Print dit verslag
Verslag 88 - Bestolen in Indonesië

2 mei 2002. We verlaten om 8.00 uur Gili Trawangan met de boot. We zijn op weg naar Labuanbajo op Flores, waar we morgen aan het eind van de middag hopen te arriveren.
In Bengsal worden we opgewacht door een minibusje dat ons naar het busstation in Mataram brengt. Mataram ligt ongeveer 40 kilometer in de richting van Bali en niet in de richting van Sumbawa. We hadden het kunnen weten; in Azië gaat alles via een omweg.

Roos voelt zich belabberd (voorgevoel?) en Leo stelt voor om de reis uit te stellen en ons af te laten zetten in Senggigi (daar komen we immers weer langs). Roos vindt het echter zonde van de gekochte tickets en we reizen dus verder. In Mataram krijgen we te maken met onze eerste teleurstelling. Op de kaartjes die we krijgen staat dat de bus pas om 14.30 uur vertrekt. Dat betekent dat we drie uur op een klein kuipstoeltje in de hitte moeten wachten en grote moeite moeten doen om de vervelende verkopers van ons af te houden. Het is in Indonesië nog erger dan in India. Iedereen wil iets van je (meestal geld) en achter elk "leuk gesprekje" zit een bijbedoeling. Je krijgt vaak (over het algemeen verkeerde) informatie met de bedoeling iets te verkopen ("nee, er gaat geen bus, maar ik kan je wel brengen" of "als je daar koopt, kost het 100.000 rupiah, maar bij het bedrijfje van mijn vriend kost het maar 80.000 rupiah"). Kortom: wij vertrouwen niemand meer. Indonesië valt ons op dat gebied enorm tegen.

Om 14.30 uur kunnen we eindelijk de bus in. Ze vertellen ons dat de bus om 15.00 uur vertrekt. Om 15.30 uur worden de laatste stoelen achter ons verkocht en gaan we eindelijk op weg. This is Asia man! We hebben de laatste plaatsen voor de achteringang van de bus. Op de achterbank zitten nog vier - uiterst vriendelijke - jongens. Na een paar minuten stoppen we weer. Er stappen nog een paar mensen in, die op plastic krukjes achter ons in het gangpad gaan zitten…

Na een uurtje arriveren we in Labuhan Lombok waar de bus de veerpont tussen Lombok en Sumbawa oprijdt. De tocht naar Porto Tano zal een uurtje duren. We kunnen de bus verlaten en zitten bijna 2 uur (de aangekondigde tijd klopte dus ook niet helemaal) aan dek. Op Sumbawa zien we dat de bevolking met name islamitisch is. In ieder dorpje, hoe klein ook, staat een moskee. Het lijkt wel of er een wedstrijd wordt gehouden welk dorp de grootste moskee heeft. In bijna ieder dorp is men wel bezig met het bouwen van een nieuwe moskee of het restaureren van de reeds bestaande. Het is (voor ons) onvoorstelbaar dat de bevolking zoveel geld besteedt aan de bouw van zulke grote gebouwen, terwijl ze zelf amper te eten hebben. Maar ja, in arme Katholieke en boeddhistische landen is dat niet anders.

