Verslag 41 - Yangon, Bago en Kyaiktiyo | ||
Straatverkoopster |
Vandaag lekker uitgeslapen. We moeten verhuizen naar een ander hotel
omdat het hotel vanaf vandaag is volgeboekt. Als we bepakt en bezakt uitchecken
vraagt de dame achter de balie of we niet nog een nacht willen blijven.
Had ze dat niet eerder kunnen zeggen? We kunnen echter niet blijven omdat
we gisteren al een ander hotel hebben uitgezocht en een kamer hebben gereserveerd.
|
|
We
wandelen de hele dag door Yangon. Het valt ons op dat bijna alle vrouwen
en kinderen (en soms ook mannen) hun gezicht hebben ingesmeerd met een geelkleurige
crème. Sommige vrouwen hebben hun hele gezicht en zelf hun armen
ingesmeerd, terwijl anderen alleen op hun wangen, neus en voorhoofd figuren
hebben gemaakt. Het blijkt thanaka te zijn, dat gemaakt wordt uit
de bast van de thanakaboom. Later zien we op de markten ook veel van die
boomstronken liggen. De stronk wordt over een vochtig gemaakte platte steen
gewreven waardoor er hars vrijkomt. Het hars mengt zich met het water en
er ontstaat een dunne pap die op de huid wordt gesmeerd en tot een harde
laag opdroogt. Soms zijn het ware oorlogsbeschilderingen. De crème
beschermt de huid tegen de zon, geeft verkoeling, maar heeft ook een decoratieve
functie. Vrouwen die in de buitenlucht werken, smeren hun gezicht in met
een dikke laag zodat ze niet bruin worden (een lichte huid geeft meer status).
|
Oorlogsbeschildering met thanaka |
|
Plotseling staan we voor een straat die is afgesloten met wegversperringen en worden bewaakt door vele militairen. Even denken we dat we bij het huis van Aung San Suu Kyi staan. Dit blijkt echter niet het geval te zijn. In deze straat is de Amerikaanse Ambassade gevestigd. Het gebouw lig - heel ironisch - midden in een moslimwijk. Als Leonard en Usha 's avonds terugkomen van een dagje sightseeing in
Yangon, zien we voor het eerst het 13-persoons (!!) minibusje waarmee
we de rondreis door Myanmar zullen gaan maken. Er zijn maar liefst vier
banken achter in het busje. Lekker veel ruimte! Het contract voor de huur
wordt ondertekend en we betalen de helft van het afgesproken bedrag. We
schieten snel enkele foto's van alle tussenpersonen, de auto en de kentekenplaten.
Dit voor het geval ze morgen niet komen opdagen en ze er met de aanbetaling
vandoor gaan. Je weet maar nooit. |
Onze chauffeur, U Myint Way |
De volgende dag, donderdag 10 januari, loopt de wekker om 5.30 uur
af. Als we om 6.00 uur beneden komen, staat de chauffeur (U Myint Way)
met het busje al op ons te wachten. We gooien de rugzakken op de achterste
bank en zoeken een lekker plekje in het busje. De reis door Myanmar
kan beginnen. |
|
Buiten Yangon wordt de weg al snel smaller en slechter. In Myanmar rijdt
men over het algemeen aan de rechterzijde van de weg. Deze situatie is
nog niet heel lang van kracht. Net na 1962 werd er namelijk een nieuwe
verkeersregel aangekondigd; De auto's, tot dan toe volgens Britse traditie
links rijdend, moesten nu van de ene op de andere dag rechts gaan rijden.
Als gevolg hiervan rijden er in Birma nog steeds veel auto's rond met
het stuur aan de 'verkeerde' kant. Heel lastig, want de bestuurder heeft
bij het inhalen weinig tot geen zicht. Hij moet helemaal op de linkerbaan
gaan rijden om te zien of er geen tegenliggers aankomen. |
Zwaar beladen ossenkarren |
|
|
De Birmezen zijn echter - in tegenstelling tot vele andere Aziatische
chauffeurs - echte heren in het verkeer. Onze chauffeur neemt bij het
inhalen van vrachtwagens, volgeladen pickups en ossenkarren geen enkel
risico. Hij gebruikt zijn claxon om andere weggebruikers te attenderen
op zijn aanwezigheid bij inhaalmanoeuvres. Het langzamer rijdende vervoermiddel
gaat dan netjes aan de kant en laat met behulp van (knipper)signalen weten
of we er langs kunnen. Als het voertuig is ingehaald, steekt onze chauffeur
netjes zijn hand op om de andere chauffeur te bedanken.
|
|
Net voor 8.00 uur rijden we enkele kilometers voor Bago (Pegu) een zandweg
op naar vier grote rug aan rug zittende boeddhabeelden: de Kyaikpun
Pagode. De beelden zijn 30 meter hoog en zijn in 1476 gebouwd.
|
Vier boeddha's in de Kyaikpun Pagode |
De Shwethalyaung, liggende Boeddha |
De volgende stop maken we bij de Shwethalyaung, een in een grote
overdekte hal liggende Boeddha. Deze Boeddha dateert uit 994 (de overkapping
stamt uit 1906) en wordt gezien als de belangrijkste liggende Boeddha
van Myanmar.
|
|
Bij de Mahazedi pagode, is de kaartjesverkoper inmiddels wel aanwezig.
