Print dit verslag
Verslag 22 - Kathmandu
De Kathmandu-vallei
De Kathmandu-vallei

Als alle douaneformaliteiten zijn afgerond kunnen we lopend de grens tussen Tibet (China) en Nepal passeren. Vanaf Lhasa tot aan Kathmandu hebben we exact 1.261 km afgelegd.
Niet alleen de natuur is in Nepal heel anders dan in Tibet, maar we stappen direct ook een andere cultuur binnen. De Hindoestaanse muziek knalt uit de luidsprekers, de vrouwen lopen in kleurige sari's en de mannen proberen ons direct de winkels in te praten. Namaste Nepal!

Het valt ons direct op dat men in Nepal - net als in Engeland - aan de linkerkant van de weg rijdt. Tenminste zo zou het moeten zijn. Het verkeer in Nepal rijdt namelijk aan die kant van de weg waar (men denkt dat) er het meeste plaats is.
We dalen verder de berg af, de Kathmandu Vallei in. De vallei meet 24 x 19 kilometer (oost-west, noord-zuid) en er bevinden zich hier duizenden monumenten, tempels, stoepa's en paleizen, waarvan er zeven door de UNESCO zijn uitgeroepen tot wereldmonument.


De Kathmandu Vallei heeft zeer vruchtbare grond en daarom zien we hier tal van rijst- en graanvelden, maar ook sinaasappel- en bananenplantages. Het is een groen ovaal gebied aan de voet van de hoogste bergen ter wereld. We rijden langs een snelstromende beek met uitzicht op dichtbegroeide berghellingen. Een verademing na de woeste, kale hoogvlakte van Tibet. De mensen zijn hier druk bezig om de oogst binnen te halen. Het land wordt hier voor het grootste deel nog op traditionele wijze bewerkt.
We arriveren in Nepal en gelijk vallen we met onze neus in de boter. Het meerdaagse Dasain-festival, het belangrijkste feest van de hindoes, is namelijk aan de gang. In de dorpjes die we passeren wordt elk voertuig behangen met slingers van goudsbloemen en de voorbumper wordt ingesmeerd met het bloed van een ritueel geslachte kip of geit om de veiligheid gedurende het komende jaar te garanderen. Voor de auto's zijn offerplaatsen ingericht en er branden kaarsjes. Iedereen draagt een hagelnieuwe tika (stip op het voorhoofd) en iedere tempel, steen en ieder afgodsbeeld is bedekt met rood poeder en goudsbloemen. Verder zien we koppels eenden over de weg waggelen, koppige geiten door de straten trekken en heilige koeien die zich niets aantrekken van het drukke verkeer.

Om 14.00 uur komen we aan bij het Hotel Ganesh Himal in Kathmandu. Kathmandu is de hoofdstad van het koninkrijk Nepal en we weten nog wel van vorig jaar (tijdens onze Noord-India/Nepal reis) dat dit een fascinerende stad is, waar je overal stoepa's, tempels, pagodes en andere heiligdommen vindt. Wat echter nu opvalt, is dat het redelijk stil is in de straten. In verband met het festival zijn veel winkels gesloten.
In Hotel Ganesh Himal verbleven wij ruim anderhalf geleden ook al. Bij binnenkomst is onze eerste reactie dat ze het hotel verbouwd hebben. De ingang en de receptie zijn verplaatst. Als we echter de tuin inlopen zien we aan de andere kant van de tuin het "oude" hotel staan. Ze hebben binnen een paar maanden dus een heel nieuw hotel gebouwd aan de andere kant van de tuin. Het "oude" hotel wordt momenteel gerenoveerd.
Als we onze rugzakken naar onze kamer hebben gebracht en een heerlijke douche hebben genomen (heerlijk om je na drie dagen vuil vergaren en afzien weer eens te douchen!), besluiten we direct Kathmandu te gaan (her)ontdekken. Het hotel ligt lekker centraal, enkele minuten lopen van het Durbar Square en de toeristenwijk Thamel.
Wij verblijven uiteindelijk van donderdag 25 oktober tot zaterdag 3 november 2001 in Kathmandu. We doen een aantal dagen lekker rustig aan. Op zondag 28 oktober nemen we afscheid van onze reisgenoten. Dennis, onze reisleider, blijft nog tot en met 31 oktober 2001. De dagen tot aan zijn vertrek eten we elke avond met hem en delen we nog een taxi voor een bezoek aan de koningstad Bhaktapur en het oude dorpje Kirtipur.
Vanaf 1 november zijn we (eindelijk) op ons zelf aangewezen. Er is geen reis, ticket of hotel meer geboekt en/of gepland. We kunnen alles zelf bepalen: wanneer, hoe en of we doorreizen naar de volgende bestemming. Lekker zelf het programma indelen, uitslapen en op ons gemak genieten van de nieuwe bestemmingen.
Gedurende onze dagen in Kathmandu bezoeken we de meest interessantste en belangrijkste bezienswaardigheden:

