Print dit verslag
Verslag 87 - Lombok

Als om 5.15 uur ('s morgens wel te verstaan) onze wekker afloopt, duurt het even voordat we door hebben dat we niet verder kunnen slapen. We zullen om 6.00 uur worden opgehaald voor onze reis naar Lombok. Een kwartiertje later gaat de telefoon. Er staat een chauffeur op ons te wachten. Zijn we al klaar? We geloven onze oren niet. We zijn toch in Azië? Dit is voor het eerst in zeven maanden dat een bus te vroeg is in plaats van te laat. Snel graaien we onze spullen bij elkaar en kruipen slaapdronken achter in het minibusje. Er worden nog twee mensen opgehaald en daarna rijden we naar Padang Bai op Oost-Bali. Om 7.30 uur worden we in een café gedropt en krijgen we de kaartjes voor de boot naar Lombok die om 8.30 uur vertrekt.

Vertrek uit Padang Bai
Vertrek uit Padang Bai

De veerpont naar Lombok blijkt niet veel meer te zijn dan een hoop oud roest. We zoeken een plaatsje op het voordek zodat we tijdens de tocht kunnen afkoelen in de wind. Deze veerpont wordt ook wel de slowboat genoemd en daarom komen we ook pas vijf uur later aan in Lembar op Lombok. We zijn dan de 48 kilometer brede straat tussen Bali en Lombok overgestoken. Onderweg zien we een paar keer groepen dolfijnen voorbij zwemmen.

 

Het aanleggen in Lembar duurt even. De kapitein heeft wel 5 pogingen nodig om de veerpont een beetje recht aan wal te leggen. Al met al is het een relaxte reis op een rustige zee geweest.

In de haven staat weer een busje op ons te wachten om ons naar Senggigi te brengen. Natuurlijk reist er weer een tout in het busje mee die ons een prachtig folder laat zien van "Oma Sittard". Nee, het gaat hier niet om een naaktfoto van een oude vrouw. Het is een folder van een hotel met een Nederlandse eigenaar en de naam Oma Sittard. We besluiten in ieder geval een kijkje te nemen en spreken af dat hij ons naar het centrum van Senggigi brengt als we geen kamer bij Oma nemen. Op de folder ziet het er allemaal gelikt uit en er is zelfs een zwembad. Maar als we aankomen valt Oma Sittard tegen. De Nederlandse eigenaar blijft bij onze aankomst gewoon op zijn stoel zitten en groet ons alleen maar omdat wij hem gedag zeggen. Hij lijkt niet erg geïnteresseerd. We doen een poging om een gesprek aan te knopen. De vraag of hij een Nederlander is, wordt met een kort "ja" beantwoord. Niet zo'n gastvrije ontvangst dus.
We lopen een rondje over het terrein van het hotel en zien dat het zwembad donkergroen water heeft. Volgens ons zouden zelfs vissen dit water niet overleven. Volgens de tout heeft het water deze kleur gekregen door het toegevoegde "medicin" om het water schoon te houden. Vriendelijk vragen we hem om ons toch maar naar het centrum van Senggigi te brengen. Zonder nog een woord te zeggen, brengt hij ons erheen. De Nederlandse eigenaar blijft onbewogen op zijn stoel zitten en zegt niets.

In het centrum gaat Leo op zoek naar een hotel met een zwembad. Roos blijft op de rugzakken passen. Dit is tot nu toe onze tactiek om te voorkomen dat we met onze zware rugzakken een uur rond moeten lopen om een hotel te vinden. Omdat de toeristenindustrie in Indonesië - en met name op Lombok is ingestort - krijgen we leuke kortingen. Toch duurt het weer ruim een uur voordat we besluiten welk hotel we nemen. Het wordt het hotel waar Roos al een uur voor zit te wachten en tegelijk het eerste hotel waar we een uurtje geleden binnenliepen. In dit hotel kunnen we een luxe kamer met airco, tv en ontbijt voor 125.000 rupiah (bijna 15 euro) krijgen. Normaal kost deze kamer 55 US$.
We nemen gelijk een duik in het zwembad. Vlak na ons arriveert er een Nederlands reisgezelschap van Djoser Reizen. Snel laten we doorschemeren dat we Nederlandse boekjes en dropjes erg missen. Helaas is voor de groep het eind van de vakantie in zicht en hebben ze alle dropjes al opgegeten. We krijgen nog wel een paar Nederlandse boeken.

In Senggigi zijn maar weinig toeristen. Als we ons op het strand of in de straatjes vertonen, worden we direct aangesproken door tientallen verkopers en bestuurders van paard en wagen. Voor het openbaar vervoer maakt men hier namelijk gebruik van kleine karretjes die door paardjes worden voorgetrokken. Als het paardje begint te lopen, klinken er belletjes. 's Avonds worden de wagentjes verlicht door kaarsjes en olielampjes. Als je je ogen sluit en luistert naar het geluid, is het net alsof de kerstman in zijn arrenslee voorbij komt (of heeft de hitte nu echt toegeslagen?).
Zonsondergang in Senggigi
Zonsondergang in Senggigi

We besteden enkele dagen aan de rand van het zwembad van het hotel. Hier hebben we tenminste geen last van de verkopers. 's Middags houden we een siësta, schrijven we emails of werken de internetsite bij. 's Avonds genieten we van de zonsondergang, gaan we uit eten, versturen we de getypte mailtjes en voegen verhalen toe aan de site. Soms is reizen heerlijk.