Het is een mooie pagode, maar we vinden het de 2 US$ niet waard. We besluiten
niet naar binnen te gaan, maar een rondje om de pagode te lopen. Dat is
dus een nadeel van Myanmar; overal moet je torenhoge entreeprijzen betalen,
terwijl je soms binnen enkele minuten bent uitgekeken. Een monnik verontschuldigt
zich bij ons als we niet naar binnen willen omdat we het te duur vinden.
Hij vindt het vreemd dat je voor religieuze gebouwen moet betalen. Zit
wat in... |
||
Voor de grote Shwemawdaw Pagode hebben we de 2 US$ entreegeld
en de 50 kyat voor een fototicket wel over. De pagode lijkt veel op de
Shwedagon Pagode in Yangon en de stoepa is met zijn 114 meter zelfs groter.
Het glanst en glittert hier echter minder, hoewel ook deze stoepa met
bladgoud is bedekt en de torenspits is ingelegd met diamanten.
|
Chinthes voor de ingang van de Shwemawdaw Pagode |
Deze pagode, die twee haren van Boeddha zou bevatten, is meer dan 12
eeuwen oud en werd al vele malen verwoest door aardbevingen. We zien zelfs
dat er ergens een oude stenen pilaar ligt. Dit deel stortte bij een aardbeving
in 1917 naar beneden. Het afgebroken stuk heeft men laten liggen. |
||
Nonnen langs de kant van de weg |
Inmiddels is het koffietijd geworden. We schuiven aan
bij één van de lage tafeltjes langs de weg en proeven van
de lekkernijen die ons voorgeschoteld worden. We betalen uiteindelijk
alleen wat we gegeten hebben of waar we van hebben geproefd. De muziek
die gedraaid wordt herkennen we. De teksten worden alleen in het Birmees
gezongen.
|
|
Als we verder rijden naar de Kyaiktiyo Pagode wordt het
voordeel van het reizen met een taxi pas goed duidelijk. Met een taxi
kan je overal stoppen en daar maken we dan ook dankbaar gebruik van. Zien
we iets bijzonders of zien we een mooi plaatje voor een foto, dan laten
we Myint direct de auto stoppen. We stoppen bij mensen die bezig zijn
hun land om te ploegen of rijst te zeven. We rijden langs kleine dorpjes
en zien veel mensen langs de weg die vaak ver moeten lopen voordat ze
op hun bestemming zijn. Daarbij dragen ze vaak ook nog een zware last
op hun hoofd. En dan hebben we het nog niet gehad over de pickups en karren
die werkelijk afgeladen zijn. We blijven ons erover verbazen. Om 13.00 uur komen we aan in Kinpun, het pelgrimskamp aan
de voet van de berg waarop de Kyaiktiyo Pagode zich bevindt. We besluiten
eerst een hotel te regelen en vervolgens te lunchen. Bij Hotel Sea Sar
hebben ze een prachtige, maar dure bungalow (15 US$), maar iets verder
in de straat vinden we een goedkoper onderkomen, het Pann Mya Thu Inn
Guesthouse. Snel zetten we onze rugzakken in de kamer, want we willen
voor 16.30 uur bij de pagode zijn. |
||
De Kyaiktiyo Pagode is het bekendste pelgrimsoord in Myanmar.
Een kleine pagode is gebouwd bovenop een goud geschilderde rots die op
zijn beurt weer balanceert boven een diepe afgrond. |
||
Wachten op minimaal 36 passagiers |
In de verte, net door de bewolking heen, zien we gouden rots gevaarlijk op het randje balanceren. Leo gaat dus samen met Leonard naar boven. Het eerste gedeelte gaat over een steile weg die vervolgens in een ongemakkelijke pad met grote treden overgaat. Het aanbod om in een bamboe draagstoel naar boven gedragen te worden slaan we manmoedig af. Met maar één korte pauze rennen we in 25 minuten de berg op. Een record. Langs het pad staan veel souvenirkraampjes waar men allerlei occulte objecten verkoopt; gedroogde beenderen, vies uitziende drankjes en er lag zelf een klein beerachtig dier op de barbecue. |
Boven moet natuurlijk weer het onvermijdelijke entreegeld betaald worden.
Deze keer is het 6 US$ per persoon. We proberen nog korting te krijgen
omdat het al laat in de middag is. Maar helaas...
|
De "gouden rots" pagode |
|
Stokjes onder de rots buigen door |
Rond de rots zijn terrassen aangebracht zodat de rots van alle kanten
gefotografeerd kan worden. Iedereen staat trots voor de rots te poseren.
Twee monniken willen met Leo op de foto. Vanaf een lagergelegen terras
is de rots van de onderkant te zien. Een gevaarlijk plekje waar je niet
te hard moet niesen! |
|
Om 17.00 uur lopen we in een sneltreinvaart naar beneden. Het wordt inmiddels donker en behoorlijk fris. Het is voor het eerst sinds maanden dat de temperatuur onder de 25 graden komt. Om 18.15 uur klimmen we weer in de laadbak van de pickup en beginnen we aan de afdaling. Het is inmiddels pikdonker en ijskoud. De chauffeur van de pickup kent de weg waarschijnlijk op z'n duimpje; Hij rijdt als een speer de berg af en nu lijkt het pas echt of we in een achtbaan zitten. De eerste dag van de rondrit door Myanmar zit er op. |