Verslag 40 - Yangon (deel 2) | ||
Dinsdag 8 januari, na het ontbijt gaan we op pad om bustickets te regelen.
Gisteren hebben we besloten om eerst naar Pyay te reizen. We hebben gelezen
dat er aan de overkant van het treinstation veel ticketbureaus van private
busondernemingen zijn gevestigd. Dat wordt dus een stevige wandeling naar
het treinstation. Ondanks het vroege tijdstip loopt de temperatuur al
aardig op. |
||
Een oude vriendelijke man ziet ons vertwijfeld rondlopen en is bereid
ons te helpen. Hij adviseert ons om naar een ander busstation te gaan
om informatie in te winnen over plaatselijke bussen. De verwarring is
nu compleet. Welke route zullen we nemen? Slaan we dan niets over? Zullen
we toch onderweg uitstappen? Nemen we de trein of toch een locale bus?
We besluiten nog geen tickets te kopen en nog even na te denken over de
route. Een zeer behulpzame man bij Leo Travel adviseert ons om eerst met
een locale bus naar Bago te reizen om vandaar uit een expressbus naar
het Noorden te nemen. Dat lijkt ons een goed plan. Voor de busrit naar
Bago hoeven we geen plaatsen te reserveren en dus beginnen we aan onze
wandeling terug naar het centrum van Yangon. |
||
Straatverkoopster in Yangon |
Op straat lopen vrijwel alle mannen in een geruite of
gestreepte longyi (eigenlijk is het gewoon een lange rok), het traditionele
kledingstuk van Myanmar. De longyi is een lange doek die aan de korte
zijden aan elkaar is genaaid. De mannen draaien de doek aan de voorkant
in elkaar en het valt ons op dat ze de knoop om de paar minuten los en
vast maken. Waarschijnlijk doen ze dit om geen onwelvoeglijke delen bloot
te geven. We hebben namelijk gehoord dat ze er geen ondergoed onder dragen!
|
Verder valt ons overal de cheroot, de Birmese sigaar op. We zien ze in alle soorten en maten: van dunne groene sigaartjes tot dikke bolknakken. Niet alleen de mannen roken ze. De vrouwen kunnen er ook wat van en de oudere dames hebben vaak zo'n dikke bolknak (het lijkt wel een klein maïskolf) in hun mondhoek hangen. Tot overmaat van ramp worden de rode, door beetwortel aangetaste tanden zichtbaar als ze ons vriendelijk toelachen. Hierover in latere verslagen meer. We wandelen over de Bogyoke Aung San markt, een grote overdekte markt met geplaveide vloeren. In de jaren zeventig heette deze markt Scot Market en het was toen de grootste smokkelmarkt van Birma. Tegenwoordig is de markt erg op het toerisme georiënteerd en kan je er werkelijk van alles kopen. Er zijn honderden winkeltjes, maar er zijn ook theehuizen en snackstalletjes te vinden. |
|
Om drie uur 's middags
nemen we een taxi naar de Shwedagon Pagode. We wilden niet eerder
gaan omdat we gelezen hebben dat het marmer gloeiend heet en ondraaglijk
wordt voor westerse voeten.
|
De trappen naar de Shwedagon Paya |
Honderden gouden torentjes |
Boven moeten we 5 US$ (of FEC's) per persoon entree betalen. |
In het midden staat de 98 meter hoge stoepa. De pagode is bedekt 20.000
platen goud van elk 90 kilo en wordt elk jaar opnieuw verguld. Op de top
van de pagode (hti) staat een gouden bol met een doorsnede van
25 centimeter, die bezet is met duizenden diamanten en een enorme smaragd.
Ook de windvaan eronder is met duizenden edelstenen bezet. De geschatte
waarde: 750 miljoen US$.
|
20.000 gouden platen van 90 kilo |
|
Om de grote stoepa
zijn talloze paviljoens, altaren, boeddhabeelden en gebedshallen gebouwd.
Aan de voet van de grote pagode staan nog eens 64 (8x8) kleinere pagodes,
waarop en waaromheen allerlei beelden van mythologische figuren zijn geplaatst.
Overal zijn mensen bezig bloemen, fruit en geld te offeren bij boeddhabeelden
of ze zitten met gesloten ogen te mediteren of teksten te prevelen terwijl
ze de kralen van een gebedssnoer door hun vingers laten glijden. We kijken
onze ogen uit en maken veel foto's. We worden regelmatig aangesproken door mensen die ons graag meer willen vertellen over de pagode. In de Lonely Planet hebben we gelezen dat deze gidsen achteraf 10 US$ of meer vragen voor hun diensten. We wimpelen ze dan ook vriendelijk af. |
Veel Birmezen offeren bij het altaartje dat hoort bij hun geboortedag.
