Verslag 24 - Royal Chitwan National Park |
Tourist coach naar Chitwan NP |
Om 6.00 uur staan we met volle bepakking te wachten voor
ons hotel. We hebben een all-inclusive arrangement geboekt naar het Royal
Chitwan National Park. Om 6.15 uur komt iemand ons ophalen. Hij is lopend
en vraagt ons met hem mee te lopen naar de taxistandplaats. Hij regelt
voor ons een fietsriksja. We nemen allebei plaats op de smalle bank en
nemen onze vier rugzakken op onze schoot. We hebben medelijden met de
riksjarijder. Met onze rugzakken zijn we een behoorlijke zware last voor
hem. Als de weg iets omhoog loopt, heeft hij moeite om de trappers rond
te bewegen. De man die ons kwam ophalen rent voor de fietsriksja uit.
Als Leo wil afstappen om te gaan lopen (dat gaat waarschijnlijk sneller)
wil de riksjarijder daar niets van weten. |
|
Als we bij de verzamelplaats aankomen, blijken er veel bussen klaar te
staan voor vertrek. Het is er een drukte van belang; toeristen zijn op
zoek naar hun bus, verkopers verkopen fruit en zoete broodjes en natuurlijk
zijn ook de bedelaars weer vroeg op vanochtend. Als de rugzakken op het
dak van de bus liggen, kunnen we plaats nemen. We hebben gelukkig redelijk
veel beenruimte. |
Als we aankomen in het Wildlife Camp genieten we eerst van de lunch en
een koude cola. Hierna hebben we even de tijd om te douchen voordat het
drukke programma gaat beginnen. We overnachten in kleine hutjes. De kamer
is schoon en is voorzien van een eigen douche en toilet en - gelukkig
- een ventilator aan het plafond. Aangezien in dit gebied malariamuggen
voorkomen, zijn we gisteren begonnen met het slikken van Paludrine. |
Ook hier weer bezig met de oogst |
|
De gids komt ons halen voor een wandeling door het Tharu-dorp. We zien de kleine lemen huisjes die door de Tharu van olifantengras (een soort riet) en natte klei worden gemaakt. Het resultaat is een waterdichte en tochtvrije muur die wel enkele week "bijgesmeerd" moet worden. Het olifantengras is overigens buiten het park bijna verdwenen. De plaatselijke bevolking wordt toegestaan gedurende één week in januari zoveel te maaien als zij kunnen meenemen. Het gras wordt dan voornamelijk gebruikt voor de huizen of er worden huishoudelijke artikelen van gemaakt. Ook hier zijn de Tharu-vrouwen weer druk bezig met de oogst. Opvallend is dat de voeten en de enkels van de vrouwen getatoeëerd zijn. Het lijkt net of zij kousen aan hebben. | ||
Vervolgens
bezoeken we de overheids-hatisar (stallen) nabij het visitor's Centre. Een
aantal olifanten is al klaar met hun werk. Ze worden behalve voor de toeristische
ritjes ook gebruik voor werk in de jungle. Als laatste voor vandaag bezoeken
we het visitor's centre. Hier geeft een tentoonstelling goede informatie
over de plaatselijke flora en fauna. We lezen dat het park in 1973 als eerste
tot beschermd gebied werd uitgeroepen om de steeds kleiner wordende populatie
tijgers en neushoorns te redden. Het park heeft een oppervlakte van 932
vierkante kilometer en heeft een grote verscheidenheid aan wild. In 1984
werd het park door de UNESCO uitgeroepen tot werelderfgoed. De faam die
Chitwan NP geniet is te danken aan twee exotische diersoorten die hier rondlopen:
de grote éénhoornige neushoorn en de Bengaalse tijger. |
||
Bij
de Rapti-rivier nemen we voor vandaag afscheid van onze gids. Zelf gaan
we nog even zitten op één van de terrasjes. We hebben een
formidabel uitzicht op het "strand" langs de rivier, de jungle
aan de overzijde van de rivier en de ondergaande zon. Met uitgeholde boomstammen
wordt er een soort veer onderhouden tussen de beide rivieroevers. Mensen
worden (vaak met fiets en al) in de gammele bootjes naar de overkant gevaren.
Na het diner kunnen we eindelijk uitrusten op onze kamer. We vallen al vroeg in een diepe slaap en dromen over olifanten. |
||
De volgende ochtend zitten we al om 6.30 uur fris gewassen aan het ontbijt.