Durbar Square
De naam Kathmandu is afgeleid van Kasthamandap, het Nepalese woord voor houten huis. Kasthamandap is de naam van een tempel op het centrale plein van de stad, Durbar Square. Men zegt dat deze tempel is opgebouwd uit het hout van de stam van één boom. Verder is "Durbar" een Nepalees woord, dat paleis betekent. Aan dit plein staan veel oude gebouwen zoals tempels en het oude koninklijke paleis Hanuman Dhoka. Verder is op het plein het fraai gesneden houten huis van de Kumari (de levende godin.) te vinden.

Als we het Durbar Square op willen lopen, worden we tegengehouden door een politieman. Hij wijst op een bord waarop staat dat toeristen 200 rupees moeten betalen om het plein te mogen betreden. Wat is dit? Is dit nieuw? Ja dus, bij alle bezienswaardigheden in Kathmandu wordt sinds dit jaar entreegeld geheven. Wij weten de politieman te overtuigen dat we het plein alleen maar over willen steken (op weg naar Freak Street) en mogen zonder te betalen doorlopen.

 

Durbar Square
Durbar Square
Lange wachtrijen voor Taleju Mandir
Lange wachtrijen voor Taleju Mandir

We proberen ons door de mensenmassa heen te wurmen. Er staan twee lange rijen met mensen op het plein. Een rij staat te wachten voor de Taleju Mandir. Deze tempel is normaal alleen toegankelijk voor hogepriesters, de koninklijke familie en de Kumari, de enige levende godin op aarde. Tijdens het Dasain-festival wordt de tempel echter ook opengesteld voor hindoes. Wij mogen er helaas niet in, maar de hindoes zijn in grote getale toegestroomd.
Verder staat er voor het huis van de Kumari (Kumari Chhen) een lange rij mensen. Ze willen allemaal op audiëntie bij de Kumari. Toeristen worden niet bij de Kumari toegelaten, maar we mogen wel het binnenplein van het huis betreden. We lopen de rij voorbij en gaan het huis van de levende godin binnen.


Ongeveer drie maanden geleden is er een nieuwe Kumari gekozen. Ze is momenteel 6 jaar oud. Normaal houdt de Kumari haar functie tot zij bloedt. Een wisselende tand of een wondje kan tot gevolg hebben dat zij wordt afgezet, maar doorgaans gebeurt dat pas bij de eerste menstruatie. Volgens een man die wij in het huis spraken, is de oude Kumari echter afgezet nadat de hele koninklijke familie werd vermoord. Als zij zou aanblijven, zou dit ongeluk brengen.
Vijf hogepriesters hebben de nieuwe Kumari onder jonge meisjes van de Newar Saky kaste gezocht. Zij wordt geacht te beschikken over de battis lakshin, de '32 schoonheden', die worden beschreven als: met de dijen van een hert, borst van een leeuw, nek gelijkend op een conch-schelp, wimpers van een koe, en een stem zo zacht en helder als die van een eend.
Er wordt een meisje uitgekozen, waarna haar horoscoop wordt getrokken om er zeker van te zijn dat die niet botst met die van de koning. De laatste test vindt plaats bij de ceremoniële initiatie, die wordt gehouden op de achtste dag van het Dasain-festival. Rond middernacht worden meer dan honderd buffels en geiten geslacht en de afgehouwen koppen worden, met kaarsen tussen de hoorns, in een rij op de grond geplaatst. Het meisje, ten tijde van de inwijding vaak niet ouder dan drie jaar, moet bij het zien hiervan kalm blijven, de binnenplaats overlopen en de schrijn van de godin binnen te gaan. Zij wordt naar de bovenverdieping gebracht voor een geheim ritueel waarbij zij wordt gezuiverd van alle voorgaande ervaringen, waarna de godin haar lichaam overneemt. Begeleiders kleden haar in een rood gewaad, behangen haar met sieraden en schilderen een derde oog op haar voorhoofd.
Vervolgens loopt zij over een wit kleed - de voeten van de Kumari mogen de grond nooit raken - naar haar verblijfplaats in Kumari Chhen.
Iedere dag schilderen bedienden zwarte lijnen boven haar ogen een derde oog op haar voorhoofd.
De oude Kumari is weer herenigd met haar familie, die ze nauwelijks kent. Dit moet een drastische ommezwaai zijn voor een meisje dat tot voor kort gewend was als een godin behandeld te worden en zelfs door de koning werd vereerd. Men zal proberen haar uit te huwelijken, maar daar slagen de ouders meestal niet in, omdat er wordt beweerd dat de man van de ex-Kumari van Kathmandu gedoemd is jong te sterven. Zij brengt gewoonlijk de rest van haar leven teruggetrokken door, gesteund door een kleine bijdrage van het rijk en de herinneringen aan een glorie rijke jeugd.