Elk van de 8 tempels op het platform staat voor een dag uit de week (woensdag
wordt in tweeën gedeeld), een windrichting, een bijbehorend dier
en een planeet. De geboortedag is voor boeddhisten namelijk belangrijker
dan de geboortedatum zelf. Men gelooft namelijk dat de dag waarop je geboren
bent een bepalende invloed heeft op je levensloop en op je karaktereigenschappen.
De altaartjes bestaan uit een verhoging met een boeddhabeeldje en in de
voet van het altaar is het betrokken dier verwerkt. De gelovigen komen
bloemen, wierook en kaarsen offeren en gieten gezegend water over het
beeldje om zo geluk te bewerkstelligen. |
Leo bij het altaar van zijn geboortedag |
|
Een oude man vraagt
aan ons op welke dag we zijn geboren. Hij kijkt ons verbaasd aan als we
moeten bekennen dat we dat niet weten. Daar weet hij echter wel wat op.
Uit zijn zak haalt hij een boekje waarin exact alle data en bijbehorende
dagen vermeld staan. Leo blijkt op een zaterdag te zijn geboren en is een
draak. Roos is op een maandag geboren en is een tijger. De oude man brengt ons naar "onze" altaartjes en vertelt wat we moeten doen. We moeten kopjes gezegend water over het boeddhabeeld en het dier gooien. Het aantal kopjes water? Hetzelfde als je leeftijd plus 1. Leo krijgt dan ook een lamme arm van het water scheppen. |
||
We raken we in gesprek met Leonard en Usha, die ook sinds enkele dagen in Myanmar verblijven. Ze zijn op straat aangesproken door iemand die ze een 14-daagse reis met een taxi aanbood en ze hebben dit nu in overweging. Ze vragen aan ons of we misschien geïnteresseerd zijn om mee te reizen en de taxi te delen. We moeten er even over nadenken. Het voordeel van het reizen met een auto is dat we zelf kunnen bepalen welke route we rijden, hoe laat we vertrekken, we kunnen overal stoppen om foto's te maken, je zit lekker luxe etc. Het enige nadeel is de prijs. We spreken met ze af dat we alleen meegaan als we een goede (lagere) prijs kunnen afspreken en kunnen beschikken over een minibusje in plaats van een personenauto (met z'n drieën op de achterbank wordt het immers wat krap en warm). We spreken af dat we elkaar vanavond ontmoeten om de deal verder af te ronden. |
We blijven nog een paar uurtjes ronddwalen. De zon gaat langzaam onder
en de gouden pagode wordt prachtig oranje. Overal worden kaarsen aangestoken
en het begint op een sprookje te lijken. Op het complex zien we nu veel
monniken en nonnen. We maken foto's van twee nonnen en beloven ze de foto's
op te sturen. Ze praten nauwelijks Engels en via een andere man horen
we dat ze graag nog een keer op de foto willen, maar dan op de moderne
roltrap bij één van de ingangen van de pagode!
|
Nogmaals op de foto, maar dan op de roltrap |
Shwedagon by night |
's Avonds verlaten we in gezelschap van Leonard en Usha de Shwedagon pagode en gaan we op zoek naar het huis van de Birmees die de taxi heeft aangeboden. Als we aankomen bij het huis, dat zich in een niet zo frisse buurt bevindt, wil niemand van ons de smalle donkere trap op. Met behulp van onze noodfluit en de buren lukt het ons om de aandacht te trekken van de bewoners van het pand. Helaas blijkt de man niet thuis te zijn en hij is vanavond ook niet meer bereikbaar. Het ziet er dus naar uit dat de deal vanavond niet rondkomt. Als we echter in het Okinawa restaurant zitten te eten stapt de man opeens binnen. Na lang onderhandelen lukt het ons om een deal te sluiten (voor de details zie Achter de schermen onder Algemeen / Transport in Myanmar). Overmorgen vertrekken we voor een trip door Myanmar. |
Om 23.00 uur lopen we terug naar ons hotel. De straten zijn afgezet,
er rijdt geen verkeer en er zijn bijna geen mensen op straat. Het lijkt
wel of er een uitgaansverbod van kracht is. De enige levende wezens die
we tegen komen zijn enorme ratten en vette kakkerlakken die de tijd van
hun leven hebben in het afval op straat. |