Verslag 85 - Naar Amed |
Vandaag
verlaten we in de vroege ochtend Lovina Beach en volgen de kust in oostelijke
richting tot aan Kubutambahan. Hier bevindt zich langs de kant van de weg
de tempel Pura Maduwe Karang. We hebben wat moeite om een parkeerplaats
te vinden. Het is ons namelijk niet duidelijk waar je nu wel of niet mag
parkeren en gezien onze slechte ervaringen met corrupte politie willen we
geen enkel risico lopen. We rijden een paar keer heen en weer en besluiten
de auto uiteindelijk toch langs de kant van de weg te zetten. |
||
Pura Maduwe Karang |
De tempel is gemakkelijk te herkennen door de vele beelden voor de ingang. Vanaf de overkant van de weg komen twee kleine jongetjes als een speer aangerend. Ze willen ons wel gidsen. We slaan het aanbod af, maar het zijn echte volhoudertjes. Ze blijven naast ons lopen en geven ons informatie. Eerst moeten we een donatie geven om de tempel binnen te mogen. Het bedrag wordt netjes in een boek geschreven. | |
In het midden van
de tempel staat een rijk gedecoreerd centraal tempelgebouw, waar toeristen
niet mogen komen. Op de muur om de tempel zijn een aantal fraaie beeldhouwwerken
te zien. Een opvallend tafereel is het plateau waarop een man op een fiets
wordt afgebeeld. Volgens de overleveringen wordt hier de Nederlander W.O.J.
Nieuwenkamp afgebeeld. Deze artiest bracht in 1904 de eerste fiets mee
naar Bali. De Balinezen vonden dit zo bijzonder dat er een beeldhouwwerk
van werd gemaakt. Onze gidsjes wijzen ons nog een ander plateau aan met
de naam 'Boer met koe'. Inderdaad, er wordt een man afgebeeld met een
veel te kleine koe. De koe lijkt meer op een hondje.
|
Onze gids voor W.O.J. Nieuwenkamp |
|
We nemen afscheid van de jongetjes.
Ze maken ons duidelijk dat ze deze informatie natuurlijk niet voor niets
hebben gegeven. Als we opmerken dat we al betaald hebben, blijven ze ondanks
hun teleurstelling toch vriendelijk en zwaaien ons uit. Als we in de auto
zitten, vinden we het toch sneu dat we ze niets gegeven hebben. Maar na
ons bezoek aan de Mothertemple, wordt ons schuldgevoel weer een stuk minder.
Hierover later meer. In de beurt van Batur stoppen we
bij een tempel. Ook hier zijn ze druk bezig met het versieren van de tempel
voor het Galungan-festival. Als we de tempel in willen gaan, wordt ons
duidelijk gemaakt dat we een sarong moeten dragen en natuurlijk staan
er direct enkele verkoopsters met sarongs voor onze neus. |
||
Versieren voor het Galungan-festival |
De dames vragen 70.000 rupiah voor een sarong. Dit is een belachelijke prijs. In Kuta Beach en Lovina Beach werden de sarongs voor circa 10.000 rupiah te koop aangeboden en dus willen we met deze dames niet eens onderhandelen. De dames denken hier blijkbaar anders over en blijven volhouden. Leo haalt uit de auto een sarong van Roos en bindt deze om. Volgens de dames moet hij nu alleen nog een geel lint hebben om als "ceintuur" rond zijn middel te binden. En ja, die kan gehuurd worden voor 10.000 rupiah. Bij de ingang vraagt hij aan de mannen die bezig zijn met de voorbereidingen of hij zo de tempel mag betreden. Ja hoor, geen probleem. De sarong wordt goedgekeurd en zo'n lint is niet nodig. De dames druipen af. |
Vlakbij het plaatsje Penelokan stoppen we aan de rand van een grote krater. In de krater heeft zich een nieuwe vulkaan gevormd, de zeer actieve Gunung Batur. Op een terrasje met uitzicht op de vulkaan en onder het genot van een drankje, lezen we de informatie over dit gebied. Penelokan ligt op een hoogte van
1.450 meter en balanceert op de rand van het Baturmeer, een kratermeer
of caldera. Oorspronkelijk lag het dorpje in het kratermeer. Toen de vulkaan
in 1917 uitbarstte, kwamen duizenden mensen om. De lava stopte echter
precies voor de ingang van een tempel. Een goed teken, vond men en het
dorp werd op de lava herbouwd. In 1926 volgde de volgende uitbarsting.