Als we in Porto Tano arriveren, maken we ons op voor de lange nachtreis over Sumbawa. Het is inmiddels donker geworden en van Sumbawa zullen we dus niet veel zien. Onze dagrugzakken staan tussen ons in op de grond en onze voeten staan er bovenop. Onder onze bank ligt een grote zak rijst. Leo - op zijn hoede als altijd - zegt nog: "Dat is mooi. Kunnen ze in ieder geval onze tassen niet van achteren pakken".
We rijden over donkere wegen en proberen toch nog wat te slapen, wat ook aardig lukt blijkt later. Als Leo 's nachts wakker wordt, wil hij graag weten hoe laat het is. Zijn horloge zit in zijn overvolle rugzak en hij heeft eigenlijk geen zin om deze te zoeken. Maar Roos (met horloge) ligt zo lekker te slapen dat hij toch besluit om zijn horloge uit zijn rugzak te vissen. Als hij zijn hand in zijn rugzak steekt, blijkt deze echter leeg te zijn. Een boze droom? Nog eens goed voelen. Nee, de computer en de digitale fotocamera zijn echt weg!!!!! Verschrikt maakt hij Roos wakker en vraagt of zij misschien de spullen in haar rugzak heeft gestopt (slaat natuurlijk nergens op). Leo staat op en ziet de jongens op de achterbank zichtbaar schrikken, maar dat doen Aziaten wel vaker als Leo met veel tamtam opstaat. Met de zaklantaarn zoekt hij onder de banken naar de spullen. Opeens tovert een mannetje die achter ons op een plastic krukje zit de computer tevoorschijn. Er staat een grijns op zijn gezicht. Wat de grijns betekent, is ons niet geheel duidelijk. Misschien dat het "kijk eens wat ik hier vind" of "nee alsjeblieft niet slaan" betekent, maar het geeft ons in ieder geval hoop dat de spullen zich nog in de bus bevinden.

boos

Na enig doortastend aandringen van de zijde van Leo, komt ook de digitale camera onder een andere bank vandaan. Als Roos haar rugzak checkt, blijkt dat haar fotocamera ook verdwenen is. Koortsachtig denken we na welke waardevolle spullen we nog meer in onze rugzakken meesjouwen. Shit, ook de mobiele telefoon is uit de rugzak van Leo verdwenen. Het mannetje "helpt" onder enige dwang met zoeken en vindt opeens ook de telefoon en de fotocamera van Roos. Wat zijn we nog meer kwijt?

Het tumult achter in de bus blijft niet onopgemerkt. De bus stopt, de achterdeur wordt geopend en de vijf jongens die om ons heen zaten zijn opeens weg. Shit, shit, shit….de bus rijdt weer verder.

Als we onze spullen verder controleren, blijkt dat ze beide rugzakken op hun gemak doorzocht hebben. Uit het schrift van Rosalie zijn nog overgebleven Thaise Baht verdwenen (circa 45 euro) en ook haar zonnebril is uit de brillenkoker gehaald (de brillenkoker hadden ze waarschijnlijk niet nodig). Met de rugzak van Leo waren ze waarschijnlijk nog niet klaar. Zijn zonnebril en zijn horloge zitten er nog netjes in. Alle ritsen hebben ze weer netjes gesloten en als Leo niet naar zijn horloge had gezocht, hadden we waarschijnlijk pas iets gemerkt als we morgenochtend de bus zouden hebben verlaten. Hoe ze dit voor elkaar hebben gekregen, is ons een absoluut raadsel; Onze voeten hebben constant op de rugzakken gestaan. De fotocamera van Roos zat helemaal onder in haar rugzak. Stranddoeken en toilettas erbovenop. Ze kreeg het amper in haar rugzak, dus hoe hebben ze het eruit gekregen? De mobiele telefoon zat in een klein vakje met een rits in de rugzak van Leo. Als de telefoon gaat, duurt het 5 minuten voor wij de telefoon tevoorschijn kunnen halen. Hoe hebben ze het zo snel voor elkaar gekregen? Als Leo besluit nog even de achterbank aan een nadere inspectie te onderwerpen, vindt hij tussen de zittingen de zonnebril van Roos!

Op de verdwenen 45 Euro na, hebben we dus veel geluk gehad. Als de bus vijf minuten eerder was gestopt of als ze de spullen al in hun eigen tassen hadden gestopt, dan waren we aardig berooid geweest. Nu missen we gelukkig alleen wat geld. We hopen dat onze grote rugzakken nog wel in het bagageruim liggen en dat hier niet in gesnuffeld is. Het gebeurt namelijk nog wel eens dat jongens zich laten opsluiten in het bagageruim van een nachtbus om 's nachts op hun gemak alle rugzakken te doorzoeken op geld en andere waardevolle spullen (zie www.jackieturbo.com).