Na enkele dagen vakantie is het tijd geworden om door te reizen. De drie eilandjes Gili Air, Gili Meno en Gili Trawangan liggen voor de noordwestkust van Lombok en we hebben gehoord en gelezen dat deze eilanden ware paradijsjes zijn. We besluiten naar Gili Trawangan te gaan. Dit is het eiland met de meeste voorzieningen (want wie kan er nu zonder internet?), hotels en restaurants. Bij een kantoortje kopen we kaartjes voor de overtocht.
De volgende dag worden we door een minibusje opgehaald en naar de haven van Bengsal gebracht. Daar stappen we over in een kleine smalle boot. Terwijl de dolfijnen om ons heen zwemmen, varen we naar Gili Trawangan.

Het eiland valt ons echter een beetje tegen. De accommodaties liggen niet aan het strand en zijn relatief duur. Na lang zoeken en twijfelen (Roos past weer op de rugzakken) vinden we een kamer waar het beddengoed te vet is om aan te pakken, laat staan om onder te slapen. Het is een tijd geleden dat we onze lakenzakken nodig hadden, maar hier halen we ze maar weer tevoorschijn.
De middag besteden we op het strand. We huren snorkelspullen, maar helaas blijkt hier veel koraal dood te zijn. Volgens de boeken het gevolg van El Ninjo (wie kent hem niet?) en het vissen met behulp van dynamiet. Voor de volgende dag boeken we wel een snorkeltrip in de hoop dat het koraal op andere snorkelplaatsen nog wel leeft.

De volgende ochtend stappen we in een klein bootje en varen we naar de eerste snorkellocatie. Hier zien we veel gekleurde vissen en zeldzaam blauw koraal. Roos komt oog in oog te liggen met een enorme haai (zegt ze) en besluit maar snel weg te zwemmen. De haai besluit dit trouwens ook, zodat niemand op de boot haar nu gelooft.

Oog in oog met een enorme schildpad
Oog in oog met een enorme schildpad

Als we naar de tweede snorkelplek varen, kunnen we door de glasbodem van de boot zien hoe grote zeeschildpadden liggen te rusten op het rif. Dit is gaaf! Snel de zwemvliezen aan, de duikbril op en koppie onder. Al snel wordt de eerste schildpad op ongeveer 5 tot 10 meter diepte (moeilijk te schatten) gespot en hebben we een prachtige kijk op zijn eetgedrag. Als de schildpad lekker wat van de bodem knabbelt, proberen tientallen visjes een graantje mee te pikken. Na een tijdje besluit de schildpad een stukje te gaan zwemmen. Wij er achteraan. De schildpad besluit zelfs omhoog te komen. Op twee meter afstand van ons hapt de schilpad een paar keer naar adem en besluit dan de diepte in te duiken.

Ook op de andere snorkellocaties is veel koraal afgestorven en daarom valt het allemaal - na de snorkeltochtjes en duiken in Tulabem en Ahmed op Bali - een beetje tegen. Leo besluit dan ook om hier niet te gaan duiken. Het was echter wel fantastisch om de schilpad (en de haai) te zien en het maakt heel de dag goed!

Na Gili Trawangan willen we graag naar Komodo-eiland om de Komodovaranen te zien. Vanuit Komodo kunnen we dan verder reizen naar Flores om de drie gekleurde kratermeren te bezoeken. De eilanden in Indonesië blijken echter veel groter te zijn dan we dachten. Om Komodo te bereiken, moeten we eerst heel Lombok en Sumbawa (ruim 450 kilometer) oversteken. Een lange tocht, maar volgens Leo hebben we tijdens de reis nog niet zo vaak afgezien (Roos heeft daar een andere mening over). Roos stelt voor om te gaan vliegen. Dat is toch veel gemakkelijker? We kunnen dan over land terugreizen. Maar helaas. Vanaf Lombok gaan er geen rechtstreekse vluchten naar Flores en Leo heeft geen zin om eerst terug naar Denpasar op Bali te reizen om van daaruit naar Flores te vliegen. Als we toch een lange reis over land moeten maken, kunnen we de heenweg beter over land maken om vervolgens terug te vliegen. We besluiten dus twee dagen en een nacht onafgebroken te gaan reizen. Als we morgenochtend vertrekken, komen we - als alles volgens planning verloopt - overmorgen om ongeveer 16.00 uur in Labuanbajo op Flores aan. Na het bezoek aan Komodo-eiland zullen we dan terugvliegen naar Denpasar op Bali. Klinkt zo eenvoudig…

Fotoserie 98
Achter de schermen
Volgende verslag