Verslag 39 - Yangon (Rangoon) |
|
Toen we aan vrienden en kennissen vertelden dat we naar Myanmar gingen,
vroegen velen of dit een land is. Jazeker, Myanmar is een land en het is
beter bekend als Burma of Birma. In 1989 werden veel geografische namen
veranderd door een vurig nationalisme van de regering: Birma werd Myanmar,
Rangoon werd Yangon en Pagan werd Bagan etc. De oude namen van voor de Britse
colonisatie in 1886 worden in ere hersteld. Myanmar wordt ook wel het 'gouden land' genoemd vanwege de duizenden gouden pagodes die het land heeft. Het is het grootste land van het Zuidoost-Aziatische vasteland en is ongeveer 19 keer zo groot als Nederland. Om een indruk te krijgen: de grootste afstand van noord naar zuid is meer dan 1.500 kilometer en de afstand van west naar oost 900 kilometer. Er is echter een donkere kant aan Myanmar. Myanmar heeft namelijk een machtsbeluste militaire dictatuur die een verschrikkelijke staat van dienst heeft op het gebied van de mensenrechten. Een stukje geschiedenis: In 1886 wordt Birma door Groot-Brittannië geannexeerd. Aan het einde van Tweede Wereldoorlog wordt onder leiding van Aung San en U Nu de 'Anti Fascist People's Freedom League (AFPFL)' opgericht. In 1947 wordt Aung San echter vermoord en op 4 juni 1948 krijgt Birma zijn onafhankelijkheid. U Nu werd Premier. Al snel ontstaan opstanden van de communisten en een aantal minderheidsgroepen met als gevolg dat in 1962 generaal Ne Win een staatsgreep pleegt en de regering vervangt door een Revolutionaire Raad die een eind maakt aan 14 jaar parlementaire democratie. De verslechterende economie leidt tot groeiende onvrede onder de bevolking. In reactie hierop wordt in 1972 een parlement opgericht. De militaire dominantie duurt echter voort en de economie verslechtert verder. Tegen deze achtergrond ontstaan in 1987 grote opstanden, waaraan studenten, monniken, boeren en ambtenaren deelnemen. Dit pikt het leger niet; de opstanden worden hardhandig onderdrukt en veel mensen komen om het leven. Het leger richt in 1989 ook de militaire 'State Law and Order Restoration Council' (SLORC) op. De SLORC schaft alle staatsorganen af (waaronder het parlement), stelt de grondwet buiten werking, stelt een demonstratieverbod en een uitgaansverbod in, verandert de naam van het land in Myanmar en belooft in 1990 verkiezingen te houden. De partij van Aung San Suu Kyi (de dochter van Aung San), de National League for Democracy (NLD),komt bij de verkiezingen als grote winnaar uit de bus. De SLORC weigert echter de verkiezingsuitslag te erkennen en de macht over te dragen aan een burgerregering. Ze proberen de NLD te vernietigen door kaderleden te arresteren en te vermoorden. Aung San Suu Kyi krijgt huisarrest (de militairen durfden haar blijkbaar niet te hard aan te pakken). Tot op de dag van vandaag regeert het regime met ijzeren hand. De feitelijke machtsuitoefening is volledig in handen van de militairen gebleven. In juli 1995 wordt het huisarrest van Aung San Suu Kyi opgeheven, maar de SLORC treedt steeds harder op tegen de NLD. Aung San Suu Kyi wordt tot op heden ernstig in haar bewegingsvrijheid beperkt en de SLORC heeft tot op heden de touwtjes strak in handen. Er is in Birma geen sprake van een onafhankelijke rechterlijke macht. Rechters worden benoemd en moeten aanwijzingen van de overheid opvolgen. Hierdoor is machtsuitoefening door de overheid in essentie willekeurig en lijdt de bevolking onder de terreur van een wreed en onderdrukkend regime. Iedereen kan zo worden opgepakt en voor onbepaalde tijd verdwijnen in de gevangenis, gevangen krijgen een onmenselijke behandeling en schendingen van de rechten van leden van minderheidsgroepen zijn aan de orde van de dag. Myanmar heeft meer dan dertig jaar zijn grenzen gesloten gehouden voor buitenlandse bezoekers, maar sinds 1994 mogen buitenlanders voor een periode van maximaal vier weken zelfstandig rondreizen. Het grootste deel van Birma is echter (nog) niet toegankelijk voor toeristen, sommige gebieden zijn alleen