zich door heel Vietnam gevestigd hebben. We reizen in een luxe airconditioned bus en hebben een gids tot onze beschikking.


Het geloof van de Cao Dai ontstond in 1926 toen ene Ngo Minh Chieu tijdens een seance in contact kwam met Cao Dai, het Opperwezen. Die spoorde hem aan het beste uit diverse wereldgodsdiensten met elkaar te combineren. Op die manier ontstond een samensmelting van boeddhisme, taoïsme, confucianisme, christendom en de islam en dit werd vermengd met het geloof in geesten die tijdens seances boodschappen uit het hiernamaals overbrengen. Veel mensen noemen het caodaïsme een sekte, maar deze religie had vóór 1975 (val van Saigon) zeer veel aanhangers in Zuid-Vietnam. Momenteel heeft de religie zo'n 3 miljoen volgelingen, voornamelijk in de Mekongdelta en in de provincie Tay Ninh.

De waarheid van God is volgens de Cao Dai twee keer eerder geopenbaard. Dit gebeurde door tussenkomst van stervelingen als Confucius, Lao Tse, Boeddha, Jezus en Mohammed. De derde openbaring van God gebeurt via geesten. Geesten waarmee de mediums van de Cao Dai in contact zouden zijn gekomen, zijn onder andere Jeanne d'Arc, Napoleon, Shakespeare, Victor Hugo, Sun Yatsen en Churchill.

Elke zes uur vindt er in de tempel een dienst plaats. Wij zijn ruim op tijd om de dienst van 12.00 uur bij te wonen en kunnen op ons gemak de tempel van binnen en buiten bekijken. De tempel is een opvallend gebouw en dan drukken we ons nog voorzichtig uit. Het is een hutspot van stijlen en suikerzoete kleuren; Gele muren met glas-in-lood ramen, marmeren vloeren, kleurige zuilen versierd met draken en een hemelsblauw plafond waarop wolken en zilveren sterren zijn geschilderd. En overal zien we het "Divine Eye", het goddelijke alziende oog. De grootste uitvoering van het oog staart je van boven het altaar constant aan. Het gebouw zou in Disneyland of de Efteling zeker niet misstaan.

 

Tegen 12.00 uur worden we door de volgelingen het balkon op geloodst. De ceremonie begint als vrouwen op Hindu-muziek beginnen te zingen. De volgelingen lopen de tempel in. De leken dragen witte kleding en stellen zich aan de zijkant van de tempel op, de mannen aan de ene kant en de vrouwen aan de andere. De hoger geplaatste volgelingen dragen rode, blauwe en gele kleding die hun geloof symboliseert. Zij nemen plaatst op plateaus. Hoe hoger het plateau, hoe belangrijker de man of vrouw. We kijken drie kwartier toe en rennen dan weer naar de bus voor onze volgende bezienswaardigheid, het Cu Chi Tunnelstelsel.

 

 

 

 

Een dienst in de Hole See
Een dienst in de Hole See

Onderweg naar de tunnels vertelt de Vietnamese gids dat hij vroeger schoolmeester was. Dat had hij niet hoeven te vertellen, dat hadden we al gemerkt; Op een strenge toon spreekt hij de deelnemers aan de excursie toe en eist dat iedereen stil is als hij praat. Als mensen tijdens de busreis in slaap vallen, maakt hij ze wakker. Slapen moet je 's nachts in je hotel doen, je kan nu beter luisteren. Ook vertelt hij dat hij niet van 'silly questions' houdt: 'Ik vertel nu waar jullie het toilet kunnen vinden, kom dadelijk dus niet vragen waar het toilet is'. Een andere mooie uitspraak van hem is: 'I don't think that anyone has a question. All the answers were already in my story.'

