Verslag 50 - Via Pyin Oo Lwin naar Meiktila | ||
|
Voor vandaag hebben we het vooraf opgestelde reisprogramma iets aangepast. Het was eerst de bedoeling na het bezoek aan Pyin Oo Lwin terug te reizen naar Mandalay en dan morgen door te rijden naar Bagan. We hebben echter besloten niet terug te gaan naar Mandalay, maar alvast in de richting van Bagan te rijden en te overnachten in Meiktila. We hebben Mandalay namelijk wel gezien en op deze manier kunnen we een lange reis naar Bagan verdelen over twee dagen.
|
|
Zo gebeurt het dat we na het ontbijt om 7.00 uur vetrekken naar Pyin
Oo Lwin, 68 km ten oosten van Mandalay. Als we Mandalay uitrijden, wordt
de weg al snel slechter. We rijden over smalle bergweggetjes en de auto
heeft duidelijk moeite met de steile weg. We moeten dan ook om het uur
stoppen om de hete motor af te laten koelen. Myint versnelt dit door water
over te motor heen te gooien. De stoom zorgt ervoor dat de ramen beslaan
en we niet meer naar buiten kunnen kijken. Dit lijkt ons niet zo goed
voor de motor. Maar wie zijn wij?
|
Myint zet ons af bij de National Kandawgyi Garden (botanische
tuin) die sinds mei 2001 voor buitenlanders toegankelijk is. Hij belooft
ons over twee uur weer op te halen. De botanische tuin is in 1917 door
de Britten aangelegd. Nou, eigenlijk waren het niet de Britten zelf die
de tuin hebben aangelegd, maar hun Turkse krijgsgevangen uit de Krimoorlog.
|
||
Op een eilandje in het meer in het midden van de tuin is een kleine tempel
gebouwd. Een groepje monniken loopt in de richting van de tempel. Als
we goed kijken zien we dat er een hele oude monnik met een gekromde rug
tussenloopt. Hij wordt door een andere monnik ondersteund en de oude man
wordt met behulp van een paraplu tegen de brandende zon beschermd. Iemand
anders draagt een stoel met zich mee zodat de oude man kan rusten wanneer
hij wil. |
|
|
Vanuit de tegenovergestelde richting komen er enkele Birmezen aangesneld.
Als ze dichterbij de oude monnik zijn, gaan ze door hun knieën en
geven ze geld. Zou deze monnik de plaatselijke paus zijn?
|
||
|
Na
het bezoek aan de botanische tuin brengt Myint ons naar de Pwekauk-waterval.
Het koude water stroomt langs diverse "trappen" naar beneden.
Een groep jonge monniken vermaakt zich kostelijk in het water. We lunchen in een Maleisisch restaurant. Ze hebben er geen menukaart, maar we krijgen er een bord heerlijke rijst met - helaas - koude kip voorgeschoteld. Ze begrijpen niet dat we de kip graag warm willen hebben en geven de kip dus uiteindelijk maar terug. Het lijkt ons niet verstandig om koude kip te eten. We zijn tot nu toe niet ziek geweest van het eten en dat willen we graag zo houden. De bestelde Star Cola wordt speciaal voor ons gehaald bij een winkeltje verderop in de straat. |
Tijdens het eten komt er een oude Indiase vrouw binnengelopen. Ze spreekt
goed Engels en vertelt dat ze erg zielig is; Hartproblemen, hoge bloeddruk
en een zoon die haar heeft verlaten. Maar, vertelt ze, we kunnen haar
leed verzachten door haar wat geld te geven. Dat hadden we al verwacht
en we proberen haar te negeren. O ja, de cola zat zeker in een gouden flesje. Ze brengen ons namelijk per flesje 140 kyat in rekening. Normaal betalen we 50 tot 75 kyat per flesje! Daar trappen we dus niet in. Als we Myint vertellen dat we 140 kyat moesten betalen, ligt hij in een deuk. We zullen het nog de rest van de reis van hem horen... |
Na de lunch gaan
we op weg voor de lange reis naar Meiktila. Volgens Myint zal dit gedeelte
zeker 6 uur in beslag gaan nemen. We willen niet te laat in Meiktila aankomen
en maken dan ook weinig fotostops. We stoppen alleen om te tanken in een
klein dorpje waar - net als in Pyin Oo Lwin - echte Wild West-koetsen rijden.
|
|
|
Als we om 18.00
uur Meiktila binnenrijden, lijkt er wel een zonsverduistering te zijn. Er
hangt zoveel rook of stof in de stad dat het zicht erg beperkt is. Volgens
Myint zijn er hier maar drie hotels waar buitenlanders mogen overnachten.
We hebben dan ook grote moeite om een niet al te dure kamer te vinden. Uiteindelijk
kunnen we voor 10 US$ een basic kamer in het Honey Hotel krijgen. Voor 15
US$ hebben we een kamer met een eigen badkamer en warm water. Helaas hebben
we geen alternatief. Gelukkig is het maar voor één nachtje.
Na een warme douche eten we in het centrum in het Shwe Ohn Pin Restaurant. Dit restaurant heeft een open keuken. Niet dat dat wat uitmaakt. De keuken is net zo smerig als altijd. Om 22.00 uur gaan we naar bed. De kamer heeft dunne muurtjes en we kunnen letterlijk horen wat onze twee mannelijke buren zeggen en doen. Zo te horen heeft één van de twee last van zijn buik... |