Om 4.00 uur in de nacht worden we na deze zware en vervelende rit op een busstation in Bima gedropt. Ook hier staan weer tientallen duistere mannen die allemaal aan je trekken en sjorren. Wat doen al die mensen hier midden in de nacht? Moeten ze niet slapen? Leo heeft het helemaal gehad met ze en maakt duidelijk dat iedereen moet OPZOUTEN en wel direct.
Als de bagageruimen open gaan zien we gelukkig onze grote rugzakken liggen. Ze voelen nog steeds erg zwaar aan. Dat zit dus wel goed. We worden naar een oude gammele bus verwezen voor het vervolg van de reis naar Sape. Ze willen dat de rugzakken op het dak van de bus gaan. NO WAY! We nemen ze lekker mee de bus in. Als de bus is volgeladen met mensen en goederen kunnen we weg. De India-achtige muziek galmt uit de loudspeakers, we hebben amper ruimte om te ademen, ze beginnen ook nog eens te roken en gezellig tegen ons te praten. Gaan we naar Komodo? Zij weten nog wel een boot die ons kan brengen. Kost maar 400.000 rupiah. Je wil niet onaardig zijn, maar we kunnen het wel uitschreeuwen: kop houden en zo snel mogelijk doorrijden naar de haven. Op de hoek van de elke straat stoppen we en er blijken steeds meer mensen bij te kunnen. Naast Leo komt een vrouw zitten met een mand met grote vruchten die stinken als de hel (en dat op je nuchtere maag). Honderden mieren kruipen vanuit de mand op zijn broek. Je begrijpt het werd steeds leuker en ons humeur zakte steeds verder (dat dat nog mogelijk was). We hebben een India déjà vu.

Als we eindelijk na twee uur door de bergen rijden om 7.00 uur in Sape aankomen, blijkt de veerpont er (nog) niet te zijn. De ferry zou om 8.00 uur vertrekken en in circa tien uur naar Labuanbajo op Flores varen. Natuurlijk staan er ook hier weer tientallen mannetjes ("hello my friend" - je maakt hier zoveel vrienden) die allemaal hetzelfde vertellen. De ferry komt vanmiddag pas om 16.00 uur. Indonesian-time uiteraard. Het kan ook later worden. Sterker nog, de ferry zou wel eens helemaal niet kunnen komen. Dit houdt dus in dat we de hele dag in de hitte moeten wachten en dat we na vertrek en tien uur varen weer midden in de nacht op Flores aankomen. En we kunnen niet slapen omdat we vanaf nu onze rugzakken continu in de gaten willen houden. Hier hebben we geen zin in. Maar wat is het alternatief? Terug naar Bima en terug met de bus naar Lombok? GEEN DENKEN AAN! Terug vliegen is een optie. Een hele aantrekkelijke zelfs. Maar gaat er vandaag wel een vliegtuig vanuit Bima naar Bali of Lombok? Leo gaat op onderzoek uit (Roos past op de rugzakken en probeert de verkopers en al haar "vrienden" van haar af te slaan) en probeert telefonisch contact te krijgen met het vliegveld of een vliegtuigmaatschappij om informatie in te winnen. Op dit vroege uur wordt helaas de telefoon niet opgenomen.

We besluiten de gok te nemen en terug te gaan naar Bima. Geen Komodo, geen komodovaranen, geen Flores. We hebben het (even) helemaal gehad met Indonesië. Iemand vertelt ons dat we met paard en wagen terug moeten naar het busstation en dat we daar vervoer naar Bima kunnen regelen. In Bima zullen we dan weer vervoer naar het vliegveld moeten regelen omdat het vliegveld 16 kilometer buiten Bima ligt. Maar wederom hebben we geluk (het houdt maar niet op). De enige auto in de buurt (iedereen rijdt hier met paard en wagen) gaat met een lading kreeften naar het vliegveld van Bima. Het vliegveld ligt ruim twee uur rijden vanaf Sape. De chauffeur spreekt geen Engels. Door in het zand te schrijven weet hij ons duidelijk te maken dat hij ons wil meenemen voor 150.000 rupiah (18 Euro), voor hier een belachelijke prijs. Afdingen zit ons inmiddels redelijk in het bloed en ook wij kunnen in het zand schrijven. Uiteindelijk kunnen we voor 50.000 rupiah (ongeveer 5,50 euro) meerijden. We willen niet verder afdingen want dit is nog altijd beter dan een paard en wagen. Lucky us. Nu is het nog de vraag of er een vlucht gaat, of we tickets op het (kleine) vliegveld kunnen kopen en als er een vliegtuig gaat of er nog plaats is. Duimen maar weer.

