Print dit verslag
Verslag 40 - Yangon (deel 2)

Dinsdag 8 januari, na het ontbijt gaan we op pad om bustickets te regelen. Gisteren hebben we besloten om eerst naar Pyay te reizen. We hebben gelezen dat er aan de overkant van het treinstation veel ticketbureaus van private busondernemingen zijn gevestigd. Dat wordt dus een stevige wandeling naar het treinstation. Ondanks het vroege tijdstip loopt de temperatuur al aardig op.
Bij de eerste busonderneming blijkt dat deze alleen rechtstreekse bussen heeft naar Mandalay in Noord-Myanmar. Het is alleen mogelijk om onderweg in Bagan uit te stappen. De bussen vertrekken om 15.00 uur en komen de volgende ochtend aan. We willen echter geen nachtbus omdat je dan niets van het landschap ziet. Als we verder shoppen, begrijpen we snel dat onze plannen erg lastig uit te voeren zijn. Bij elke tafel (een ticketbureau kan je het niet noemen) zitten mannetje te kauwen op beetwortelnootjes. Ze spreken nauwelijks Engels. Ze willen graag een ticket aan ons verkopen, maar ze bieden alleen rechtstreekse bustochten naar Bagan of Mandalay aan en dat willen we niet. Als we onderweg in een andere plaats willen uitstappen is dit wel mogelijk, maar dan moeten we wel de volledige prijs betalen en het is dan nog maar de vraag of dan weer in een voorbijkomende expressbus kunnen stappen.

Een oude vriendelijke man ziet ons vertwijfeld rondlopen en is bereid ons te helpen. Hij adviseert ons om naar een ander busstation te gaan om informatie in te winnen over plaatselijke bussen. De verwarring is nu compleet. Welke route zullen we nemen? Slaan we dan niets over? Zullen we toch onderweg uitstappen? Nemen we de trein of toch een locale bus? We besluiten nog geen tickets te kopen en nog even na te denken over de route. Een zeer behulpzame man bij Leo Travel adviseert ons om eerst met een locale bus naar Bago te reizen om vandaar uit een expressbus naar het Noorden te nemen. Dat lijkt ons een goed plan. Voor de busrit naar Bago hoeven we geen plaatsen te reserveren en dus beginnen we aan onze wandeling terug naar het centrum van Yangon.

Straatverkoopster in Yangon
Straatverkoopster in Yangon
Op straat lopen vrijwel alle mannen in een geruite of gestreepte longyi (eigenlijk is het gewoon een lange rok), het traditionele kledingstuk van Myanmar. De longyi is een lange doek die aan de korte zijden aan elkaar is genaaid. De mannen draaien de doek aan de voorkant in elkaar en het valt ons op dat ze de knoop om de paar minuten los en vast maken. Waarschijnlijk doen ze dit om geen onwelvoeglijke delen bloot te geven. We hebben namelijk gehoord dat ze er geen ondergoed onder dragen!

Verder valt ons overal de cheroot, de Birmese sigaar op. We zien ze in alle soorten en maten: van dunne groene sigaartjes tot dikke bolknakken. Niet alleen de mannen roken ze. De vrouwen kunnen er ook wat van en de oudere dames hebben vaak zo'n dikke bolknak (het lijkt wel een klein maïskolf) in hun mondhoek hangen. Tot overmaat van ramp worden de rode, door beetwortel aangetaste tanden zichtbaar als ze ons vriendelijk toelachen. Hierover in latere verslagen meer.

We wandelen over de Bogyoke Aung San markt, een grote overdekte markt met geplaveide vloeren. In de jaren zeventig heette deze markt Scot Market en het was toen de grootste smokkelmarkt van Birma. Tegenwoordig is de markt erg op het toerisme georiënteerd en kan je er werkelijk van alles kopen. Er zijn honderden winkeltjes, maar er zijn ook theehuizen en snackstalletjes te vinden.

Om drie uur 's middags nemen we een taxi naar de Shwedagon Pagode. We wilden niet eerder gaan omdat we gelezen hebben dat het marmer gloeiend heet en ondraaglijk wordt voor westerse voeten.
De gouden stoepa op de Singuttara-heuvel zien we al vanuit de verte in de zon glanzen. We worden afgezet bij één van de vier trappen. Onder aan de trap moeten we onze schoenen uittrekken. Achteraf blijkt dat dit gedurende de hele reis een vast ritueel is. Alleen al op deze trap kijken we onze ogen uit. Het plafond is prachtig bewerkt en langs de trap zijn tientallen stalletjes waar bloemen, beeldjes, gebedskransen en boeken verkocht worden.

