Print dit verslag
Verslag 76 - Luang Prabang (deel 1)

Luang Prabang ligt in een vallei op 600 meter hoogte, op de plaats waar de Nam Khan-rivier in de Mekong-rivier stroomt en wordt omringd door heuvels en bergen. In de jaren '60 en '70 (Vietnamoorlog) heeft Laos het hoogste aantal bommen per inwoner moeten incasseren omdat de Amerikanen de bevoorradingsroutes van de Noord-Vietnamezen die gedeeltelijk door Laos liepen probeerden te vernietigen. Toch is een groot aantal historische tempels en gebouwen in Luang Prabang bewaard gebleven. De Unesco benoemde de stad in 1995 zelfs tot 'de best bewaarde stad van Zuidoost-Azië' en plaatste Luang Prabang in zijn geheel op hun werelderfgoedlijst. Daarmee werd Luang Prabang eveneens de voornaamste toeristische bestemming van Laos.
We moeten eerlijk bekennen dat we meer van Luang Prabang hadden verwacht. Door alle verhalen waren onze verwachtingen misschien iets te hoog gespannen. Luang Prabang is gewoon een leuk, slaperig, oud koloniaal stadje. We blijven uiteindelijk vijf dagen in Luang Prabang.

De cultuur van Laos is nauw verweven met het boeddhisme en dit is met name in Luang Prabang te merken; De stad is rijk bedeeld met wats (boeddhistische tempels of kloosters), sims (heiligste gebouw van de wat. In dit gebouw komen de monniken samen om te mediteren en nieuwe monniken worden er ingewijd), stoepa's en khuti (sobere verblijven van de monniken).

Als we door de stad lopen en toevallig een wat passeren, nemen we er een kijkje. Het ene gebouw is nog mooier dan het andere; overal zien we muurschilderingen, houtsnijwerk en bladgoud. Het zijn er zo veel dat we niet eens de namen van de tempels kunnen onthouden.
Eén van de vele tempels
Eén van de vele tempels
We besluiten een boottocht op de Mekong te maken. Aan de waterkant van de Mekong huren we een boot met schipper. Hij biedt ons een compleet dagprogramma aan. We besluiten de boot de delen met een Japanner. In het eerste dorpje waar we aanleggen maakt men papier. We zien hoe de bewoners het merg van bamboeplanten met rivierwater tot pulp stampen. Deze pulp smeren ze uit op een frame dat met katoen bespannen is. Ze voegen gekleurde bloemblaadjes toe en laten het geheel drogen. Het eindresultaat is een mooi velletje papier waarvan je onder andere tasjes maken.

Lao Lao stoker
Lao Lao stoker

In Ban Xang Hai leeft te bevolking van het (illegaal) stoken van Lao Lao (rijstjenever), de locale sterke drank. In grote olievaten wordt de drank gestookt. De drank wordt uiteindelijk opgeslagen in grote aarden kruiken. We mogen proeven, maar bedanken beleefd. In de verte horen we tromgeroffel. Het blijken kinderen van het dorp te zijn die muziekles krijgen. Er staan veel ouders te kijken en aanwijzigen te geven.

Als we terug naar de boot lopen, komt er plotseling een jongetje uit een hut naar buiten rennen. In zijn hand heeft hij een stok waarmee hij onder een vlonder en tussen het kreupelhout begint te porren. Nieuwsgierig gaan we naast hem staan. Waar zou hij naar op zoek zijn? Hij krijgt hulp van een ander jongetje. Allebei porren ze driftig met hun stokken tussen het hout.

Opeens zien we een slang. Wij, echte helden, springen snel naar achter en beginnen druk te gebaren waar de slang zit. Binnen enkele seconden heeft de jongen de slang gevangen en met een paar stevige tikken gedood. Hij laat de slang vol trots aan ons zien. De slang is niet dik, maar wel lang! De rest van de dag kijken we bij elke stap waar we onze voeten neerzetten. Wat zijn we blij dat we onze bergschoenen aan hebben!
Geen visserslatijn!
Geen visserslatijn!

De waterstand in de rivier is laag. Ons bootje moet dan ook regelmatig tussen de uitstekende rotsblokken gemanoeuvreerd worden. Langs de rivier worden grote stukken van de berghellingen platgebrand om plaats te maken voor akkers en het is soms dan ook erg mistig.
Af en toe worden we ingehaald door een zogenaamde fastboot. In deze kleine bootjes zitten meestal toeristen die op weg zijn naar de Thaise grens. Ze hebben een valhelm op en scheren met een noodgang over het water. Het geluid van de motor is oorverdovend. Het is onvoorstelbaar dat de schippers met deze snelheid de rotsen en drijvende stukken hout in het water kunnen ontwijken. In de Lonely Planet hebben we ook een waarschuwing gelezen dat er regelmatig ongelukken met deze boten gebeuren. Als je met deze snelheid ergens tegenaan vaart, zijn de gevolgen meestal vrij ernstig.

Ongeveer 35 kilometer stroomopwaarts van Luang Prabang liggen de grotten van Pak Ou. De grotten zijn sinds de 16e eeuw in gebruik als boeddhistisch heiligdom. In de grotten staan in alle nissen en gaten naar schatting meer dan 5.000 boeddhabeelden in alle vormen en maten. Ze zijn in de loop der eeuwen bijeengebracht door pelgrims.
De boot legt bij de grot aan en we lopen eerst naar de hoogste grot, de Tham Phum. De grot is 54 meter diep en binnen is het pikdonker. Gelukkig kunnen we bij de ingang een zaklantaarn huren. Als we de grot in gaan, zien we duizenden Boeddhabeeldjes staan. Sommige zijn al eeuwen oud. Ook staat er een waterkanaal. Ieder jaar in april brengt de locale bevolking hun boeddhabeelden naar deze grot voor een rituele reiniging in het heilige water dat dan door het waterkanaal stroomt.

Pak Ou Grotten
Pak Ou Grotten

Via een trap lopen we naar de lagere grot, de Tham Ting. Deze grot is veel lichter omdat er door grote gaten licht naar binnen schijnt. Bij de entree staat een altaar met bloemen en wierook. In de grot staan circa 2.500 boeddhabeelden. sommige zijn heel eenvoudig, andere kapot en weer andere zien er uit alsof ze gisteren gemaakt zijn.

Fotoserie 85
Fotoserie 86

Achter de schermen
Volgend verslag