Om 7.00 uur komt de gids ons halen voor een tocht van 2,5 uur op de rug
van een olifant. We gaan op zoek naar de éénhoornige neushoorn
en ander wild! |
Als we door een riviertje waden, zien we honderden kikkers en visjes wegschieten bij elke stap van Jumbo. De tocht gaat verder door een bos en we moeten takken en spinnenwebben met enorme grote spinnen ontwijken. Met onze voeten proberen we de takken zoveel mogelijk opzij te duwen. Dan komen we bij een veld aan waar het olifantengras meters hoog staat. Hier verspreiden de olifanten zich en we gaan nu echt op zoek naar de neushoorns. Het uitzicht vanaf de rug van de olifant is prachtig, maar het olifantengras biedt echt een goede bescherming voor het wild. We treffen nog steeds geen neushoorn aan. |
Het olifantengras staat meters hoog |
We
zijn al op de terugweg als één van de andere phanits een neushoorn
heeft gesignaleerd. Onze phanit besluit onze olifant dwars door het dichte
bos achter de neushoorn aan te drijven. We zien tussen de dichte begroeiing
vaag een neushoorn staan. De neushoorn besluit zich echter verder terug
te trekken in het dichte bos. De phanit vraagt ons of we er achteraan moeten
gaan. Natuurlijk!!!! Wat een stomme vraag zeg.... Maar dat hebben we geweten:
we komen vast te zitten in struiken en bomen met enorme stekels. Onze handen
en benen worden regelmatig geraakt. In de bomen hangen ook vruchten die
erge jeuk veroorzaken. Daar komen we pas achter als de phanit is geraakt
en erg zit te krabben. Regelmatig moeten we ons gezicht beschermen en de
vele spinnenwebben (met grote gekleurde giftige spinnen erin) ontwijken.
Gelukkig kunnen we nog een glimp opvangen van de neushoorn die even stil
blijft staan voordat hij definitief in het dichte bos verdwijnt. We herstellen
de schade, halen de stekels uit onze huid, vegen onze kleding af en halen
de insecten uit ons haar. Ja, je rijdt door een jungle of niet... Helaas zien we gedurende de verdere rit geen neushoorn meer. Na 2,5 uur stappen we van de olifant af. Met de landrover worden we teruggebracht naar het hotel voor een lekkere lunch. |
Uitgeholde boomstammen als boot |
Na de lunch gaat ons programma verder met een kanotocht en wandeling
door de jungle. In een uitgeholde boomstam varen we 45 minuten stroomafwaarts
over de rivier de Rapti. Met een stok wordt de boot soms weer in de goede
richting geduwd. Het bootje is overigens heel erg wankel. We hebben het
gevoel dat we ieder moment kunnen omslaan en besluiten zo min mogelijk
te bewegen. De krokodillen moeten vandaag maar op zoek naar andere lekkere
hapjes! |
|
Het eindpunt van
de kanotocht is het begin van onze wandeling door de jungle. 's Ochtends
heeft onze gids ons al geadviseerd om donkere kleding met lange mouwen te
dragen. Op deze manier schrikken we het wild het minste af. Het is echter
behoorlijk warm en klam en dus lopen we al snel te puffen en te zweten.
We hebben twee gidsen bij ons; één gids zal het wild voor
ons spotten (we zouden anders een aantal dingen over het hoofd hebben gezien)
en de andere gids zal onze veiligheid in het oog houden. Beide gidsen zijn
gewapend met een dikke bamboestok. Voordat we de jungle ingaan, krijgen we van onze gids uitgebreide instructies over het gedrag ten aanzien van wilde dieren (zacht praten, voorzichtig lopen en bij de gids blijven) en in het bijzonder over de ontwijktechnieken voor het geval we een boze neushoorn tegen zullen komen. Hij vertelt ons dat als we oog in oog komen te staan met een neushoorn, we weinig kans tot overleven hebben. Veel dodelijke ongelukken in het Chitwan Park worden veroorzaakt door de neushoorn. |
"Bruggen" in de jungle |
Een neushoorn kan op dertig meter afstand een stilstaand voorwerp namelijk niet onderscheiden. Als een neushoorn zich bedreigt voelt (en dat voelen ze zich al snel), zal hij voor de zekerheid in volle vaart afrennen op alles af wat beweegt. En ondanks hun gewicht en omvang zijn ze opmerkelijk vlug en lenig. Zij zijn in staat na een aanval snel te keren en een volgende aanval uit te voeren. De gids vertelt ons dat we bij een aanval van een neushoorn zigzaggend weg moeten rennen en een kledingstuk weg moeten gooien, in de hoop dat de neushoorn zich daar op richt.Al na enkele minuten lopen zien we een enorme krokodil in het water liggen. Enkele meters verderop ligt nog een andere soort aan de andere kant van een smal riviertje te zonnen. We kijken elkaar aan en realiseren ons dat als er krokodillen aan de andere kant van het water liggen, de kans groot is dat er aan deze kant ook enkele liggen. We besluiten nog wat dichter bij de gidsen te gaan lopen. In het park komen twee soorten krokodillen voor: de muggerkrokodil en de gaviaal. De laatste heeft een lange, smalle bek en is uiterst zeldzaam. We zien ze allebei. Tijdens de wandeltocht zien we behalve krokodillen ook hertjes, diverse
soorten apen, grote insecten en zelfs een slang. Als we even stilstaan
om een foto te maken, zien we op de grond kleine beestjes omhoog staan.