 

De trappen naar de Shwedagon Paya
De trappen naar de Shwedagon Paya
Honderden gouden torentjes
Honderden gouden torentjes

Boven moeten we 5 US$ (of FEC's) per persoon entree betalen.
Het is waar wat overal geschreven wordt; de Shwedagon Pagode is schitterend en heel indrukwekkend. Er blinkt zoveel goud en glitter dat het gewoon pijn aan je ogen doet.
Legendes zeggen dat de pagode 2.500 jaar oud is maar archeologen houden het erop dat de pagode tussen de 6e en 10e eeuw is gebouwd. Omdat er veel aardbevingen zijn geweest is de stoepa vaak herbouwd; de huidige versie dateert uit 1769. De legende zegt dat prins Siddhartha Gautama na 49 dagen mediteren Boeddha was geworden. Na deze 49 dagen nam hij zijn eerste geschenk aan: een honingcake van twee broers uit Birma. Als dank trok Boeddha 8 haren uit zijn hoofd en schonk deze aan de broers. De broers brachten de haren naar de koning in Birma, die hiervoor de Shwedagon liet bouwen.


In het midden staat de 98 meter hoge stoepa. De pagode is bedekt 20.000 platen goud van elk 90 kilo en wordt elk jaar opnieuw verguld. Op de top van de pagode (hti) staat een gouden bol met een doorsnede van 25 centimeter, die bezet is met duizenden diamanten en een enorme smaragd. Ook de windvaan eronder is met duizenden edelstenen bezet. De geschatte waarde: 750 miljoen US$.

Het goud en de kostbare edelstenen werden in de loop der eeuwen geschonken door koningen en koninginnen. Tegenwoordig wordt het onderhoud (en uitbreiding) betaald van de donaties van de Birmese bevolking en de entreegelden van de buitenlanders.

 

De trappen naar de Shwedagon Paya
20.000 gouden platen van 90 kilo
Shwedagon Paya
Om de grote stoepa zijn talloze paviljoens, altaren, boeddhabeelden en gebedshallen gebouwd. Aan de voet van de grote pagode staan nog eens 64 (8x8) kleinere pagodes, waarop en waaromheen allerlei beelden van mythologische figuren zijn geplaatst. Overal zijn mensen bezig bloemen, fruit en geld te offeren bij boeddhabeelden of ze zitten met gesloten ogen te mediteren of teksten te prevelen terwijl ze de kralen van een gebedssnoer door hun vingers laten glijden. We kijken onze ogen uit en maken veel foto's.

We worden regelmatig aangesproken door mensen die ons graag meer willen vertellen over de pagode. In de Lonely Planet hebben we gelezen dat deze gidsen achteraf 10 US$ of meer vragen voor hun diensten. We wimpelen ze dan ook vriendelijk af.

Veel Birmezen offeren bij het altaartje dat hoort bij hun geboortedag. Elk van de 8 tempels op het platform staat voor een dag uit de week (woensdag wordt in tweeën gedeeld), een windrichting, een bijbehorend dier en een planeet. De geboortedag is voor boeddhisten namelijk belangrijker dan de geboortedatum zelf. Men gelooft namelijk dat de dag waarop je geboren bent een bepalende invloed heeft op je levensloop en op je karaktereigenschappen. De altaartjes bestaan uit een verhoging met een boeddhabeeldje en in de voet van het altaar is het betrokken dier verwerkt. De gelovigen komen bloemen, wierook en kaarsen offeren en gieten gezegend water over het beeldje om zo geluk te bewerkstelligen.

