Verslag 107 - Dunedin |
's Morgens vroeg rijden we naar het
centrum van Dunedin en parkeren de camper bij het treinstation. Dunedin
is in 1848 door Schotse kolonisten gesticht en zij gaven de stad de naam
Dunedin, het Keltische woord voor Edinburgh. Een stukje Schotland aan
het eind van de wereld zullen we maar zeggen. |
|
Oude kerk in Dunedin |
|
Dunedin ligt aan het begin van Otago
Peninsula, een smal schiereiland. Omdat er op het schiereiland nogal
veel te zien zou zijn rijden we in de loop van de ochtend het schiereiland
op. Er loopt slechts één smalle weg over het schiereiland
en omdat deze Portobello Road zo'n 60 kilometer langs de kust slingert,
vermaken we ons opperbest. |
|
Bij het plaatsje Portobello slaan we een zijweg in en rijden we naar de andere kant van het schiereiland. Aan het eind van de weg staat een grote schapenboederij waar ze bezig zijn schapen van hun warme jas te ontdoen. Nieuw Zeeland is een land met meer dan veertig miljoen schapen en van dit aantal staan rond deze boerderij zo'n duizend schapen op een scheerbeurt te wachten. De schapen worden door schapenhonden bijeen gedreven en de schuur in gejaagd. |
Nu nog een warme jas |
Zo mak als een lammetje |
De honden reageren op de fluitsignalen van de schapenboer, maar gaan niet erg zachtzinnig met de schapen om. Een aantal schapen wordt zelfs gebeten. Binnen worden de schapen in een rap tempo geschoren. Het schaap is, zodra het op de rug wordt gelegd, zo mak als een lammetje en de schapenscheerder heeft het schaap binnen enkele seconden van zijn jas ontdaan. Ook dit gaat niet erg zachtzinnig en sommige schapen lopen wondjes op, met name bij de oren. Als het schaap naakt is, drentelt het wat onwennig de wei in en zoekt troost bij zijn lotgenoten. Bij de boerderij klimmen we over een hek en lopen tussen de schapen door naar Allans Beach. | |
Roos loopt voorop. Ze begint plotseling woeste geluiden te maken en staat ineens achteraan. Ze stapte bijna op een flipper van een enorme slapende zeeleeuw. De zeeleeuw schrikt net zo hard, richt zich op en begint oorverdovend te blazen. Deze zeeleeuw is veel groter en gevaarlijker dan die lieve kleine zeehondjes die we hadden verwacht. Het gebrul van de zeeleeuw heeft ook een andere zeeleeuw (die we nog niet hadden gezien) wakker gemaakt. We kunnen heel dicht bij de zeeleeuwen komen voordat ze beginnen te blazen. Met de schrik in onze benen nemen we vanaf een afstandje foto's van deze bijzondere dieren. |
Iets te dichtbij |
|
Op het schiereiland leven ook geeloogpinguïns
die de hele dag op zee naar voedsel zoeken. Net ná zonsondergang
komen ze aan land en waggelen ze door de duinen naar hun holletjes toe
om te gaan slapen. Als we aankomen bij het Yellow Eyed Penguin Conservation
Reserve blijkt de toegang maar liefst NZ$27 per persoon te bedragen. Voor
dit geld loop je door loopgraven die met netten zijn overspannen en daardoor
ben je onzichtbaar voor de pinguïns. Leo vindt het entreebedrag echter
te hoog en we besluiten niet naar binnen te gaan. |
||
Wachten op de pinguïns |
Gisteravond kregen we op de camping namelijk een tip van een Belgische jongen die vertelde dat er op Pilot Beach bij Taiaroa Head ook geeloogpinguïns aan land komen. Zij zijn gratis en voor niks te bezichtigen. We rijden dus weer terug naar het punt waar we eerder op de middag waren. Het is echter nog vroeg. Om 16.45 uur is het nog te licht voor de pinguïns. Om 17.30 uur wordt het een beetje schemerig en turen we het strand af. Het is inmiddels behoorlijk gaan waaien en koud geworden. Als het om 18.00 uur donker is, zijn we allebei bijna bevroren en hebben we nog steeds geen pinguïn gezien. Heel in de verte zien we wel Koningsalbatrossen over het water scheren. Teleurgesteld rijden we terug naar de camping. |