Toen wij vorig jaar op het binnenplein van het huis stonden, verscheen de Kumari voor een raam op de eerste verdieping. Vandaag hebben we minder geluk omdat het Dasain-festival in alle hevigheid gevierd wordt. Ze heeft het te druk met de audiënties. Op de foto rechts (vorig jaar genomen) wordt de (oude) Kumari tijdens een festival op een draagstoel door de stad gedragen.

De ex-Kumari
De ex-Kumari

De ogen van de Boudhanath Stupa

Boudhanath Stupa

De stupa van Boudhanath staat zeven kilometer ten oosten van het centrum van Kathmandu. Deze stupa is ongeveer 500 jaar oud en oefent grote aantrekkingskracht uit op pelgrims en vluchtelingen uit Tibet. De Boudhanath Stupa is dan ook één van de belangrijkste religieuze plekken in Nepal en het is ook één van de grootste boeddhistische stupa's ter wereld.
De stupa ligt op een mooi plein en wordt omgeven door een cirkelvormig dorpje, waarin vluchtelingen uit Tibet (voornamelijk priesters) een toevlucht hebben gevonden. Het gebied noemt men hier ook wel "little Tibet". De meeste van deze Tibetanen voorzien in hun levensonderhoud door het verkopen van souvenirs aan toeristen. Verder verkopen ze er tsampa, boter, thee en gebedskralen.

De enorme witte koepel heeft een diameter van meer dan 100 meter en is 36 meter hoog. De grote koepel wordt regelmatig gewit en daarna met emmers saffraankleurige verfstof overgoten, zodat de koepel op een lotusbloem lijkt. Op de koepel staat een vierkante toren en op alle zijden van deze toren zijn de ogen van boeddha geschilderd. De stupa is versierd met honderden kleurrijke gebedsvlaggetjes. In de muur die zich om de stupa bevindt, zijn tientallen gebedsmolens ingebouwd. Tibetanen lopen met de klok mee om de stupa heen en brengen de molens in bewegingen. Ondertussen mompelen ze gebeden.
Aan de linkerzijde van het plein is een Tibetaans klooster. Aan de linkerzijde van de ingang staat in een aparte ruimte een enorme gebedsmolen van een paar meter hoog.

In tegenstelling tot vorig jaar, moeten we ook hier weer entreegeld betalen. Voor rupees mogen we het plein betreden. We lopen een rondje over het plein en beklimmen de stupa. We lopen een rondje rond de stupa en zien de pelgrims die eveneens hun rondjes rond de stupa lopen. We besluiten het tafereel vanaf een dakterras van een restaurant onder het genot van een lekker koude cola verder te aanschouwen.


Zicht op de burning ghats. Kinderen zoeken in het water naar muntjes

Pashupatinath

Met een brommerriksja laten we ons vanaf het hotel naar de Pashupatinath tempel brengen. De tempel bevindt zich in de oostelijke buitenwijk van Kathmandu. We worden afgezet bij de ingang en ook hier moet er - in tegenstelling tot vorig jaar - per persoon 75 rupees aan entreegeld worden betaald.
We lopen langs de vele souvenirwinkeltjes in de richting van de Bagmati-rivier. Deze rivier is in Nepal net zo heilig als de Ganges in India. Gelovigen die hier ritueel te baden of gecremeerd worden, kunnen - net als in de Ganges in India - de cyclus van samsara (wedergeboorte) doorbreken. Ze gaan dan na hun dood rechtstreeks naar het hiernamaals en reïncarneren niet meer. De rivier is ernstig vervuild, maar de gelovigen laten niet na zich onder te dompelen en er een beetje van te drinken.
Een jongetje waarschuwt ons dat er veel apen vrij rondlopen en dat we onze verse broodjes beter in de rugzak kunnen opbergen. De apen kunnen zich namelijk agressief gedragen, zeker als ze eten zien.