We scheuren met piepende banden door de bergen en hebben een paar keer bijna een aanrijding (en een bijna dood-ervaring). De chauffeur en bijrijder blijven echter vrolijk lachen en naar alle meisjes zwaaien die ze voorbij rijden (houdt je handen aan het stuur!). In Bima halen we een dame op, die enkele woordjes Engels spreekt en op de luchthaven blijkt te werken. Ze vertelt dat er vandaag om 11.00 uur een vlucht naar Denpasar (Bali) gaat en zij kan ons wel helpen om aan tickets te komen. Onze beschermengel moet ons wel erg goedgezind zijn. Als we op de luchthaven aankomen kunnen we voor 635.000 rupiah een ticket kopen. Eerst betalen, de ticket wordt vanuit Bima naar het vliegveld gebracht. Ze hebben ook geen wisselgeld. "NO WORRY, MY FRIEND, TRUST". Ja ja, dat hebben we al zo vaak gehoord. Het vertrouwen van ons is inmiddels ver te zoeken.
Na een belachelijke security check van onze rugzak (alleen de vuile was en de medicijntas wordt gecontroleerd) kunnen we plaatsnemen in de wachtruimte. De douanebeambte volgt ons. Hebben we misschien een 'medicin' voor zijn zere keel? Hij moet zo hoesten sinds vannacht. Uche uche. We geven hem een Fisherman's FRIEND. De tranen lopen al snel over zijn wangen. Sterk spul hè? Maar blijkbaar vindt hij het wel lekker. Een paar minuten later komt namelijk zijn collega naar ons toe. Hebben we misschien een 'medicin' voor zijn zere keel. Hij moet zo hoesten. Uche uche. Zucht.

Een klein uurtje later krijgen we de vliegtickets en zelfs ongevraagd ons wisselgeld. Volgens de tickets vertrekt het vliegtuig niet om 11.00 uur, maar om 13.30 uur. Weer lang wachten, nog steeds niet slapen en dat in deze hitte. Niemand kan ons vertellen of het vliegtuig ook daadwerkelijk om 13.30 uur vertrekt. Iedereen zegt: "Indonesian time you know?"

Terug naar Bali met Merpati
Terug naar Bali met Merpati

Gelukkig landt er om 13.00 uur een Fokker 27 van Merpati en stijgen we om 13.45 uur op. Om 15.00 uur landen we in Denpasar en nemen we direct een taxi naar het ons bekende hotel. Lekker eten (het eerste eten in twee dagen), douchen en even bijkomen. We hebben een vreemde route genomen van Gili Trawangan naar Denpasar. Het is bijna hetzelfde als de route Amsterdam - Rotterdam via Rome.

Morgen en overmorgen nemen we RUST! Lekker relaxen bij het zwembad van het hotel en bedenken wat we hierna gaan doen. In ieder geval was dit de laatste nachtbus en lange rit in Indonesië. Misschien dat we na het weekend nog teruggaan naar Amed om te snorkelen en te duiken. We kunnen ook onze vlucht een weekje verzetten zodat we een paar dagen langer in Singapore en Bangkok zijn voordat we naar Nieuw Zeeland vliegen. We willen deze ervaringen even verwerken en met een goed gevoel afscheid nemen van Indonesië. Indonesië is fantastisch (zegt men).

Uiteindelijk besluiten we om de vluchtdatum te wijzigen en eerder naar Singapore te vliegen. We moeten dan wel een dag langer in Singapore blijven omdat de vlucht naar Bangkok is volgeboekt. Op naar een nieuw land en nieuwe (minder vervelende) avonturen!

Sorry, geen fotoserie
Achter de schermen
Volgende verslag