met een gids toegankelijk en andere kan je alleen per vliegtuig bereiken. Omdat het land zo lang geïsoleerd is geweest, zou een reis door Myanmar lijken op een kijkje in het Azië van 40 jaar geleden. We hebben gelezen dat het land veel te bieden heeft en één van de meest fascinerende bestemmingen van Zuidoost-Azië is. Er zijn duizenden tempels en pagoden, markten, kleurrijke bergvolkeren en een zeer gastvrije en vriendelijke bevolking. Dit vraagt om een bezoek, maar toch hebben we getwijfeld of we wel naar Myanmar zouden gaan. Om begrijpelijke redenen is Myanmar immers als reisdoel hevig omstreden. We besluiten dus toch maar om te gaan. We houden ons zelf voor dat door er niet heen te gaan de situatie niet zal veranderen en waarschijnlijk zelfs slechter zal worden. We denken een positieve bijdrage te kunnen leveren aan de lokale economie, mits het geld niet in de verkeerde zakken verdwijnt. Dit betekent dat we zoveel mogelijk zullen eten en slapen bij kleine particulieren die niets met het regime te maken hebben. Verder denken we dat het voor de regering moeilijker wordt om foute dingen te doen als dit door toeristen wordt waargenomen. De kans dat het slechte nieuws het land uitkomt, is groter dan wanneer we niet gaan. |
|
Vlucht TG 303 naar Yangon - Myanmar |
Zo gebeurt het dat wij vandaag, maandag 7 januari 2002, Khaosan Road
in Bangkok verlaten op het onmogelijke tijdstip van 5.00 uur 's morgens.
Voor 60 baht per persoon hebben we bij één van de tientallen
reisbureautjes in Khaosan Road een plaats in een minibusje naar het vliegveld
gekocht. |
Bij de douane wordt eerst ons paspoort en visum gecontroleerd en afgestempeld.
Vervolgens volgt de grote wisseltruck. Iedere toerist is namelijk verplicht
om 200 US$ te wisselen voor FEC's (Foreign Exchange Currency), een munteenheid
speciaal voor toeristen. Eén FEC is precies gelijk aan een dollar.
Waarom dit verplicht is? De overheid probeert te voorkomen dat de harde
dollars bij de bevolking terechtkomen. Ze willen ze liever zelf incasseren.
(Inmiddels zijn de FEC's afgeschaft) |
|
Als we de douane
uitkomen, worden we belaagd door tientallen taxichauffeurs. De eerste wil
5 US$ hebben voor een rit naar het centrum van Yangon (circa 45 minuten
rijden), maar uiteindelijk daalt de prijs naar 2 US$. Bij de uitgang van
het vliegveld staan twee vriendelijke meisjes die hotelaccommodaties aanbieden.
We bekijken wat foto's van de diverse hotels en zoeken een goedkoop hotel
uit. We maken de afspraak dat we nog niets betalen en alleen maar gaan kijken.
Ze bieden ons gelijk een taxi aan voor 1 US$. Daarmee verdienen we dus gelijk
1 US$. |
|
Tijdens de taxirit worden we direct geconfronteerd met de zwarte wisselmarkt.
Het verhaal van de FEC's is namelijk nog niet alles. Hotels, kaartjes
voor treinen en entreegelden moeten meestal in dollars of FEC's betaald
worden. Producten van lokale markten, maaltijden en lokaal vervoer moeten
in de munteenheid van Myanmar, de kyat (spreek uit: tsjat), worden betaald.
De officiële wisselkoers is vastgesteld op 6 kyat voor een dollar
of FEC, maar het personeel van de bank zal je niet serieus nemen als je
bij hen FEC's voor kyat komt wisselen. Op de zwarte markt krijg je namelijk
veel meer voor dollars of FEC's. In de taxi wordt ons 600 kyat voor één
FEC aangeboden, 100 keer meer dan bij de bank! Een bord rijst kost met
de koers van de bank al snel 20 US$! Als we de kamer hebben gezien, blijkt dat ze veel meer geld vragen dan
dat ze ons op de luchthaven hebben voorgespiegeld. We besluiten dan ook
op zoek te gaan naar een ander hotel. De hoteleigenaar reageert enigszins
boos en roept ons nog na dat vele andere toeristen, waaronder Nederlanders,
het wel betalen. Als we weer in de taxi zitten, probeert men ons nog te
interesseren voor een rondreis met een taxi door Myanmar. Als we zeggen
dat we met de bus willen rondreizen, kijken ze bedroefd en reageren met
de woorden: "cheap, cheap, cheap". |
Bij de receptie van het hotel ontvangen we een kaart van Myanmar en Yangon.
