Print dit verslag
Verslag 24 - Royal Chitwan National Park
Tourist coach naar Chitwan NP
Tourist coach naar Chitwan NP


Om 6.00 uur staan we met volle bepakking te wachten voor ons hotel. We hebben een all-inclusive arrangement geboekt naar het Royal Chitwan National Park. Om 6.15 uur komt iemand ons ophalen. Hij is lopend en vraagt ons met hem mee te lopen naar de taxistandplaats. Hij regelt voor ons een fietsriksja. We nemen allebei plaats op de smalle bank en nemen onze vier rugzakken op onze schoot. We hebben medelijden met de riksjarijder. Met onze rugzakken zijn we een behoorlijke zware last voor hem. Als de weg iets omhoog loopt, heeft hij moeite om de trappers rond te bewegen. De man die ons kwam ophalen rent voor de fietsriksja uit. Als Leo wil afstappen om te gaan lopen (dat gaat waarschijnlijk sneller) wil de riksjarijder daar niets van weten.

Als we bij de verzamelplaats aankomen, blijken er veel bussen klaar te staan voor vertrek. Het is er een drukte van belang; toeristen zijn op zoek naar hun bus, verkopers verkopen fruit en zoete broodjes en natuurlijk zijn ook de bedelaars weer vroeg op vanochtend. Als de rugzakken op het dak van de bus liggen, kunnen we plaats nemen. We hebben gelukkig redelijk veel beenruimte.
Als rond 7.00 uur de bus vertrekt, blijken er maar 12 toeristen in de bus te zitten. Dit doet ons het ergste vrezen. Als een bus namelijk niet vol zit, zal de chauffeur onderweg zoveel mogelijk mensen willen meenemen om toch nog wat extra geld te verdienen. Gelukkig blijkt onze vrees echter ongegrond en wordt er onderweg geen locale bevolking meegenomen. Het kost enige tijd om Kathmandu te verlaten, zeker omdat de chauffeur en zijn hulpje nog boodschappen moeten doen; We stoppen voor een krantje, enkele meters verder voor wat fruit en een laatste maal om nog wat dozen mee te nemen.

De reis voert over bergwegen en we hebben het grootste deel van de tijd een mooi uitzicht op de Trisuli-rivier. Regelmatig stopt de bus bij een politie- en/of tolpost en rond het middaguur stoppen we voor een lunch. Na de lunch komen we in een file te staan. Als we na een half uur langzaam verder kunnen rijden, zien we op de smalle bergweg een vrachtwagen op zijn kant liggen.
Om 13.30 uur komen we aan in Sauraha, een klein dorpje langs de rivier met een landelijk karakter aan de rand van het Chitwan NP. Sauraha is overigens het dorpje om te verblijven als je het park wil bezoeken, maar geen 150 dollar per nacht wil betalen voor accommodatie in het park.
We zijn nu aangekomen in het tropische laagland van Nepal, de Terai. De Terai is een vlakke, laaggelegen strook aan de zuidelijke grens van Nepal. Deze streek beslaat minder dan 20% van Nepal, maar bezit de helft van het bebouwbare land, voorziet in 60% van de graanproductie en is de verblijfplaats van de helft van de bevolking. Deze streek is nergens breder dan 48 kilometer en heeft een gemiddelde hoogte van 150 meter boven zeeniveau.
Bij het busstation staat er al een gids van ons hotel met een landrover te wachten. Er worden wat matrassen en rioolbuizen op de landrovers geladen en onze rugzakken gaan ook achterin. Wij mogen voorin naast de chauffeur plaatsnemen. Het is in deze regio een stuk warmer dan in Kathmandu. Het water gutst uit onze lijven.