Leo bij het altaar voor zaterdag
Leo bij het altaar van zijn geboortedag
Een oude man vraagt aan ons op welke dag we zijn geboren. Hij kijkt ons verbaasd aan als we moeten bekennen dat we dat niet weten. Daar weet hij echter wel wat op. Uit zijn zak haalt hij een boekje waarin exact alle data en bijbehorende dagen vermeld staan. Leo blijkt op een zaterdag te zijn geboren en is een draak. Roos is op een maandag geboren en is een tijger.
De oude man brengt ons naar "onze" altaartjes en vertelt wat we moeten doen. We moeten kopjes gezegend water over het boeddhabeeld en het dier gooien. Het aantal kopjes water? Hetzelfde als je leeftijd plus 1. Leo krijgt dan ook een lamme arm van het water scheppen.
Monniken We raken we in gesprek met Leonard en Usha, die ook sinds enkele dagen in Myanmar verblijven. Ze zijn op straat aangesproken door iemand die ze een 14-daagse reis met een taxi aanbood en ze hebben dit nu in overweging. Ze vragen aan ons of we misschien geïnteresseerd zijn om mee te reizen en de taxi te delen. We moeten er even over nadenken. Het voordeel van het reizen met een auto is dat we zelf kunnen bepalen welke route we rijden, hoe laat we vertrekken, we kunnen overal stoppen om foto's te maken, je zit lekker luxe etc. Het enige nadeel is de prijs. We spreken met ze af dat we alleen meegaan als we een goede (lagere) prijs kunnen afspreken en kunnen beschikken over een minibusje in plaats van een personenauto (met z'n drieën op de achterbank wordt het immers wat krap en warm). We spreken af dat we elkaar vanavond ontmoeten om de deal verder af te ronden.

We blijven nog een paar uurtjes ronddwalen. De zon gaat langzaam onder en de gouden pagode wordt prachtig oranje. Overal worden kaarsen aangestoken en het begint op een sprookje te lijken. Op het complex zien we nu veel monniken en nonnen. We maken foto's van twee nonnen en beloven ze de foto's op te sturen. Ze praten nauwelijks Engels en via een andere man horen we dat ze graag nog een keer op de foto willen, maar dan op de moderne roltrap bij één van de ingangen van de pagode!
We voeren nog een aantal gesprekken met mensen. Bijna iedereen moet lachen als ze horen dat wij 5 US$ entree moeten betalen voor deze pagode. Nu weten ze waar al dat goud van gekocht wordt!

 

Nogmaals op de foto, maar dan op de roltrap
Nogmaals op de foto, maar dan op de roltrap
Shwedagon by night
Shwedagon by night
's Avonds verlaten we in gezelschap van Leonard en Usha de Shwedagon pagode en gaan we op zoek naar het huis van de Birmees die de taxi heeft aangeboden. Als we aankomen bij het huis, dat zich in een niet zo frisse buurt bevindt, wil niemand van ons de smalle donkere trap op. Met behulp van onze noodfluit en de buren lukt het ons om de aandacht te trekken van de bewoners van het pand. Helaas blijkt de man niet thuis te zijn en hij is vanavond ook niet meer bereikbaar. Het ziet er dus naar uit dat de deal vanavond niet rondkomt. Als we echter in het Okinawa restaurant zitten te eten stapt de man opeens binnen. Na lang onderhandelen lukt het ons om een deal te sluiten (voor de details zie Achter de schermen onder Algemeen / Transport in Myanmar). Overmorgen vertrekken we voor een trip door Myanmar.

Om 23.00 uur lopen we terug naar ons hotel. De straten zijn afgezet, er rijdt geen verkeer en er zijn bijna geen mensen op straat. Het lijkt wel of er een uitgaansverbod van kracht is. De enige levende wezens die we tegen komen zijn enorme ratten en vette kakkerlakken die de tijd van hun leven hebben in het afval op straat.

Als we aankomen bij het hotel, blijkt er in de hal een groep Nederlanders te zitten. Ze zijn deze avond teruggekomen van een rondreis door Myanmar. We besluiten even een glaasje mee te drinken. Als we vertellen dat we gisteren zijn aangekomen in Myanmar, is de eerste vraag van de groep: "Wat voor weer is het in Nederland?". Als we antwoorden met: "Toen we in september vertrokken was het lekker weer", zit iedereen ons even wazig aan te kijken. De hilariteit wordt nog groter als Leo één van de groepsleden herkent als een collega die bij hem in het ziekenhuis werkt. Vreemd dat je aan de andere kant van de wereld, heel toevallig, een collega tegenkomt. We praten gezellig bij en het wordt al snel laat. Gelukkig kunnen we morgen uitslapen.

Wat kan reizen toch raar zijn. 's Morgens ga je de deur uit met de gedachte een busticket te kopen en 's avonds ga je naar bed in de wetenschap dat je met twee andere mensen (die je helemaal niet kent) 14 dagen een taxi gaat delen en dan kom je ook nog eens aan de andere kant van de wereld een collega tegen. Kan het nog gekker?

Fotoserie 48b
Achter de schermen
Volgende verslag