We besluiten direct de omgeving te gaan verkennen. |
Oude Engelse stadbussen |
|
|
We zien veel oude
koloniale huizen. Het is allemaal wel vergane glorie; de verf is afgebladderd,
de houten luiken kunnen niet meer dicht en er is veel achterstallig onderhoud.
Je kan goed zien dat de bevolking het eens beter heeft gehad. |
|
Op straat zitten veel verkopers met hun waren op de grond. Behalve fruit, etenswaren en bloemen, worden er ook tijdschriften en tweedehands spullen aangeboden. Aan de andere kant zien we echter ook grote winkels waar de nieuwste elektronica wordt verkocht. Er is zelfs een heel groot Sonycentrum, waar de laatste Sonyprodukten worden aangeboden. Voor de meeste Birmezen zal de aanschaf van een videocamera of computer echter wel een droom blijven. | ||
Bij één van de straatstalletje zien we in een aantal droge takjes felgekleurde slangetjes hangen. We proberen er achter te komen waarvoor men deze slangetjes gebruikt, maar helaas spreekt er niemand Engels. Al snel hebben we een grote groep Birmezen om ons heen staan die zich allemaal met het 'gesprek' bemoeien. Plotseling wurmt een kleine vrouw zich door de mensenmassa en vraagt in perfect Engels aan ons of ze ons kan helpen. Via haar komen we te weten dat de boomschors die hier om medicinale redenen wordt verkocht, gedurende een bepaalde korte tijd in het jaar wordt gewonnen. Tijdens het 'oogsten' worden de slangetjes gevangen. Ze worden alleen als huisdier gebruikt en zijn niet giftig. Ze regelt ook dat we foto's mogen maken. Onze eerste ontmoeting met de bijzondere gastvrijheid van Myanmar! |
Felgekleurde slangen als huisdier |
|
De vrouw vertelt dat ze heeft gestudeerd, Engels les geeft en een gids-licentie heeft. Ze heeft familie in Europa wonen. Als we verder lopen blijft ze naast ons lopen en nodigt ze ons uit voor een kopje thee. We willen niet weigeren en besluiten met haar mee te gaan naar een typisch Birmees theehuis. Onder het genot van een kopje mierzoete thee ontstaat er een gezellig gesprek. Ze vertelt onder andere dat er vroeger geen drinkgelegenheden waren als die waar we nu zijn. We weten dat mensen in Myanmar niet in het openbaar vrijuit met toeristen
kunnen praten. Ze zegt echter dat dit voor haar geen probleem is omdat
ze een gids-licentie heeft. Het is zo gezellig dat we al snel vergeten
dat we in Myanmar zijn en dat vrijuit spreken gevaarlijk voor de bevolking
kan zijn. We praten over ons werk, computers en internet en ook het verhaal
over de "binnengesmokkelde" telefoon komt ter sprake. Na een
uurtje wisselen we adressen uit. Ze geeft ook haar telefoonnummer en zegt
dat we haar tijdens de reis altijd kunnen bellen als we hulp nodig hebben.
|
De Sule Paya |
We lopen naar een goudkleurige pagode die we boven de daken zien uitsteken.
Het blijkt de Sule Paya (paya is het Birmese woord voor stupa)
te zijn. Voor de inwoners van Yangon is dit het centrum van de stad. De
48 meter hoge, vergulde stoepa staat midden op een groot verkeersplein
en is volgens een legende gebouwd rond een haar van Boeddha.
|
|
Onder aan de trappen van de pagode trekken we onze schoenen uit en lopen
de trappen op. We lopen een rondje rond de pagode. Zoveel goud, het doet
gewoon pijn aan je ogen. Dit is onze eerste kennismaking met één
van de honderden pagodes die we de komende tijd gaan zien. |
Eetbaar? |