Voordat we beseffen dat dit bloedzuigers zijn zitten er al enkele op onze
schoenen. Gelukkig hebben we onze hoge bergschoenen aan. Eén van
de gidsen heeft minder geluk; hij loopt op zijn teenslippers en moet dan
ook een paar bloedzuigers van zijn enkels afhalen. We lopen enkele uren
door dichte begroeiing en zien regelmatig wilde dieren. Als we tussen
het hoge olifantengras lopen, maant de gids ons tot stoppen. Hij ruikt
een neushoorn en nu hij het zegt, ruiken wij het ook. Het lijkt het dikhuidenverblijf
in Blijdorp wel. We kijken elkaar aan en kijken in het rond waar we naar
toe kunnen vluchten als er inderdaad een neushoorn ons pad kruist. Na
enige minuten vergeefs zoeken naar een neushoorn, besluiten de gidsen
het op te geven en lopen we door. We kijken de eerste minuten regelmatig
achterom of we niet gevolgd worden... |
||
|
Na enkele uren wandelen staan we ineens voor de oversteekplaats van de rivier. Met behulp van een smal bootje worden we overgezet naar de overkant. Aan de overkant bieden we de gidsen een drankje aan en zien we nog net tussen de bewolking de zon ondergaan. Als het bijna donker is lopen we terug naar ons hotel en genieten we van een heerlijke koude douche. Als we even later aan het diner schuiven, barst er een hevige regenbui los gepaard gaande gaat met lichtflitsen en harde donderknallen. Direct valt de stroom uit. Met het gezellige licht van een kaarsje eten we onze Thali op. | |
Na het eten gaan we naar een zaaltje waar het Tharuvolk een traditionele stickdance zal opvoeren. Het is allemaal een beetje amateuristisch. Op het toneel verschijnen een twintigtal jongens. Onder begeleiding van een trommelaar dansen ze en staan ze stokken tegen elkaar. Na een half uurtje beginnen ze (gelukkig) aan de laatste dans . Als we buiten komen regent het niet meer. |
Tharu stickdance |
De volgende ochtend worden we al weer om 6.00 uur gewekt voor een birdwatch. In gezelschap van de gids, die een verrekijker en een dik boek bij zich heeft, wandelen we in het vroege ochtendlicht naar de rivier. Hij wijst onze op diverse vogels en laat in het boek een tekening van de vogel zien. Hij kan ons van alles wijs maken. Als we door een bos lopen, komen we een olifant tegen (natuurlijk met een drijver op zijn hoofd). Dit is toch wel een vreemde gewaarwording; Je loopt slaapdronken op een onmenselijke tijd in het bos en je komt een olifant tegen. De olifant wordt de rivier ingestuurd voor een lekker ochtendbad. | ||
|
Als we het allemaal wel gezien hebben, vraagt de gids of we misschien
een neushoorn willen zien. Ja natuurlijk willen we die zien. We versnellen
onze pas en zien op nog geen 50 meter afstand een neushoorn in de rivier
liggen. Alleen zijn oren en neus steken boven het water uit. Omdat de
neushoorn geen zweetklieren heeft, brengt de neushoorn veel tijd badend
aan rivieroevers door en bedekt zijn huid met modder tegen de inwerking
van de zon en parasieten. |
|
Na
een frisse douche en een ontbijt is het tijd om Chitwan NP te verlaten.
Om 9.30 uur worden we met de landrover van het hotel afgezet bij het busstation
in Sauhara. Er staan enkele bussen te wachten waaronder een hele mooie en
een hele oude. Ja, je raad het al... Wij gaan met de hele oude bus naar
Pokhara. De bus blijkt een locale bus te zijn. Dit betekent dat er onderweg
vaak gestopt wordt om locale bevolking in en uit te laten stappen. De rit
naar Pokhara duurt dan ook aanzienlijk langer dan met een toeristenbus.
Aan het eind van de middag komen we in Pokhara aan. Na heftige onderhandelingen met diverse taxichauffeurs, waarbij we regelmatig weglopen, vinden we uiteindelijk een taxi die ons voor een goede prijs naar Hotel Silent Peak wil brengen. Wij kennen dit hotel omdat we er vorig jaar tijdens onze India/Nepal reis ook al verbleven. Er zijn waarschijnlijk wel goedkopere hotels te vinden in Pokhara (wij betalen $8 per nacht), maar van Silent Peak weten we wat we kunnen verwachten; een mooie, ruime kamer, een badkamer met een bad, heel de dag warm water, rustig gelegen, goed eten en hele aardige mensen. We worden gastvrij ontvangen door de manager en zijn vrouw. We krijgen een welkomstdrankje en we krijgen een mooie kamer. |