Print dit verslag
Verslag 94 - Bay of Islands

Het is vandaag dinsdag 21 mei en als we opstaan blijkt het te regenen. Het was toch te koud om op Ninety Mile Beach te gaan liggen, maar een flinke strandwandeling had ons wel leuk geleken. We rijden toch naar het strand in de hoop dat het nog even droog wordt.
Onderweg stoppen we nog in Houhora bij het Wagener Museum. We stoppen niet om de verzameling troep uit grootmoeders tijd te bekijken maar om te internetten. We kunnen al een paar dagen onze mailboxen niet in en dat is erg onhandig. We hebben al heel wat dollars aan het versturen van emails naar onze provider besteed, maar het werkt nog steeds niet. Teleurgesteld rijden we door.

In de stromende regen komen we aan bij Waipapakauti Beach, het begin van Ninety Mile Beach. Ninety Mile Beach is een zandstrand van 90 kilometer lang (en geen 90 miles) met zandduinen die op sommige plaatsen meer dan 150 meter hoog zijn. Bij laag water kan je over het harde strand rijden, maar helaas is Ninety Mile Beach één van de verboden "wegen" voor onze camper. Als we hier zouden rijden en we zouden schade krijgen of vast komen te zitten, dan zijn we niet verzekerd. We zien nog net hoe een toeristenbus het strand op scheurt en erg hard langs de branding rijdt om niet weg te zakken in het mulle zand. Op waarschuwingsborden wordt getoond dat het water erg snel kan stijgen en dat je auto al snel onder water komt te staan als je vast komt te zitten in het zand.

Via de oostkust rijden we in zuidelijke richting. Het weer is soms erg slecht en we zien hoe grote golven met veel geweld op het strand of tegen de rotsen slaan. Een mooi gezicht en ondanks de regen vermaken ons we ons opperbest. Als het alleen regent als we rijden, vinden we het geen probleem. De camper is natuurlijk ook erg gemakkelijk; we hoeven morgen geen natte tent in te pakken.

Aan het eind van de middag vinden we een camping in Paihia. Paihia is de toeristische hoofdstad van de Bay of Islands, maar als wij er aankomen is het uitgestorven. Op de camping staan maar een paar campers en in het dorp zijn alle winkels en restaurants al vroeg gesloten. Niet erg gezellig dus. Er zijn hier opvallend veel touroperators gevestigd. Allemaal bieden ze dezelfde koek aan: helikoptervluchten boven de Bay of Islands, boottochten door de baai, duiktours naar het gezonken Greenpeace-schip de Rainbow Warrior, kajaktochten, sportvissen, zwemmen met dolfijnen etc. etc. De prijzen die voor deze trips worden gevraagd, vinden we absurd hoog. Voor een dagje sportvissen wordt NZ$250 gevraagd, een kajak huren kost NZ$50 en een boottochtje door de baai NZ$98. Voor één duik op de Rainbow Warrior moet je ruim NZ$165 betalen. Wij vinden geen enkel uitstapje het geld waard en besluiten morgen de ferry naar Russell te nemen zodat we toch een boottochtje door de baai maken.
We internetten nog even een half uurtje en komen merken tot ons genoegen dat we eindelijk onze mailboxen weer kunnen openen.

 

Als we de volgende ochtend wakker worden, merken dat het niet meer regent en dat zelfs af en toe de zon door de bewolking komt. Een prima dag voor een boottochtje naar Russell. We lopen naar de Paihia Wharf en stappen door op de voetgangersferry naar Russell. Russell ligt op een schiereiland, recht tegenover Paihia en de boottocht duurt ongeveer 15 minuten.
Aankomst in Russell
Aankomst in Russell
In 1809 vestigden de eerste kolonisten zich in Russell (Kororareka is de Maori-naam) en de stad is ooit de eerste hoofdstad van Nieuw Zeeland geweest. Deze titel raakte de stad vanwege zijn slechte naam echter snel kwijt. Russell was namelijk de 'Hellhole of the Pacific', met andere woorden een echt Sodom en Gomorra. Alles draaide er om drank en vrouwen. Tegenwoordig is het een klein, slapend stadje met leuke oude huisjes.
De vlaggenstok op Maiki Hill is jarenlang een strijdpunt tussen de Maori's en de Britten geweest.