Ongeveer 35 kilometer ten noordwesten van Saigon bevinden zich de Cu Chi Tunnels. Het is een gigantisch ondergronds tunnelcomplex dat tijdens de Vietnamoorlog diende als schuilplaats voor de Viet Cong. Het duurde even voor wij precies begrepen hoe het nu precies zat met die oorlog, maar we zijn eruit:
Vietnam was ooit een Franse kolonie. In de roep om onafhankelijkheid werden er tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog een aantal nationalistische partijen opgericht. Hierbij speelde Nguyen Sinh Cung (beter bekend onder de naam Ho Chi Minh = hij die licht brengt) een belangrijke rol. Ho richtte in 1941 de Viet Minh op. Het was een verzameling van nationalistische groepen onder leiding van de communisten. De Viet Minh vocht een guerrillaoorlog tegen de Japanners en na de Japanse overgave in 1945 veroverde de Viet Minh grote delen van het land en kregen zij de macht. Ho werd president en premier van de Democratische Republiek Vietnam (DRV).
De Fransen wilden hun positie van vóór de oorlog echter graag weer terug. Frankrijk en de Democratische Republiek Vietnam sloten een verdrag, maar al snel bleek dat beide partijen het niet eens waren over de uitleg ervan. Frankrijk wilde de controle over Zuid-Vietnam niet uit handen geven en een oorlog was een feit. Franse troepen bezetten de voornaamste steden en de Viet Minh begon wederom een guerrillaoorlog. Ze werden gesteund door de Sovjet-Unie en China. Groot-Brittannië en de Verenigde Staten waren beducht voor een opmars van het communisme en stonden aan de kant van de Fransen.
Op 21 juli 1954 sloten de Fransen en de Viet Minh een wapenstilstand. Beide partijen stemden in met een tijdelijke deling van Vietnam in een noordelijke en een zuidelijke zone. Afgesproken werd dat de troepen van de Viet Minh zich in het Noorden en de Fransen zich in het Zuiden zouden terugtrekken en binnen twee jaar moesten er in het hele land vrije verkiezingen worden gehouden, met als inzet de vraag welke regering het herenigd Vietnam zou besturen. De verkiezingen vonden echter nooit plaats.
Het werd Ho Chi Minh langzaam duidelijk dat de hereniging van het land zonder strijd niet zou slagen en hij steunde in 1960 de oprichting van het Nationaal Bevrijdingsfront voor Zuid-Vietnam. Dit front, dat bekend werd onder de scheldnaam Viet Cong (= Vietnamese communisten), begon een guerrilla in het zuiden van Vietnam. De Zuid-Vietnamese regering werd inmiddels met geld en wapens gesteund door de Amerikanen. De guerrilla-activiteiten namen in het zuiden echter snel toe en dit was voor Amerika aanleiding om steeds meer militaire adviseurs naar Vietnam te sturen. Zij moesten het Zuid-Vietnamese leger trainen. Begin 1965 bleek echter dat het Zuid-Vietnamese leger niet opgewassen was tegen de Viet Cong en Amerika stuurde de eerste grondtroepen. Dit was het begin van een massale inzet van Amerikaanse gevechtseenheden. In vier jaar tijd liep het aantal manschappen op tot 540.000.
Op papier waren de Amerikaanse strijdkrachten oppermachtig. Ze beschikten over een veel grotere vuurkracht en waren met hun helikopters uiterst mobiel. De Viet Cong en de Noord-Vietnamezen waren echter met meer en hadden meer kennis van de jungle. De Amerikanen beheersten de kuststrook en waren overdag in het voordeel. De Noord-Vietnamezen domineerden in het hoogland en waren vooral 's nachts actief. Op 30 april 1975 was de oorlog voorbij. Noord-Vietnam had gewonnen. Vietnam werd herenigd en Saigon werd omgedoopt in Ho Chi Minh City, een eerbetoon aan de in 1969 overleden leider.

Als we bij de tunnels aankomen, krijgen we eerst uitleg in het bezoekerscentrum van het complex. Onze gids vertelt dat de eerste tunnels aan het eind van de jaren '40 door de Viet Minh met de hand (!) werden gegraven in de strijd tegen de Fransen. De Viet Cong breidde het tunnelstelsel later uit tot een netwerk van 250 kilometer. Op een maquette zien we dat er een complete ondergrondse stad was met woon- en slaapvertrekken, opslagplaatsen, commandoposten, keukens en operatiekamers. Verder krijgen we een videofilm te zien met hedendaagse propaganda voor de heldendaden van de Viet Cong
Het district Cu Chi was tijdens de Vietnamoorlog van grote strategische waarde. Van hieruit infiltreerden de Viet Cong Saigon om er sabotage te plegen. Om daaraan een einde te maken, besloten de Amerikanen een militaire basis in het gebied te vestigen. Zonder het te weten bouwden ze de basis precies boven het tunnelcomplex en gaven ze de Viet Cong de gelegenheid 's nachts verrassingsaanvallen op het kamp uit te voeren en de bewegingen van de Amerikaanse troepen in de gaten te houden. Nadat de Amerikanen de tunnels hadden ontdekt, begonnen ze aan een tegenoffensief...

Tijdens een rondgang over het terrein kunnen we zien welke middelen in de oorlog door de Viet Cong werden gebruikt. We zien onder andere hoe goed de ingangen van de tunnels gecamoufleerd zijn. Op het terrein bevindt zich ook een operatieruimte, voorraadkamer, commandopost en een Dien Bien Phu-keuken nagebouwd. Het unieke van deze keuken was dat de rook via een ingenieus systeem naar een plek honderden meters verderop werd afgevoerd. Zo kon de plaats van de keuken geheim blijven. De Viet Cong-soldaten die in het tunnelcomplex verbleven kregen overigens met name caloriearme cassave te eten zodat zij vooral niet groot en sterk werden. Ook wij mogen proeven. We krijgen ineens visioenen van Nederland. Het smaakt namelijk naar aardappels!
De meeste tunnels zijn ingestort, maar een klein deel is bewaard gebleven en voor publiek toegankelijk gemaakt. De gangen zijn voor de westerse toerist iets verbreed, zodat zij niet klem komen te zitten en uitgegraven moeten worden. De tunnel is 1,20 meter hoog en 60 cm breed. Op handen en voeten kruipen we door het stof en de bloedhete en benauwde gangen en verbazen ons hoe mensen hier voor langere tijd hebben kunnen leven. We moeten nog behoorlijk ploeteren om een kleine afstand van 50 meter af te leggen.

