Verslag 49 - Mingun | ||
De vertrekplaats van de boot naar Mingun |
Na het ontbijt in het hotel worden we door Myint bij de Irrawady-rivier
afgezet voor een boottocht naar de voormalige hoofdstad van Birma, Mingun.
Mingun ligt 11 kilometer stroomopwaarts en is alleen over de rivier bereikbaar.
Er vaart een ferry waar alle toeristen gebruik van moeten maken en voor
500 kyat per persoon kopen we retourtickets. |
Als we op de vieze oever tot onze enkels in de modder op de boot staan te wachten, spreken we enkele andere toeristen. Als we vertellen dat wij 14 dagen met een taxi rondreizen (voor 100 US$ per persoon) zijn ze jaloers. Zij reizen namelijk met het openbaar vervoer en voor een treinkaartje Yangon - Mandalay moesten zij maar liefst 38 US$ per persoon betalen. 100 US$ voor twee weken is dan relatief goedkoop. Een jongen die we bij het Inle Lake spraken, komen we ook hier weer tegen. Hij is vanochtend om 4.00 uur in Mandalay aangekomen na een lange rit met de nachtbus vanuit Inle Lake.
|
Als
we de boot op kunnen, zoeken we een plekje op het dak. Vanuit een bamboe
ligstoel zien we het drukke rivierleven aan ons voorbij trekken. Midden
op de rivier wordt een groot bamboevlot vol met aardewerk voortgetrokken.
Langs de rivierkant liggen veel bootjes en er vindt een bedrijvig tafereel
plaats van handelaren en vissers. Na een uurtje varen komen we om 10.15 uur aan in Mingun. Op de wal staat een ontvangstcomité van verkopers ons op te wachten. Ze proberen felgekleurde parasols, ansichtkaarten en andere souvenirs aan ons te slijten. Na een drankje en betaling van 3 US$ per persoon voor het entreegeld, lopen we naar de eerste pagode. |
Verkopers staan ons al op te wachten |
|
Mingun Paya |
Toen we aankwamen met de boot zagen we de ruïne van de Mingun
Paya al van ver liggen. Deze 50 meter hoge hoop bakstenen had ooit
als basis moeten dienen voor een 100 meter hoge stoepa. In 1790 gaf een
koning opdracht tot de bouw. Twintigduizend slaven werkten zeven jaar
lang aan de pagode, maar na de dood van de koning in 1819 werden de werkzaamheden
gestaakt. Een aardbeving in 1838 heeft grote scheuren in het bouwwerk
veroorzaakt. |
|
In het dorp wandelen we naar een gebouw met een bronzen klok van 4 meter
hoog en 9 ton zwaar. Op een bordje lezen we dat het de grootste klok ter
wereld is. Maar hoe kan dat dan? Een paar maanden geleden hebben we in
Moskou toch de grootste klok ter wereld gezien (zie verslag 02)? Als we
er de Lonely Planet nog eens goed op nalezen, begrijpen we al snel hoe
het zit. De grootste klok bevindt zich inderdaad in Moskou, maar die klok
is gescheurd. De klok hier in Mingun is helemaal heel en is daarmee de
grootste intact zijnde klok van de wereld.
|
||
|
Als laatste bezoeken we nog de spierwitte Hsinbyume Paya. Het
gebouw doet denken aan een gigantische ijstaart (mmm, lekker). De pagode
werd gebouwd in 1816 en symboliseert de heilige berg Meru. De brandende
zon zorgt ervoor dat het spierwitte gebouw pijn doet aan je ogen. |
Om 13.00 uur vertrekt de boot en in 45 minuten varen we terug naar
Mandalay. Onze trouwe Myint staat al weer op ons te wachten. |
Met de boot terug naar Mandalay |
|
's Middags genieten we van een vrije middag. We werken onze dagboeken bij en doen een middagdutje. Na het diner pakken we de rugzakken in. Morgen vertrekken we naar Bagan, een klein stadje met een omgeving die bezaaid is met pagodes en tempels. |