Als we aankomen in het Wildlife Camp genieten we eerst van de lunch en een koude cola. Hierna hebben we even de tijd om te douchen voordat het drukke programma gaat beginnen. We overnachten in kleine hutjes. De kamer is schoon en is voorzien van een eigen douche en toilet en - gelukkig - een ventilator aan het plafond. Aangezien in dit gebied malariamuggen voorkomen, zijn we gisteren begonnen met het slikken van Paludrine.
Tot aan de jaren vijftig was dit gebied onderontwikkeld en geïsoleerd door een hevige vorm van malaria. De enige permanente bewoners waren de Tharu, die over een natuurlijke immuniteit voor malaria beschikten. Andere Nepalezen vermeden deze streek tijdens het malariaseizoen. Men wist toen niet dat malaria werd overgebracht door muggen. Men vermoedde dat de ziekte ontstond door giftige dampen die opstegen uit stilstaand water.

Ook hier weer bezig met de oogst
Ook hier weer bezig met de oogst
De gids komt ons halen voor een wandeling door het Tharu-dorp. We zien de kleine lemen huisjes die door de Tharu van olifantengras (een soort riet) en natte klei worden gemaakt. Het resultaat is een waterdichte en tochtvrije muur die wel enkele week "bijgesmeerd" moet worden. Het olifantengras is overigens buiten het park bijna verdwenen. De plaatselijke bevolking wordt toegestaan gedurende één week in januari zoveel te maaien als zij kunnen meenemen. Het gras wordt dan voornamelijk gebruikt voor de huizen of er worden huishoudelijke artikelen van gemaakt. Ook hier zijn de Tharu-vrouwen weer druk bezig met de oogst. Opvallend is dat de voeten en de enkels van de vrouwen getatoeëerd zijn. Het lijkt net of zij kousen aan hebben.
De olifantenstal in SauharaDe olifantenstal in Sauhara

Vervolgens bezoeken we de overheids-hatisar (stallen) nabij het visitor's Centre. Een aantal olifanten is al klaar met hun werk. Ze worden behalve voor de toeristische ritjes ook gebruik voor werk in de jungle. Als laatste voor vandaag bezoeken we het visitor's centre. Hier geeft een tentoonstelling goede informatie over de plaatselijke flora en fauna. We lezen dat het park in 1973 als eerste tot beschermd gebied werd uitgeroepen om de steeds kleiner wordende populatie tijgers en neushoorns te redden. Het park heeft een oppervlakte van 932 vierkante kilometer en heeft een grote verscheidenheid aan wild. In 1984 werd het park door de UNESCO uitgeroepen tot werelderfgoed. De faam die Chitwan NP geniet is te danken aan twee exotische diersoorten die hier rondlopen: de grote éénhoornige neushoorn en de Bengaalse tijger.

Bij de Rapti-rivier nemen we voor vandaag afscheid van onze gids. Zelf gaan we nog even zitten op één van de terrasjes. We hebben een formidabel uitzicht op het "strand" langs de rivier, de jungle aan de overzijde van de rivier en de ondergaande zon. Met uitgeholde boomstammen wordt er een soort veer onderhouden tussen de beide rivieroevers. Mensen worden (vaak met fiets en al) in de gammele bootjes naar de overkant gevaren.
Na het diner kunnen we eindelijk uitrusten op onze kamer. We vallen al vroeg in een diepe slaap en dromen over olifanten.

De volgende ochtend zitten we al om 6.30 uur fris gewassen aan het ontbijt. Om 7.00 uur komt de gids ons halen voor een tocht van 2,5 uur op de rug van een olifant. We gaan op zoek naar de éénhoornige neushoorn en ander wild!
Vlakbij het hotel staat Jumbo al op ons te wachten. Via een soort vliegtuigtrap klimmen we in het bakje op de rug van de olifant. We krijgen gezelschap van een praatzieke Nepalees die hier ook op vakantie is. De phanit (chauffeur van de olifant) zit voor het bakje en achter de oren van de olifant. Hij houdt de olifant in beweging door hem met zijn voeten constant achter de oren te stoten.
De hoogte van de olifant plus het feit dat olifanten door andere dieren worden gerespecteerd, zorgt ervoor dat dit dé manier is om wilde dieren te spotten.
De olifant loopt dwars door het dorp in de richting van de jungle. Onderweg sluiten er steeds meer olifanten met toeristen aan en al snel vormen we een leuke stoet. De phanits moeten bij een kantoortje nog enkele papieren regelen en stappen van de olifant af. Onze olifant geniet van dat moment en besluit aan de wandel te gaan. Hij wordt gelukkig al snel gestopt door een andere phanit. Dat vindt onze olifant niet leuk. Uit verveling begint hij zand en hooi over zijn rug en in onze gezichten te gooien.
Hobbelend en bobbelend gaan we vervolgens het park in. Je hebt een mooi uitzicht op deze hoogte en het voordeel is dat dieren denken dat er alleen een olifant aan komt en dus niet zo snel vluchten. Op deze manier zien we veel vlinders en vogels. Helaas kunnen we nog geen neushoorns ontdekken. Maar Jumbo doet zijn best!