Door de ligging aan de Bagmati is de Pashupatinath tempel de belangrijkste en heiligste hindoetempel van heel Nepal. Gelovigen vereren in deze tempel Shiva in zijn gedaante van Pashupati (god van de dieren), een oude Indiase cultus die voornamelijk in Nepal voorkomt. De god Pashupati is de officiële beschermer van het land, en wordt genoemd in koninklijke toespraken, vredesverdragen en geloftes. De koning brengt bij speciale gelegenheden vaak een bezoek aan de tempel. Niet-hindoes worden niet toegelaten in het tempelcomplex, maar vanaf een heuvel tegenover de tempel hebben we een goed zicht op de ghats, de rituele bad- en crematieplaatsen.

We steken dus de Bagmati rivier over en nemen plaats op één van de trappen tegenover de burning ghats van de armen. Aan de andere zijde van de brug (direct voor de tempel) zijn de burning ghats voor de rijkere Nepalezen. Vanaf de trappen hebben we een goed zicht op de crematieplaatsen. Aan de overzijde wordt ceremoniële muziek gespeeld en zien we dat er net een brandstapel is aangestoken met riet. Dit geeft een geweldige rookontwikkeling en soms drijft die rook onze kant op. Om de stank te ontvluchten, besluiten we een stuk de heuvel op te lopen op zoek naar frisse lucht.
Op weg naar boven lopen we langs de kluizenaarswoningen die in de rotsen zijn uitgehouwen. Hier wonen veel sadhu's, de 'heilige mannen'. Sadhu's zijn rondtrekkende hindoes die het kastenstelsel en de normale gebruiken hebben afgezworen en bedelen om in hun minimale dagelijkse bestaan te voorzien. Ze zijn vaak zeer extravagant uitgedost; ze dragen oranje gewaden of verschijnen naakt, nadat zij zich hebben ingewreven met asresten van de crematieplaatsen. Lichaamsbeschildering, lang rastahaar en allerlei attributen kenmerken hun verschijning. Enkelen leven in verregaande soberheid of roken grote hoeveelheden ganja (marihuana).

Als we boven zijn, gaan we zitten op een plek met uitzicht op de burning ghats voor de rijken. Er vindt net een voorbereiding plaats voor een crematieplechtigheid. De ceremonie wordt verricht door in wit geklede mannelijke nakomelingen van de overledene (wit is de rouwkleur). Er ligt een lichaam gewikkeld in oranje doeken op een bamboe draagbaar. De draagbaar wordt naar een hellinkje verplaatst, zodat het lijk met zijn voeten in de rivier ligt. Hierna wordt de draagbaar weer op de trappen gelegd. De zonen en naaste familieleden steken kaarsjes aan, leggen oranje doeken op het lijk en strooien met bloemen en muntgeld. Enkele hevig geëmotioneerde vrouwen bewijzen de oude man de laatste eer. Ook zij strooien bloemen en leggen doeken over het lijk. Het valt ons op dat alle vrouwen hun lange haar los dragen. Het lijk wordt op een discrete manier (onder de doeken) ontdaan van de kleding.

Voorbereiding van een crematie
Voorbereiding van een crematie

Enkele zwerfkinderen die zich tussen de familieleden hebben gewurmd, graaien de muntjes die op de grond vallen weg. Ze vechten er zelfs om. Dit is een erg bizarre gewaarwording: kleine kinderen die bij het lijk aan het worstelen zijn om munten bij elkaar te graaien. De familie laat het gelaten toe. De kleding van de overleden man wordt in de rivier geworpen. Enkele meters verder wordt de kleding weer uit de rivier gevist. We hebben ook gezien dat een oude man, terwijl het lijk nog niet verbrand was, het geofferde fruit wegpakte en dit op zijn gemak in een plastic zakje stopte.
Als de draagbaar met het lijk naar de brandstapel wordt verplaatst, vallen er muntjes op de grond en in het water van de rivier. De zwerfkinderen duiken er direct op. Ze vechten om een paar rupees. Als ook deze brandstapel wordt aangestoken, is het voor ons tijd om verder te lopen.

