Print dit verslag
Verslag 54 - Terug naar Yangon

Ossenkarren veroorzaken stofwolken
Ossenkarren veroorzaken stofwolken

 

De komende twee dagen zullen we terugrijden naar Yangon. De tocht door Myanmar zit er bijna op. Het zullen twee lange reisdagen worden over een vrij saaie, rechte weg.

Op de eerste reisdag zien we niet veel bijzonders onderweg. We passeren maar weinig dorpjes. We passeren wel veel ossenkarren die zich langzaam voortbewegen over de stofpaden en dat blijft een mooi gezicht. Door de stofwolk die ze veroorzaken, zie je ze al van verre aankomen. Verder zien we vandaag veel ja-knikkers die olie oppompen en het landschap domineren.

We hebben moeite om wakker te blijven en zakken regelmatig even weg. Aan het aantal beetwortelpakketjes die Myint vandaag herkauwt, merken we dat ook hij de weg niet echt interessant vindt. Volgens Myint heeft zo'n beetwortelpakketje namelijk een stimulerende werking en blijft hij er lekker wakker van. Hij is overigens niet de enige Birmees die op beetwortel kauwt. Overal in Birma zie je op straat rode klodders. Dit wijst niet op bloederige ongelukken maar op het kauwen van betelwortelnootjes.

Overal wordt de betelpruim gemaakt en verkocht. Je ziet kleine stalletjes op iedere hoek van de straat en op iedere markt waar de verkoper de ingrediënten voor de betelpruim heeft uitgestald.
De noot die gebruikt wordt is de vrucht van de areka-palm, een veel voorkomende boom in Azië. De noot wordt in kleine stukjes gesneden die vervolgens worden verdeeld over bladeren van de betelplant waaraan de 'pruim' zijn naam dankt. De bladeren zijn met een witte pepermuntpasta of kalk bestreken en de stukjes noot worden naar keuze bestrooid met aromatische stoffen als anijs, kruidnagel of tabak. De bladeren worden opgevouwen en vormen zo kauwpakketjes.
Ook Myint stopt een paar keer per dag een pakketje in zijn wang en draait regelmatig het raam open om een rode klodder uit te spugen. Zijn lippen zijn verkleurd en zijn tanden zijn al redelijk zwart geworden. We hebben in Birma heel wat hardnekkige gebruikers gezien. Ze zijn te herkennen aan hun dieprode tandvlees en roodzwarte stompjes die ooit hun tanden en kiezen vormden.

We passeren veel mensen die aan de weg werken. We hebben gelezen dat de lokale bevolking wordt gedwongen om zonder betaling arbeid te verrichten voor openbare werken. Hele families krijgen een stuk niemandsland toegewezen waar ze onder dreiging van geweld een stuk van een nieuwe weg moeten aanleggen of een gedeelte moeten repareren.

Aan het eind van de middag komen we in Pyay (Prome) aan. De stad ligt aan de Ayeyarwady Rivier en trok dankzij de geïsoleerde ligging lange tijd nauwelijks bezoekers. Tegenwoordig wordt de weg langs Pyay echter gebruikt door expressbussen van Yangon naar Bagan en komen er meer toeristen. De faciliteiten zijn in Pyay echter (nog) niet geweldig. We hebben moeite om een schone kamer te vinden en 's avonds is het lastig om een schoon restaurantje te vinden.

Na een lekkere warme douche nodigen we Myint uit voor het afscheidsdiner. Tijdens het eten bedanken we hem voor zijn werk en geven hem een fooi. Hij heeft ons de afgelopen twee weken op een veilige, comfortabele en prettige manier door Myanmar gereden. Niets was hem teveel: Om 5.00 uur naar de zonsopgang: "No problem". Na de trekking in Kalaw naar het Inle Lake: "No problem". Eerst nog naar de drijvende markt voordat we vertrekken voor de volgende etappe: "No Problem. I drive". Kortom: een perfecte chauffeur!

Het diner blijkt echter nog geen afscheidsdiner te zijn. Myint nodigt ons namelijk uit om morgenavond bij hem thuis te komen dineren. Hij heeft zijn vrouw al gebeld en de bestelling doorgegeven. Hij heeft in de afgelopen dagen goed gekeken wat wij lekker vinden. Hij vertelt dat er onder andere garnalen, patatjes, rijst, meloen, bier en Star Cola zal zijn.

De volgende dag vertrekken we vroeg voor de 283 kilometer naar Yangon. De weg is hiervandaan naar Yangon voor Birmese begrippen bijzonder goed. Dit is te danken aan een in Pyay wonende hoge generaal die vaak in Yangon moet zijn. Hij heeft de weg laten opknappen. De verwachting is dat we vroeg in de middag in Yangon zullen arriveren.
Myint stopt echter al snel bij een klein winkeltje. We moeten de bus uit en er wordt thee voor ons ingeschonken. Op tafel staan allemaal schaaltjes met gedroogde bloemen en fruit. Myint vertelt ons dat we uit ieder schaaltje moeten proeven. Sommige vruchten zijn - naar onze smaak - niet zo lekker en zijn erg scherp van smaak. Als Myint vraagt hoe het smaakt, kunnen we alleen maar antwoorden: "Lekker!". Maar dan gaat het de verkeerde kant op: Myint koopt direct voor elk van ons verschillende bakjes vruchten en bloemen. Als we hem vriendelijk duidelijk maken dat het wat veel is, is dit tegen dovemansoren gericht. We krijgen elk een zak vol met bakjes locale lekkernijen.

