Print dit verslag
Verslag 99 - Wellington

Als het op donderdagochtend nog steeds sneeuwt en mistig is, besluiten we de spullen te pakken en te vertrekken. De vulkanen hebben we dus niet gezien en de wandeltochten hebben we niet gedaan. Misschien is dit een goede reden om ooit nog eens in een zomer terug te komen.

Mooie vergezichten
Mooie vergezichten
Door de dikke laag sneeuw hebben we wat moeite om de camping af te komen, maar de hoofdweg is gelukkig bijna sneeuwvrij en goed berijdbaar. Na een paar kilometers rijden (en enkele tientallen meters dalen) is alle sneeuw verdwenen. De zon komt af en toe tussen de wolken door en we rijden over prachtige groene heuvels en genieten van de mooie vergezichten.

Via Raethi rijden we in de richting van Wanganui aan de westkust. Onderweg passeren we een winkel met een Nederlandse vlag en een windmolen op het dak. Voor de deur staat een bord met de melding dat hier versgebakken appeltaart en erwtensoep wordt verkocht. Dat moet een Nederlandse winkel zijn. Snel parkeren we de camper en lopen een stukje terug. Als we de deur van de winkel openen zingt Trafassi "grote wasjes, kleine wasjes...". We wensen de vrouw achter de balie in het Nederlands goedendag. En ja hoor, we kunnen het gesprek in het Nederlands vervolgen.

De vrouw vertelt dat ze Nederland 17 jaar gelegen heeft verlaten. In de winkel verkoopt ze behalve de gebruikelijke Nederlandse souvenirs als Delfts blauw, laven, klompen en molens, ook Nederlandse etenswaren als haring, kaas, rookworsten, appelmoes en hele grote zakken drop. Het is even moeilijk om een keuze te maken, maar uiteindelijk gaan we naar buiten met een hele grote zak drop, een pak boerenkool en een rookworst.

Een stukje Nederland in Nieuw Zeeland
Een stukje Nederland in Nieuw Zeeland
Regenboog
Regenboog

Na de stop in het Nederlandse winkeltje rijden we voor het eerst door een minder interessant gedeelte van Nieuw Zeeland. De weg is kaarsrecht, erg saai en loopt door een vlak landschap in de richting van Wellington. We hebben in Nieuw Zeeland al veel regenbogen gezien, maar vandaag zien we er echt tientallen. Het blijft een mooi verschijnsel.

Als we onderweg nog even boodschappen doen in een 'New World' supermarkt, blijken ze hier ook een hele afdeling met Nederlandse etenswaren te hebben. We bevinden ons zeker in een gebied waar zich veel Nederlanders hebben gevestigd. De supermarkt verkoopt - net als de dame in het Nederlandse winkeltje - veel produkten van Appie Hein. De produkten zijn echter wel veel goedkoper dan in de Nederlandse winkel. We verlaten de winkel uiteindelijk met een pak hagelslag, echt beschuit van Bolletje en een pot appelmoes.

Bij Waikanea besluiten we de toeristische route te nemen naar Lower Hut. We slaan af en rijden een smalle bergweg op. De weg is zo smal dat er niet overal tegenliggers gepasseerd kunnen worden. Gelukkig komen we maar één keer een tegenligger tegen en die schrikt zo van onze grote camper dat hij ons nog maar net kan ontwijken. De weg is erg bochtig en ook vrij donker door de dichte begroeiing.
Leo vraagt zich wel tien keer hard op af of we wel de goede weg hebben genomen. Roos laat zich echter niet van de wijs brengen. Gewoon doorrijden, de weg wordt vanzelf weer breder.
Midden op de weg zien we een hele grote roofvogel op een dode opossum zitten. Voordat we onze fotocamera echter kunnen pakken, vliegt de vogel weg. We rijden ruim 35 kilometer over de smalle bergweg naar het plaatsje Upperhut. Daar wordt de weg weer breder en moeten we nog 15 kilometer naar de forensenstad Lower hut rijden. In het donker arriveren we op een mooie camping.

We informeren gelijk bij de receptie van de camping naar de ferry naar het Zuidereiland. Het blijkt net een lang vakantieweekend te zijn in verband met Koninginnedag. We kunnen niet eerder dan zondag 2 juni overvaren. We hebben dus twee dagen de tijd om Wellington te bezoeken.

 

Port Nicholson, de haven van Wellington
Port Nicholson, de haven van Wellington

In Lower Hut is niet veel te doen, maar vanuit Lower Hut kan je heel eenvoudig met het openbaar vervoer Wellington bereiken. De bus naar het centrum stopt praktisch voor de deur van de camping.
De volgende dag nemen we dan ook de bus naar het centrum. We kopen voor NZ$7 per persoon een dagpas. Met deze dagpas kunnen we de hele dag onbeperkt gebruik maken van alle buslijnen, inclusief de City Circulair, de gele dubbeldeksbus die de hele dag rondjes door het centrum van Wellington rijdt en bij de belangrijkste bezienswaardigheden stopt. Het is vandaag opnieuw een heerlijke dag; De zon schijnt en het is aangenaam warm (18 graden).

