Verslag 52 - De tempels van Bagan | ||
Op advies van een man in het hotel besluiten we om 5.00 uur (!!!!) naar de zonsopgang te gaan kijken. Myint trok gisteren een bedenkelijk gezicht toen we hem vroegen om 5.00 uur klaar te staan, maar verder zei hij niets. Toen we hem nogmaals vroegen of 5.00 uur niet te vroeg voor hem was, reageerde hij op de gebruikelijke manier: "Yes, yes, no problem. I drive, I drive". | ||
|
En nu is het dus 5.00 uur. Het is nog hartstikke donker en ijzig koud als we het busje instappen. Binnen tien minuten arriveren we bij de Mingalazedi, een pagode uit de 13e eeuw aan de oevers van de rivier en één van de weinige hoge pagodes die momenteel nog mogen worden beklommen. Het hek wordt speciaal voor ons geopend en in het donker beklimmen we op blote voeten de pagode. |
|
Koukleumend staan we op de eerste zonnestralen te wachten, die overigens
pas om 6.00 uur langzaam zichtbaar worden. Nu begrijpen we het zorgelijke
gezicht van Myint. 5.00 uur is veel te vroeg! Gelukkig kunnen we er allemaal
om lachen en Myint lacht het hardst. |
|
Het lange wachten wordt echter beloond. Als het langzaam licht wordt,
verrijzen er steeds meer pagodes uit de laaghangende ochtendmist. Het
uitzicht is werkelijk spectaculair. Het lijkt wel een sprookje en deze
attractie zou in de Efteling niet misstaan. Als het volledig licht is
geworden, keren we terug naar het hotel voor een lekker ontbijt. Na het
ontbijt gaan we Bagan en zijn duizenden pagodes verkennen.
|
||
|
Myint
brengt ons eerst naar de Shwezigon Paya. Deze grote, gouden
pagode werd gebouwd in 1087 en zou het borstbeen en een tand van Boeddha
bevatten. De pagode is één van de weinige historische gebouwen
in Bagan dat zijn functie behouden heeft. Er lopen hier dus veel pelgrims
en monniken rond die best op de foto willen, mits je betaalt. Plotseling worden we aangesproken door een klein, druk mannetje met een fotocamera. Voordat we er erg in hebben heeft hij foto's van ons genomen. Hij maakt ons duidelijk dat hij de foto's binnen 3 minuten in de kleinste donkere kamer van de wereld ontwikkelt. Of we hem even willen volgen? |
|
Zijn "donkere kamer" blijkt een doos van ongeveer 1,5 x 1,5 meter te zijn. Als hij in de doos kruipt, kunnen we nog net een foto van hem maken. Regelmatig opent hij het deurtje even om ons de verschillende fasen van het ontwikkelproces te laten zien. Na een paar minuten geeft hij ons drie afdrukken. In de natte foto heeft hij de tekst "Greetings from Bagan" geschreven. De foto's zijn niet om aan te zien, maar toch kopen we ze van hem. We hebben nog niet betaald, of hij rent al weer weg op zoek naar andere toeristen die een souvenir met een leuk verhaal willen kopen. |
|
|
De kleinste donkere kamer ter wereld
|
|
Als we de foto's aan Myint laten zien, trekt hij een vies gezicht. Hij heeft ons verteld dat hij vele jaren fotograaf is geweest. Hij is uiteindelijk chauffeur geworden omdat hij tot vervelends toe in de donkere kamer moest werken: "Always darkroom, morning darkroom, evening darkroom, every day darkroom". Hij kan niet begrijpen dat we deze lelijke foto's hebben gekocht en wordt bijna boos. Met de woorden" No Quality, no good" laat hij duidelijk zijn onvrede blijken. We gooien nog wat olie op het vuur door te zeggen dat we het hele mooie foto's vinden en we al onze fotorolletjes daar willen laten ontwikkelen. Boos zet hij de auto in de eerste versnelling en rijdt weg. Hij draait zijn raampje open en roept: "pictures outside, outside" terwijl hij een wegwerpend gebaar naar buiten maakt. We komen niet meer bij van het lachen. |
Na een bezoek aan verschillende tempels waar we de naam niet meer van
weten, lunchen we in het Sarabha Restaurant in Old Bagan. Het eten is
heerlijk. Old Bagan doet een beetje doods aan en dat is niet verwonderlijk.
Tot 1990 was Old Bagan de plaats waar hotelletjes en guesthouses waren
gevestigd. Alle toeristen verbleven in dit gedeelte van Bagan. Tot het
moment dat de Birmese regering alle eigenaren van de guesthouses sommeerde
om binnen twee weken te verhuizen naar een ander gedeelte van de stad.
De mensen moesten het verder zelf maar uitzoeken. Soldaten hielden toezicht
en bijna niemand durfde te weigeren. Het vreemde was dat alle grote
(overheids)hotels in Oud-Bagan wél geopend bleven en dat de overheid
zelfs nieuwe hotels ging bouwen. |
|
De rest van de dag bezoeken we de mooiste van de duizenden pagodes en tempels. Iedere pagode is weer anders, zowel qua vorm, als kleur. In sommige tempels staan boeddhabeelden en in andere kan je nog muurschilderingen bewonderen. Bij één van de tempels komen we een oude monnik tegen. Hij poseert gewillig als we hem beloven de foto's naar hem op te sturen.
|
|
Geen mist maar stof |
Aan het eind van de dag zijn we behoorlijk pagodemoe. Maar we moeten nog een zonsondergang vanaf één van de pagodes meemaken. Vanaf het hoogste terras van de pagode hebben we een mooi uitzicht op de omgeving. Er zijn meer mensen op dit idee gekomen. Rond zonsondergang hebben zo'n honderd mensen de pagode beklommen en met honderd camera's maken we dezelfde foto's. De rode baksteen van de pagoden en de rode aarde gloeien adembenemend op in de ondergaande zon. |
|
|