Bij Myint thuis
Bij Myint thuis

 

Myint zet ons bij ons hotel af en beloofd ons dat hij ons vanavond om 19.00 uur zal ophalen voor het diner. Hij vertelt ons nogmaals dat hij zijn vrouw al heeft doorgegeven wat wij lekker vinden en dat zij de hele dag al aan het koken is.
Als we om 18.55 uur de lobby van het hotel instappen, blijkt Myint al op te zitten wachten. Hij heeft zijn mooiste loungyi en een mooi wit overhemd aan en is fris geschoren en gewassen.

Als we bij zijn huis aankomen, staat zijn gezin ons op te wachten. Zijn vrouw, schoonmoeder en vijf kinderen heten ons hartelijk welkom. De tafel staat al gedekt met allerlei lekkere hapjes; Rijst, patat, gebakken groenten, kip, varkensvlees, ananas en meloen. Ook de Star Cola ontbreekt niet. De kinderen (en schoonmoeder) eten niet mee.

Tijdens het eten valt de stroom uit. Hier kijken we niet raar meer van op. In de meeste steden viel de stroom regelmatig uit, maar in Yangon is het wel erg triest gesteld met de stroomvoorziening. Overdag is er bijna altijd stroom maar wanneer het donker wordt, overstijgt de vraag al snel het aanbod en valt de stroom in de hele stad uit. Myint zorgt er snel voor dat er kaarsen worden aangestoken en sommeert zijn dochters om voor verkoeling te zorgen door met waaiers te wapperen. De ventilator doet het immers ook niet meer. We voelen ons erg ongemakkelijk met deze verkoelingsvorm. Wel lijken wel een stel kolonialisten. We proberen de meisjes duidelijk maken dat het wapperen echt niet nodig is. Maar ze luisteren alleen naar hun vader en die vertelt dat ze moeten blijven wapperen...
We genieten van het heerlijke eten, het gastvrije gezin en laten nog eens de leukste anekdotes de revue passeren. Myint vertaalt ze voor zijn vrouw. Zijn oudste kinderen spreken goed Engels en kunnen goed deelnemen aan het gesprek. Als we volledig zijn vol gegeten worden we uitgenodigd voor een rondrit door Yangon by night. Het fenomeen "natafelen" kent men in Myanmar namelijk niet. Als we het huis verlaten, zien we hoe de jongste zoon van Myint snel een stukje ananas van tafel grist. Wat zal hij blij zijn als hij straks weer thuis komt en al het lekkers kan opeten!

 

In gezelschap van alle gezinsleden stappen we in het busje. We zingen om en om Nederlandse en Birmese versie van bekende liedjes. De jongens blijken volledig op de hoogte te zijn van het Europese voetbal en kennen veel Nederlandse spelers en de ploegen waar ze spelen. We rijden eerst naar het Karaweik Hall, een drijvend restaurant in het stadspark. Het restaurant is een reconstructie van de Karaweik, de koninklijke statieboot en ligt in het Kandawgyi-meer.

 

 

Karaweik Restaurant
Karaweik Restaurant

Shwedagon Pagode
Shwedagon Pagode

 

Vervolgens brengt Myint ons naar de Botataung Pagode. De dochters van Myint geven ons uitleg. Monniken zouden onder begeleiding van 1.000 militairen (botataung) een haar en twee tanden van Boeddha uit India naar deze pagode hebben gebracht. Het oorspronkelijke bouwwerk werd in de Tweede Wereldoorlog door een bom getroffen. Bij de wederopbouw van de pagode werd het binnenste hol gelaten en versierd met kleine stukjes spiegel. In vitrines zijn honderden beeldjes tentoongesteld die men gevonden heeft na de bomaanslag. De haar en tanden van Boeddha werden in het hart van de stoepa in een nis geplaatst: achter dikke tralies leidt een trap naar beneden die bij een geheimzinnige deur eindigt...

Myint brengt ons ook nog naar de Shwedagon Pagode die uiteraard al gesloten is. Maar onderaan de trappen hebben we een prachtig uitzicht op de verlichte gouden pagode. We maken de laatste foto's en beloven Myint een paar foto's op te sturen. Helaas kunnen ze het resultaat niet op internet bekijken aangezien internet in Myanmar verboden is.

Bij ons hotel nemen we afscheid van Myint, zijn gezin, Leonard en Usha en tegelijkertijd ook van Myanmar. Het was een zeer geslaagde trip door een mooi en fotogeniek land met erg vriendelijke mensen. Het was werkelijk in één woord GEWELDIG. Morgenochtend vliegen we terug naar Bangkok.

Fotoserie 61
Achter de schermen
Volgende verslag