Print dit verslag
Verslag 107 - Dunedin

's Morgens vroeg rijden we naar het centrum van Dunedin en parkeren de camper bij het treinstation. Dunedin is in 1848 door Schotse kolonisten gesticht en zij gaven de stad de naam Dunedin, het Keltische woord voor Edinburgh. Een stukje Schotland aan het eind van de wereld zullen we maar zeggen.

We lopen naar The Octagon, een achthoekig plein en het centrum van de stad. De hoofdstraat loopt er dwars doorheen. We vinden een internetcafé en brengen daar een uurtje door en lopen vervolgens door de stad. Dunedin blijkt een leuke plaats te zijn en met name de grote hoeveelheid oude en mooie gebouwen is opvallend. Kenners schijnen te spreken over de best bewaarde stad in Victoriaanse bouwstijl ter wereld. In een boekenwinkel kopen we met 25% korting een Lonely Planet van Australië. Kunnen we ons alvast gaan voorbereiden.

Oude kerk in Dunedin
Oude kerk in Dunedin

Dunedin ligt aan het begin van Otago Peninsula, een smal schiereiland. Omdat er op het schiereiland nogal veel te zien zou zijn rijden we in de loop van de ochtend het schiereiland op. Er loopt slechts één smalle weg over het schiereiland en omdat deze Portobello Road zo'n 60 kilometer langs de kust slingert, vermaken we ons opperbest.

Na een uur bereiken we de uiterste punt van het schiereiland, Taiaroa Head. Deze plek is wel bijzonder omdat dit de enige plek ter wereld is waar een kolonie met Royal albatrossen op het vasteland nestelt. In het informatiecentrum lezen en zien we veel over deze enorme vogels met een vleugelwijdte van 3 tot 4 meter. Als een albatros circa 1 jaar oud is, laat hij zich hier van de rotspunt afvallen om vervolgens met veel vleugelgeklapper voor vier tot vijf jaar naar de zeeën rond Antarctica te verdwijnen. In die tijd komt hij niet aan land. Na deze periode komt hij terug naar de plaats waar hij geboren is om een echtgenoot te vinden. Die eerste landing op het vasteland schijnt overigens nogal spectaculair te zijn. Meestal wordt het een crashlanding waarbij hij over de kop slaat. Maar ook hier geldt: oefening baart kunst. Albatrossen leggen pas op 10-jarige leeftijd eieren en omdat het zo lang duurt voordat albatrossen zich kunnen voortplanten, worden de vogels bedreigd in hun voortbestaan. Vooral Japanse vissers richten veel schade aan omdat men daar met drijvende netten vist.
Vanaf een platform aan de rand van de klif, kijken we of we albatrossen voorbij kunnen zien vliegen. De wind is echter niet voldoende sterk en de albatrossen hebben met hun gewicht wel een stevig windje nodig om op te kunnen stijgen. Op dit moment dus geen albatros te zien. Misschien komen we aan het eind van de middag nog even terug.

Bij het plaatsje Portobello slaan we een zijweg in en rijden we naar de andere kant van het schiereiland. Aan het eind van de weg staat een grote schapenboederij waar ze bezig zijn schapen van hun warme jas te ontdoen. Nieuw Zeeland is een land met meer dan veertig miljoen schapen en van dit aantal staan rond deze boerderij zo'n duizend schapen op een scheerbeurt te wachten. De schapen worden door schapenhonden bijeen gedreven en de schuur in gejaagd.

Nu nog een warme jas
Nu nog een warme jas

Zo mak als een lammetje
Zo mak als een lammetje

De honden reageren op de fluitsignalen van de schapenboer, maar gaan niet erg zachtzinnig met de schapen om. Een aantal schapen wordt zelfs gebeten. Binnen worden de schapen in een rap tempo geschoren. Het schaap is, zodra het op de rug wordt gelegd, zo mak als een lammetje en de schapenscheerder heeft het schaap binnen enkele seconden van zijn jas ontdaan. Ook dit gaat niet erg zachtzinnig en sommige schapen lopen wondjes op, met name bij de oren. Als het schaap naakt is, drentelt het wat onwennig de wei in en zoekt troost bij zijn lotgenoten. Bij de boerderij klimmen we over een hek en lopen tussen de schapen door naar Allans Beach.

Roos loopt voorop. Ze begint plotseling woeste geluiden te maken en staat ineens achteraan. Ze stapte bijna op een flipper van een enorme slapende zeeleeuw. De zeeleeuw schrikt net zo hard, richt zich op en begint oorverdovend te blazen. Deze zeeleeuw is veel groter en gevaarlijker dan die lieve kleine zeehondjes die we hadden verwacht. Het gebrul van de zeeleeuw heeft ook een andere zeeleeuw (die we nog niet hadden gezien) wakker gemaakt. We kunnen heel dicht bij de zeeleeuwen komen voordat ze beginnen te blazen. Met de schrik in onze benen nemen we vanaf een afstandje foto's van deze bijzondere dieren.

Iets te dichtbij
Iets te dichtbij

Op het schiereiland leven ook geeloogpinguïns die de hele dag op zee naar voedsel zoeken. Net ná zonsondergang komen ze aan land en waggelen ze door de duinen naar hun holletjes toe om te gaan slapen. Als we aankomen bij het Yellow Eyed Penguin Conservation Reserve blijkt de toegang maar liefst NZ$27 per persoon te bedragen. Voor dit geld loop je door loopgraven die met netten zijn overspannen en daardoor ben je onzichtbaar voor de pinguïns. Leo vindt het entreebedrag echter te hoog en we besluiten niet naar binnen te gaan.

Wachten op de pinguïns
Wachten op de pinguïns

Gisteravond kregen we op de camping namelijk een tip van een Belgische jongen die vertelde dat er op Pilot Beach bij Taiaroa Head ook geeloogpinguïns aan land komen. Zij zijn gratis en voor niks te bezichtigen. We rijden dus weer terug naar het punt waar we eerder op de middag waren. Het is echter nog vroeg. Om 16.45 uur is het nog te licht voor de pinguïns. Om 17.30 uur wordt het een beetje schemerig en turen we het strand af. Het is inmiddels behoorlijk gaan waaien en koud geworden. Als het om 18.00 uur donker is, zijn we allebei bijna bevroren en hebben we nog steeds geen pinguïn gezien. Heel in de verte zien we wel Koningsalbatrossen over het water scheren. Teleurgesteld rijden we terug naar de camping.

Fotoserie 117
Achter de schermen
Volgende verslag