 

De voorbeelden van de vallen die de Viet Cong-soldaten gebruikt hebben tegen de vijand zijn gruwelijk maar wel creatief en interessant. We zien boobytraps in alle vormen en maten. De 'Human hamburger' vinden we de gruwelijkste. Als een soldaat daar in ging staan, zakte hij tussen twee spoelen met ijzeren pennen naar beneden. Bezoekers die nog meer 'oorlogservaring' willen opdoen, kunnen op het terrein tegen betaling met diverse wapens schieten. We vinden het wel erg ongepast om een dergelijke attractie hier te bouwen.

 

 

 

 

Booby-traps in alle vormen en maten
Boobytraps in alle vormen en maten

De Amerikanen zijn er nooit in geslaagd het gehele tunnelstelsel te ontdekken of te veroveren. Ze zetten honden in om de tegenstander in de tunnels op te sporen, maar de dieren raakten gedesoriënteerd door de peper die de Viet Cong-soldaten strooiden. Ook rekruteerden de Amerikanen vrijwilligers voor de strijd in de tunnels, maar de verliezen onder deze 'tunnelratten' waren groot. De volgende stap was het gebied te ontruimen en uit te roepen tot 'free-fire zone' en vervolgens te bestoken met ontbladeringsmiddelen (Agent Orange), napalm en bommen. Cu Chi werd uiteindelijk de zwaarst gebombardeerde plek ter aarde. Vliegtuigen die met nog een lading bommen aan boord na een missie terugkwamen naar Saigon werden naar Cu Chi gedirigeerd om daar eerst de overbodige lading te lossen. Hoewel de tunnels aanzienlijke schade opliepen door de grootschalige bombardementen konden de Amerikanen het tij niet meer keren en was de oorlog verloren.

Van de 15.000 Viet Cong-soldaten die in de tunnels verbleven, heeft niet meer dan 40% de oorlog overleefd. Circa 58.000 Amerikanen kwamen om het leven en er worden nog altijd soldaten vermist (de zogenoemde MIA's, Missing in Action). Schattingen van het aantal burgerslachtoffers variëren van 0,5 tot 2 miljoen.

Onze oorlogervaringen zijn echter nog niet voorbij. De volgende dag brengen we namelijk nog een bezoek aan het War Remnants Museum. Vroeger heette dit museum het Museum van de Amerikaanse Oorlogsmisdaden. Uit tactisch oogpunt heeft men de naam van het museum veranderd. Toch worden de Amerikaanse (mis)daden nog breed uitgemeten.
Buiten staan er op het terrein tanks, bommen en granaten en ze zijn allemaal van Amerikaanse makelij. Binnen hangen voornamelijk veel foto's die een heel indrukwekkend beeld geven van de oorlog en de gevolgen ervan. Er is bijvoorbeeld een zaal met alleen maar foto's van mensen die afschuwelijk verminkt zijn door de chemische wapens die hier zijn gebruikt door de Amerikanen. In glazen potten staan verminkte embryo's en er schijnen nog steeds mismaakte kinderen te worden geboren door het gebruik van het ontbladeringsmiddel Agent Orange, door Amerikanen cynisch de Purple People Killer genoemd. Het museum heeft de meest vreselijk foto's die ze konden vinden hier tentoongesteld. Eén foto in het bijzonder blijft op ons netvlies staan: op een grote zwart/wit foto staat een Amerikaanse soldaat met in zijn hand een deel van het lichaam van een Vietnamese soldaat. Hij houdt de soldaat aan zijn jas vast, het hoofd hangt naar beneden. Het gezicht van de dode is nog duidelijk te zien. Het onderschrift luid: 'Amerikaanse soldaat lacht om het slachtoffer'. Wij zien het echter anders. Wij zien de man gruwelen van afschuw. Het is maar hoe je het bekijkt...
Een andere hal is ingericht met foto's van gesneuvelde oorlogsfotografen samen met hun levensverhaal. Dit zijn korte verhalen. De foto's blijven lang op ons netvlies staan. De meeste foto's zijn de laatste foto's die de fotografen hebben gemaakt toen ze de dood vonden te midden van vechtende soldaten of voordat ze op een mijn gingen staan.
Leo spreekt nog met een Amerikaan die hier gevochten heeft. Als Leo naar zijn mening over dit museum vraagt, antwoordt hij kort en krachtig: 'The war was a mistake.'

Fotoserie 65
Fotoserie 66
Achter de schermen
Volgend verslag