Als we door een riviertje waden, zien we honderden kikkers en visjes wegschieten bij elke stap van Jumbo. De tocht gaat verder door een bos en we moeten takken en spinnenwebben met enorme grote spinnen ontwijken. Met onze voeten proberen we de takken zoveel mogelijk opzij te duwen. Dan komen we bij een veld aan waar het olifantengras meters hoog staat. Hier verspreiden de olifanten zich en we gaan nu echt op zoek naar de neushoorns. Het uitzicht vanaf de rug van de olifant is prachtig, maar het olifantengras biedt echt een goede bescherming voor het wild. We treffen nog steeds geen neushoorn aan.
Het olifantengras staat meters hoog
Het olifantengras staat meters hoog
We zijn al op de terugweg als één van de andere phanits een neushoorn heeft gesignaleerd. Onze phanit besluit onze olifant dwars door het dichte bos achter de neushoorn aan te drijven. We zien tussen de dichte begroeiing vaag een neushoorn staan. De neushoorn besluit zich echter verder terug te trekken in het dichte bos. De phanit vraagt ons of we er achteraan moeten gaan. Natuurlijk!!!! Wat een stomme vraag zeg.... Maar dat hebben we geweten: we komen vast te zitten in struiken en bomen met enorme stekels. Onze handen en benen worden regelmatig geraakt. In de bomen hangen ook vruchten die erge jeuk veroorzaken. Daar komen we pas achter als de phanit is geraakt en erg zit te krabben. Regelmatig moeten we ons gezicht beschermen en de vele spinnenwebben (met grote gekleurde giftige spinnen erin) ontwijken. Gelukkig kunnen we nog een glimp opvangen van de neushoorn die even stil blijft staan voordat hij definitief in het dichte bos verdwijnt. We herstellen de schade, halen de stekels uit onze huid, vegen onze kleding af en halen de insecten uit ons haar. Ja, je rijdt door een jungle of niet...
Helaas zien we gedurende de verdere rit geen neushoorn meer. Na 2,5 uur stappen we van de olifant af. Met de landrover worden we teruggebracht naar het hotel voor een lekkere lunch.
Uitgeholde boomstammen als boot
Uitgeholde boomstammen als boot

Na de lunch gaat ons programma verder met een kanotocht en wandeling door de jungle. In een uitgeholde boomstam varen we 45 minuten stroomafwaarts over de rivier de Rapti. Met een stok wordt de boot soms weer in de goede richting geduwd. Het bootje is overigens heel erg wankel. We hebben het gevoel dat we ieder moment kunnen omslaan en besluiten zo min mogelijk te bewegen. De krokodillen moeten vandaag maar op zoek naar andere lekkere hapjes!
Het water in de rivier lijkt rustig voort te kabbelen maar regelmatig zien we draaikolken en opborrelend water. Langs de kant zijn kleine kinderen aan het zwemmen. Ze zouden toch wel weten dat er hier krokodillen zwemmen? We zien veel vogels en één enkel klein krokodilletje die lekker op een zandbank ligt te zonnen.