Eerst brengen we bezoek aan het Te Papa Tongarewa National Museum. Dit museum voor 'alle mensen van Nieuw-Zeeland' (Te papa betekent 'our place') is pas in 1998 geopend en het blijkt één van het mooiste en leukste museum te zijn waar we ooit zijn geweest. Op elk van de vier verdiepingen kan je van alles doen. Het is super interactief en aangezien Roos graag overal aan zit, geniet ze met volle teugen. Op een zeer creatieve wijze wordt de natuur, de historie en de culturele geschiedenis van Nieuw Zeeland in beeld gebracht. We komen van alles te weten over de aarde, het ontstaan van vulkanen en aardbevingen, meteorieten (de brokstukken zijn heel erg zwaar) en er zijn zalen met opgezette vogels, vogels en vissen. In een nagebouwd huis maken we een aardbeving mee en op een computer zien we dat er in de afgelopen week tientallen (kleine) aardbevingen in Nieuw Zeeland zijn gemeten. Er is zelfs een virtuele afdeling waar je een vituele bungyjump kan maken, 65 miljoen jaar terug in de tijd kan gaan, naar de toekomst kan vliegen in een futuristische auto en een (namaak) schaap kan scheren. En dat alles is nog gratis toegankelijk ook. Als echte Nederlanders kunnen we dat wel waarderen.

Maori-kunst

In de grote Maori-zaal lezen en zien we alle ins- en outs van de Maori-cultuur. Er staat een kano en er is een 'marae', een ontmoetingshuis gebouwd. Een marae is het ontmoetings- of stamhuis van de Maori's, maar de marae die hier is gebouwd is ontworpen voor alle inwoners van Nieuw Zeeland. Er hangen oude zwart-wit foto's van Maori's in hun traditionele kleding. Erg mooi en interessant om te zien.

 

En dan komen we even thuis op de 'Going Dutch'-tentoonstelling, een tentoonstelling over Nederlanders. De relatie tussen Nederland en Nieuw Zeeland gaat namelijk helemaal terug tot het jaar 1642, toen de Nederlander Abel Tasman het Zuidereiland ontdekte. In de jaren '50 kwam Nieuw Zeeland wederom in de belangstelling van de Nederlanders. Nieuw Zeeland had namelijk een tekort aan arbeiders en sloot een overeenkomst met Nederland waarin Nederlanders bij emigratie naar Nieuw Zeeland twee jaar werk in Nieuw Zeeland werd beloofd. Na een boottocht van zes weken arriveerden de eerste Nederlander en zij waren niet de laatste. Hoewel de meeste Nieuw Zeelanders van de Britten afstammen, vormen de Nederlanders een goede tweede met meer dan honderdduizend immigranten.
De tentoonstelling laat voorbeelden van geëmigreerde Nederlanders zien met foto's, paspoorten en dagboeken. Ook worden voorbeelden gegeven van de invloed die Nederlanders hebben gehad op de cultuur van Nieuw Zeeland. Dankzij de Nederlanders eten de Nieuwzeelanders nu Edammer en Goudse kaas, drinken ze sterke koffie en kopen ze snijbloemen. Verder wordt er veel verteld over Nederland. Uiteraard ontbreken daarbij de molens, klompen, Delfts blauw en de bollenvelden niet. We klagen veel over het weer, doen massaal aan sinterklaas (met foto van sinterklaas) en voetbal is de nationale volkssport. Er worden Nederlandse liedjes uit de Jordaan gedraaid, er wordt een video vertoond met beelden van de Amsterdamse terrasjes en er liggen Nederlandse tijdschriften die je kan doorbladeren. Aan de muur hangt het statieportret van Willem Alexander en Maxima. Zo lekker Nederlands, we zouden er bijna heimwee van krijgen.

Na het bezoek aan het museum stappen we in de City Circulair, de oude gele dubbeldeksbus. We stappen uit bij in Lambton Quay en lopen een smal steegje in naar de Kelburn-kabeltram. De kabeltram is één van de weinige nog in gebruik zijnde kabeltrams ter wereld en de tram brengt al sinds 1902 passagiers naar Kelburn dat op de top van een heuvel ligt. We kopen een kaartje en rijden in zeven minuten naar boven. Halverwege de berg passeert de tram een andere tram die in tegenovergestelde richting hetzelfde spoor volgt. De beide trams zitten aan dezelfde kabel vast.

 


De Kelburn-kabeltram
De Kelburn-kabeltram

Vanaf de berg hebben we een schitterend uitzicht over de hoogbouw van Wellington en Port Nicholson. In het kleine kabeltrammuseum op de top lezen we dat in 1979 de oude trams zijn vervangen door de huidige Zwitserse trams. In het museum staat nog een oude tram te pronken. We brengen er ook een bezoek aan de oude stoommachine in de kelder van het complex. Nog net voordat het donker wordt en de laatste tram naar beneden gaat, nemen we de tram terug naar de beneden.

Met de City Circulair rijden we nog een volledig rondje door de stad en zien alle oude gebouwen mooi verlicht. Het is inmiddels behoorlijk fris geworden en zelfs hier in Wellington sluiten de winkels vroeg. We besluiten de bus terug naar de camping te nemen. Op de camping ziet Leo de eerste wedstrijd van het wereldkampioenschap voetbal in gezelschap van een paar andere wereldreizigers. Om 1.30 uur vindt hij eindelijk de camper. Het is behoorlijk koud en we laten vannacht lekker weer de kachel aan. Volgens de reizigers die net van het zuidereiland zijn gekomen, is het op het zuidereiland nog veel kouder. Dat belooft wat...

Fotoserie 109
Achter de schermen
Volgende verslag