Swayambhunath (Apentempel)

Vanaf het dakterras van ons hotel zien we de Swayambhunath op een heuveltop ten westen van de stad liggen. 's Avonds is deze tempel prachtig verlicht. Swayambhunath is de oudste boeddhistische tempel van de Kathmandu vallei. De tempel wordt ook wel de apentempel genoemd omdat er zoveel apen bivakkeren.
We besluiten vanaf het hotel naar de tempel te lopen, een wandeling van ongeveer 45 minuten. Dwars door de smalle straatjes van de wijk Chhetrapati lopen we naar de rivier Vishnu-mati. Een leuk wandelingetje door de achterbuurten en de andere (minder mooie) kant van Nepal. In de straatjes zijn kinderen aan het spelen, worden er diverse ambachten uitgevoerd, zitten vrouwen te borduren en verbazen we ons over de vele piepkleine winkeltjes (vaak niet breder dan de deur of gevestigd onder een trap) waar allerlei producten worden aangeboden, maar waar we nooit een klant zien. Als we de brug oversteken, zien we dat de rivier bijna droog staat. We ruiken ook dat het riool van Kathmandu rechtstreeks op deze rivier wordt geloosd. Een groot varken draait zich nog eens lekker om in de modder, terwijl enkele meters verderop kleine kinderen in het kleine beetje water spelen. Twee mannen duwen een grote kar voort met daarop enkele kuub afval. Het afval wordt boven de rioolpijp van de kar afgeschoven en wordt enige meters meegesleurd. Je kan er maar vanaf zijn. De weg verandert in een stoffig pad en loopt tegen de heuvel omhoog. We volgen het pad en komen na een lange wandeling eindelijk aan bij de ingang van de apentempel.

De Swayambhunath
De Swayambhunath

Onder aan de lange trap naar boven staan tempelgebouwen met bontgekleurde beelden en beschilderingen. Er lopen hier veel apen en ze kijken je erg nieuwsgierig aan op zoek naar eten. Ons is verteld dat je de apen nooit rechtstreeks in de ogen moet aankijken aangezien ze dit als een bedreiging kunnen beschouwen. We blijven dan ook op gepaste afstand. Als we alle gebouwen hebben bekeken en de vele verkopers, bedelaars en gidsen van ons hebben afgeschud, beginnen we aan de klim van de versleten stenen trap met 365 treden. En uiteraard gaat het weer steil, zeer steil omhoog. Halverwege onderbreken we hard hijgend en puffend de klim en genieten op een bankje van een slok drinken en van het uitzicht op de vele mensen die ons passeren. Regelmatig steekt er ook een roedel apen de trap over.

Boven moeten we entreekaartjes kopen. We zien hier al de ogen van boeddha die op de stupa zijn geschilderd. Er heerst een enorme bedrijvigheid rond de stoepa. Er zijn veel biddende mensen en veel, heel veel apen. We hebben hier een prachtig uitzicht over Kathmandu, de vallei en de besneeuwde Himalaya-toppen in de verte. Dat was zeker de moeite van de klim waard! Is het nu mistig of zou het toch de smog zijn? Misschien is het toch niet zo overdreven dat veel mensen in de stad de mond bedekken met een wit kapje om het ergste vuil buiten de longen te houden.
De afdaling is trouwens een stuk eenvoudiger dan de klim naar boven.

Thamel

Het Thameldistrict is het toeristisch centrum van Kathmandu. De wijk bestaat uit hotels, winkels, reisbureaus, internetcafés, restaurants en disco's. De vele verlichte reclameborden bepalen het straatbeeld. Als je door Thamel loopt, word je elke halve minuut aangesproken door de verkopers: Hello, How are you? Where do you come from? Look, Buy, smoke? Hasiessss? Change money? In de vele souvenirwinkels zijn vooral T-shirts, tapijten, boeken en Tibetaanse souvenirs te koop. In Thamel zijn ook de Germany bakeries te vinden waar heerlijke verse broodjes, croissantjes en appelflappen te koop zijn. Ook de supermarktjes hebben hier een breed assortiment Westerse producten zoals kaas, Nutella, pindakaas, snoep en alle mogelijke toiletspullen (inclusief medicijnen waarvoor je geen recept nodig hebt).
Eten kan je in Kathmandu heel uitgebreid in één van de vele restaurant. Wij hebben elke avond heerlijk gegeten (ook steaks en kip) voor ongeveer 8 à 10 gulden per persoon.

Fotoserie 27

Terug naar laatste nieuws
Volgende verslag