Het eindpunt van de kanotocht is het begin van onze wandeling door de jungle. 's Ochtends heeft onze gids ons al geadviseerd om donkere kleding met lange mouwen te dragen. Op deze manier schrikken we het wild het minste af. Het is echter behoorlijk warm en klam en dus lopen we al snel te puffen en te zweten. We hebben twee gidsen bij ons; één gids zal het wild voor ons spotten (we zouden anders een aantal dingen over het hoofd hebben gezien) en de andere gids zal onze veiligheid in het oog houden. Beide gidsen zijn gewapend met een dikke bamboestok.
Voordat we de jungle ingaan, krijgen we van onze gids uitgebreide instructies over het gedrag ten aanzien van wilde dieren (zacht praten, voorzichtig lopen en bij de gids blijven) en in het bijzonder over de ontwijktechnieken voor het geval we een boze neushoorn tegen zullen komen. Hij vertelt ons dat als we oog in oog komen te staan met een neushoorn, we weinig kans tot overleven hebben. Veel dodelijke ongelukken in het Chitwan Park worden veroorzaakt door de neushoorn.
"Bruggen" in de jungle
"Bruggen" in de jungle

Een neushoorn kan op dertig meter afstand een stilstaand voorwerp namelijk niet onderscheiden. Als een neushoorn zich bedreigt voelt (en dat voelen ze zich al snel), zal hij voor de zekerheid in volle vaart afrennen op alles af wat beweegt. En ondanks hun gewicht en omvang zijn ze opmerkelijk vlug en lenig. Zij zijn in staat na een aanval snel te keren en een volgende aanval uit te voeren. De gids vertelt ons dat we bij een aanval van een neushoorn zigzaggend weg moeten rennen en een kledingstuk weg moeten gooien, in de hoop dat de neushoorn zich daar op richt.Al na enkele minuten lopen zien we een enorme krokodil in het water liggen. Enkele meters verderop ligt nog een andere soort aan de andere kant van een smal riviertje te zonnen. We kijken elkaar aan en realiseren ons dat als er krokodillen aan de andere kant van het water liggen, de kans groot is dat er aan deze kant ook enkele liggen. We besluiten nog wat dichter bij de gidsen te gaan lopen. In het park komen twee soorten krokodillen voor: de muggerkrokodil en de gaviaal. De laatste heeft een lange, smalle bek en is uiterst zeldzaam. We zien ze allebei.

Tijdens de wandeltocht zien we behalve krokodillen ook hertjes, diverse soorten apen, grote insecten en zelfs een slang. Als we even stilstaan om een foto te maken, zien we op de grond kleine beestjes omhoog staan. Voordat we beseffen dat dit bloedzuigers zijn zitten er al enkele op onze schoenen. Gelukkig hebben we onze hoge bergschoenen aan. Eén van de gidsen heeft minder geluk; hij loopt op zijn teenslippers en moet dan ook een paar bloedzuigers van zijn enkels afhalen. We lopen enkele uren door dichte begroeiing en zien regelmatig wilde dieren. Als we tussen het hoge olifantengras lopen, maant de gids ons tot stoppen. Hij ruikt een neushoorn en nu hij het zegt, ruiken wij het ook. Het lijkt het dikhuidenverblijf in Blijdorp wel. We kijken elkaar aan en kijken in het rond waar we naar toe kunnen vluchten als er inderdaad een neushoorn ons pad kruist. Na enige minuten vergeefs zoeken naar een neushoorn, besluiten de gidsen het op te geven en lopen we door. We kijken de eerste minuten regelmatig achterom of we niet gevolgd worden...

