Verslag 93 - Naar het Noorden |
Op zondag 19 mei worden we door een
medewerker van het Kea Campers opgehaald in het hotel. Hij brengt ons
naar het depot van Kea in het noorden van Auckland. Als we over de Auckland
Harbour Bridge rijden hebben we een prachtig uitzicht op de haven en op
de skyline van Auckland. |
||
Ons huis voor de komende 4,5 week |
We hebben gekozen voor een grote luxe camper met twee tweepersoonsbedden. Niet dat we apart willen slapen, maar nu hoeven we niet elke avond het eetgedeelte tot een bed om te bouwen. We slapen in het bed boven de bestuurderscabine. De camper is voorzien van een toilet, douche, warm en koud stromend water, een koelkast, een magnetron (!), een vierpits gasfornuis, een afzuiger, een airco, twee kachels (één op gas en één op elektriciteit) en een cd-speler met luidspeakers achterin het woongedeelte. De camper rijdt op diesel en dat is mazzel want diesel is in Nieuw Zeeland nog goedkoper dan benzine. | |
De camper rijdt soepel als een personenauto.
We moeten wel weer even wennen aan het links rijden en het met de linkerhand
schakelen. Regelmatig gaan de ruitenwissers aan als we richting willen
aangeven en andersom. Gelukkig hebben we in Indonesië kunnen oefenen
en voor we het weten voelt het alsof we over de A16 rijden (maar dan zonder
de files).
|
Links rijden |
We stoppen eerst bij een grote supermarkt
in Albany. Hier slaan we proviand in. We kopen allemaal lekkere dingen
die we al maanden niet gegeten hebben: vers brood, kaas, pindakaas, chocoladepasta,
aardappelen en appelmoes. Met een gevulde koelkast rijden we verder naar
het Noorden. Op een parkeerplaats langs een strand stoppen we voor de
lunch. De camper is voorzien van enorme ramen en we hebben een prachtig
uitzicht op de kitesurfers, windsurfers en golfsurfers terwijl we onze
verse boterhammetjes opeten. Dit is genieten! |
|
Plotseling komen we ook ons eerste
waarschuwingsbordje voor overstekende kiwi's tegen. De vogel komt alleen
in Nieuw Zeeland voor en is daarom ook een nationaal symbool. De kiwi
is geen nationaal symbool geworden door zijn schoonheid. Eigenlijk is
het een echte "rare vogel"; de kiwi kan niet vliegen (bij
gebrek aan natuurlijke vijanden heeft de kiwi in de oertijd
het vliegen verleerd), heeft ook
geen vleugels, is half blind, borstelig, heeft en lange kromme snavel
met aan het uiteinde neusgaten en graaft zich bij het minste geluid
in met zijn scherpe poten. We zullen deze vreemde vogel tijdens onze
reis helaas niet in levende lijve tegenkomen. Behalve dat het een nachtvogel
is, worden ze met uitsterven bedreigd. |
Vroeger leefden er miljoenen kiwi's
op het Noorder- en het Zuidereiland. Tegenwoordig leven er nog maar 60.000
kiwi's en die leven met name op het Noordereiland. Door ontbossing wordt
de leefomgeving van de kiwi steeds kleiner, maar ook de 70 miljoen (!)
opossums die in Nieuw Zeeland leven zijn een ware plaag. De opossum eet
namelijk de eieren van de Kiwi. En ze zijn niet alleen een plaag voor
de Kiwi. Een opossum is een schattig zoogdiertje dat vroeger door de kolonisten
is geïntroduceerd voor zijn prachtige pels. Toen de opbrengst niet
meer opwoog tegen de gemaakte kosten, zijn de opossums vrijgelaten en
zijn de opossumboerderijen gesloten. De populatie opossums heeft zich
razendsnel uitgebreid en dit is ten koste gegaan van veel inheemse dieren
en planten. Langs de kant van de weg zien we regelmatig platgereden opossums
liggen. Er zullen maar weinig kiwi's (zo noemen de Nieuw Zeelanders zich)
zijn die remmen als er een opossum op de weg zit. Ze zullen eerder gas
geven en bijsturen om de opossum plat te rijden. Er wordt ook intensief
op opossum gejaagd en ze worden bestreden zoals ratten bij ons in Nederland
worden bestreden. We komen in het donker en in de
regen op de campground in het Waipoua Kauri Forest aan. Er is helemaal
niemand en we moeten onszelf "registreren". Dit betekent dat
we het kampeergeld in een envelop moeten doen en op de envelop moeten
schrijven wie we zijn, wat het kenteken van onze camper is en wanneer
we zijn aangekomen. We moeten nog een klein stukje verder
rijden en kunnen dan via een korte wandelroute naar de grootste kauribomen
lopen. Als we de parkeerplaats oprijden, zien we onze eerste Maorivrouw.
Later komen we erachter dat de meest Maori flink aan de maat zijn en ook
deze vrouw past nog maar net in haar auto. We betalen haar NZ$2 parkeergeld.
Ze vertelt dat er in het verleden veel werd ingebroken en dat zij nu deze
parkeerplaats bewaakt. Omdat het gisteren zo slecht weer was, heeft ze
de hele dag in haar auto op bezoekers zitten wachten. Wat er anders is
met vandaag is ons niet geheel duidelijk. De zon schijnt en ze zit nog
steeds/weer in haar auto op bezoekers te wachten. |
We wandelen over houten vlonders door het bos met boomvarens naar de 2.000 jaar oude Matua Ngahere, 'de vader van het woud'. Met zijn 30 meter hoogte en 5,5 meter doorsnede is deze boom de op één na hoogste boom van dit bos. De 1.200 jaar oude Tane Mahuta, de 'Heerser van het woud' is met 52 meter hoogte en 13 meter in omvang de grootste kauriboom in het land. Een andere boom met de naam '4 sisters', bestaat uit vier bomen die uit één stam groeien. .
|
Hoe groot is de boom, Leo? |
Het lijkt hier een beetje op Jurassic Park. Alleen de dinosaurussen ontbreken. Dachten we... maar we horen toch duidelijk oerkreten. Het blijken andere bezoekers aan het park te zijn en het zijn natuurlijk weer Nederlanders. Overal, maar dan ook overal kom je dit reislustige volk tegen. Of vallen ze misschien zo op omdat je ze overal bovenuit hoort schreeuwen? Na dit korte uitstapje rijden we
door naar Rawene. Hier blijkt de weg op te houden en kunnen we een klein
stukje overvaren met een ferry voor het belachelijke bedrag van NZ$24.
Dat vinden we te duur en we besluiten een stukje terug te rijden om langs
de oever van het meer naar de overkant te rijden. |