Het oudste kerkje van Nieuw Zeeland
Het oudste kerkje van Nieuw Zeeland

Het houten kerkje uit 1835 is het oudste kerkje van Nieuw Zeeland. De kogelgaten in de muur herinneren aan de strijd tussen de Britten en de Maori's. Op het kerkhof zien we veel oude verweerde grafstenen (de oudste van het land) met Engelse namen. Op één van de grafstenen staat dat de eerste witte vrouw die in Nieuw Zeeland is geboren (januari 1816) hier begraven ligt. Er zijn opvallend veel graven van jonge kinderen. De meeste zijn verdronken in de baai.

 

Na een wandeling door het dorp besluiten we het dorp maar lekker verder te laten slapen en terug te varen naar Paihia. Van daaruit zetten we onze reis voort naar de Kawiti Glowworm Caves. In Kawiti verlaten we de weg en rijden we een paar kilometer over een zandpad. Aan het eind van dit zandpad bevindt zich namelijk een grot waarin gloeiwormen leven. Eduard, een Maori met een heel vreemd kapsel heet ons welkom. Hij zal ons door de grot gidsen en blijkt met veel humor zijn (standaard)verhaal te kunnen vertellen. Door een smalle doorgang betreden we de grot. Eduard loopt voorop met een gaslamp. Veel druipsteen omringt ons en als Eduard zijn gaslamp dooft, zien we duizenden kleine groene puntjes op het plafond. Het is een prachtig gezicht. Het zijn de lichtjes van de gloeiwormen... Als Roos zich bedenkt hoeveel wormen boven haar hoofd hangen, vinden ze het ineens niet meer zo prettig. Ze besluit wel naar boven te kijken, maar niet te praten (haar mond open de doen). Je weet maar nooit.

Stalagmieten in Kawiti Cave
Stalagmieten in Kawiti Cave

Een gloeiworm is 2 tot 3 centimeter groot en erg dun. Feitelijk zijn het de larven van een vlieg die met hun lichtgevende lijf kleine insecten aantrekken en die ze vangen in een zelf gesponnen web van lange draden. Na acht maanden zijn de larven volgroeid en worden ze vlieg. Als vlieg leven ze echter nog maar drie dagen; Net voldoende om eitjes te leggen om de levenscyclus in stand te houden. Normaal doen de wormen hun lichtje uit als ze geluid horen. Dit is echter een open grot zodat er altijd geluid van de wind te horen is. De gloeiwormen zijn dus gewend aan geluid en laten hun lampje branden.

 

Het is bijna niet te geloven hoeveel insecten hier rond moeten vliegen om al die wormen in leven te houden. We lopen door de grot en zien verschillende "sterrenhemels". 'Geinige lichies' schreef een Nederlander in het gastenboek. En dat zijn het inderdaad. Aan de achterkant lopen we de grot uit en moeten vervolgens een flink stuk over de berg klimmen om terug bij de parkeerplaats te komen. Het was een leuke en bijzondere excursie.

De terugweg naar de parkeerplaats
De terugweg naar de parkeerplaats

's Middags passeren we Auckland en zien wederom het centrum vanaf de Auckland Harbour Bridge liggen. We verlaten de rijksweg en rijden de hele middag over een smalle weg door de heuvels. Aan het eind van de middag - net voordat het donker wordt - belanden we op een camping in Orerepoint in de Bay of Plenty.
's Avonds eten we een heerlijke typisch Nederlandse maaltijd: aardappelen met bloemkool en een lekker stukje vlees.
Fotoserie 104
Achter de schermen
Volgende verslag