Zonsondergang aan de Rapti
Zonsondergang aan de Rapti

Na enkele uren wandelen staan we ineens voor de oversteekplaats van de rivier. Met behulp van een smal bootje worden we overgezet naar de overkant. Aan de overkant bieden we de gidsen een drankje aan en zien we nog net tussen de bewolking de zon ondergaan. Als het bijna donker is lopen we terug naar ons hotel en genieten we van een heerlijke koude douche. Als we even later aan het diner schuiven, barst er een hevige regenbui los gepaard gaande gaat met lichtflitsen en harde donderknallen. Direct valt de stroom uit. Met het gezellige licht van een kaarsje eten we onze Thali op.
Na het eten gaan we naar een zaaltje waar het Tharuvolk een traditionele stickdance zal opvoeren. Het is allemaal een beetje amateuristisch. Op het toneel verschijnen een twintigtal jongens. Onder begeleiding van een trommelaar dansen ze en staan ze stokken tegen elkaar. Na een half uurtje beginnen ze (gelukkig) aan de laatste dans . Als we buiten komen regent het niet meer.
Tharu stickdance
Tharu stickdance
De volgende ochtend worden we al weer om 6.00 uur gewekt voor een birdwatch. In gezelschap van de gids, die een verrekijker en een dik boek bij zich heeft, wandelen we in het vroege ochtendlicht naar de rivier. Hij wijst onze op diverse vogels en laat in het boek een tekening van de vogel zien. Hij kan ons van alles wijs maken. Als we door een bos lopen, komen we een olifant tegen (natuurlijk met een drijver op zijn hoofd). Dit is toch wel een vreemde gewaarwording; Je loopt slaapdronken op een onmenselijke tijd in het bos en je komt een olifant tegen. De olifant wordt de rivier ingestuurd voor een lekker ochtendbad.

Neushoorn op 50 meter afstand
Neushoorn op 50 meter afstand

Als we het allemaal wel gezien hebben, vraagt de gids of we misschien een neushoorn willen zien. Ja natuurlijk willen we die zien. We versnellen onze pas en zien op nog geen 50 meter afstand een neushoorn in de rivier liggen. Alleen zijn oren en neus steken boven het water uit. Omdat de neushoorn geen zweetklieren heeft, brengt de neushoorn veel tijd badend aan rivieroevers door en bedekt zijn huid met modder tegen de inwerking van de zon en parasieten.
Met de waarschuwing van gisteren nog in ons hoofd vragen we aan de gids of het geen kwaad kan dat we zo dichtbij staan. Hij zegt dat de neushoorn ons op deze afstand waarschijnlijk niet kan zien. Wij horen met nadruk het woordje waarschijnlijk. Wat als hij ons wel ziet?
Als de neushoorn inderdaad aanstalten maakt om het water uit te komen, schieten we snel een paar foto's en doen een paar passen achteruit. Hebben we toch nog foto's van een in het wild levende neushoorn.

Na een frisse douche en een ontbijt is het tijd om Chitwan NP te verlaten. Om 9.30 uur worden we met de landrover van het hotel afgezet bij het busstation in Sauhara. Er staan enkele bussen te wachten waaronder een hele mooie en een hele oude. Ja, je raad het al... Wij gaan met de hele oude bus naar Pokhara. De bus blijkt een locale bus te zijn. Dit betekent dat er onderweg vaak gestopt wordt om locale bevolking in en uit te laten stappen. De rit naar Pokhara duurt dan ook aanzienlijk langer dan met een toeristenbus.
Aan het eind van de middag komen we in Pokhara aan. Na heftige onderhandelingen met diverse taxichauffeurs, waarbij we regelmatig weglopen, vinden we uiteindelijk een taxi die ons voor een goede prijs naar Hotel Silent Peak wil brengen. Wij kennen dit hotel omdat we er vorig jaar tijdens onze India/Nepal reis ook al verbleven. Er zijn waarschijnlijk wel goedkopere hotels te vinden in Pokhara (wij betalen $8 per nacht), maar van Silent Peak weten we wat we kunnen verwachten; een mooie, ruime kamer, een badkamer met een bad, heel de dag warm water, rustig gelegen, goed eten en hele aardige mensen.
We worden gastvrij ontvangen door de manager en zijn vrouw. We krijgen een welkomstdrankje en we krijgen een mooie kamer.
Fotoserie 29

Terug naar laatste nieuws
Volgende verslag