Deze uitbarsting werd echter door de Nederlanders voorspeld en zij zorgen
ervoor dat veel mensen tijdig geëvacueerd konden worden. Toch kwamen
er ook bij deze uitbarsting nog veel mensen om het leven. |
De Gunung Batur |
Vanaf de kraterrand rijden we het dorp in. We moeten een toegangskaartje kopen en daarna rijden we een smalle weg in en dalen af. We rijden langs ruwe lavavelden, waar nog goed zichtbaar is hoe de lava zich een weg heeft gebaand. Als we in Toya Bungkah aankomen, keren we om en rijden we dezelfde weg terug. Het is vreemd om met je auto in een krater rond te rijden. |
|
Via een heel smal weggetje rijden we naar Besakih. Hier bevindt zich de 'moedertempel' van Bali, de heiligste plaats op heel Bali. Door de verhuurder van de auto zijn we gewaarschuwd hier niet te stoppen voor jongens die heftig staan te zwaaien. Het gebeurt namelijk nog wel eens dat toeristen stoppen en dat de jongens hun diensten aanbieden als gids. Een andere jongen trekt in de tussentijd de benzinetoevoer onder je auto los. Als je wegrijdt, stopt de auto na enige meters en vervolgens is men bereid je tegen een veel te hoge prijs te "helpen". Ze zullen er dan voor zorgen dat de auto - uiteraard tegen betaling - weer "gerepareerd" wordt. Verschillende toeristen zouden al slachtoffer zijn geworden van deze truc. Gelukkig komen wij geen heftig zwaaiende jongens tegen. Bij aankomst in het dorp moeten we
stoppen bij een kantoortje. Het blijkt dat we entreegeld moeten betalen.
De man vraagt 20.000 rupiah. Als we hem vragen om een ticket daalt de
prijs opeens naar 15.000 rupiah. Nogmaals vragen we hem vriendelijk om
ons tickets te geven. Met veel tegenzin geeft hij ons de tickets en inderdaad
wat we al dachten, het kost maar 3.100 rupiah per persoon en 1.500 rupiah
voor de auto. Een totaalbedrag van slechts 7.700 rupiah. We
hebben slechts 6.000 rupiah aan klein geld en enkele briefjes van 50.000
rupiah. De man blijkt niet te kunnen wisselen en besluit met 6.000 rupiah
genoegen te nemen. Voor dit geld mogen we doorrijden, maar krijgen we
geen tickets zodat hij het geld toch nog in zijn eigen zak kan steken. Als we de auto hebben geparkeerd
worden we direct belaagd door lokale gidsen. Ze roepen allemaal dat we
alleen de tempel in mogen als we een sarong dragen en als we een gids
bij ons hebben. We kopen voor Leo een sarong (10.000 rupiah) en negeren
de gidsen. |
||
De moedertempel in Besakih |
We moeten enkele honderden meters de heuvel oplopen naar de ingang van de tempel. Een gids loopt met ons mee en biedt zijn diensten aan voor 3 US$ per persoon. We negeren hem en lopen stug door. Bij de ingang van de tempel nemen we een paar foto's en worden opnieuw belaagd door mannetjes die hun diensten aanbieden. Als we de tempel in willen gaan, roepen ze allemaal dat je zonder gids niet naar binnen mag. Dit hebben we echter nergens gelezen. Wij denken dat het een slimme manier is om snel rijk te worden. Uiteindelijk kiezen we eieren voor ons geld en vinden na heftige onderhandelingen een gids die ons voor 5.000 rupiah per persoon wil rondleiden. |
|
Via lange trappen bereiken we de tempel op de helling van de heiligste berg van Bali, de Gunung Agung vulkaan, de geboorteplek van de goden. De tempel is op normale dagen vrij sober, maar momenteel is de tempel mooi versierd in verband met het komende Galungan-festival. Voor de tempel staan gekleurde parasollen, de beelden zijn aangekleed, in de keukens worden offers klaar gemaakt en verschillende orkesten oefenen op hun klassieke Balinese instrumenten. Bij de keuken liggen twee grote, gillende, vastgebonden varkens. Ook deze varkens zullen geofferd worden. We lopen door de voor toeristen toegankelijke gebieden van de tempel en hebben uitzicht op vijftig zwarte, smalle, pagodes die ieder uit elf verdiepingen bestaan. Mede door de versieringen en de muziek maakt het veel indruk op ons. De tempel werd verwoest tijdens een aardbeving in 1917, maar werd uiteindelijk weer in zijn originele vorm herbouwd om in 1963 nogmaals ernstig beschadigd te raken bij een uitbarsting van de Gunung Agung. Het gehele complex werd daarna wederom gerestaureerd. |
|
||
Via een smalle weg vervolgen we onze weg naar Tirta Gangga. Hier worden we aangesproken door een oude man die oude Nederlandse en Amerikaanse munten aanbiedt. Hij vertelt dat hij de vijf munten die hij nu nog heeft, heeft geërfd van zijn vader. Gisteren heeft hij er toevallig twee verkocht aan een Nederlandse toerist. De zeldzame Nederlandse rijksdaalders (met koning Willem I en II erop) zien er inderdaad erg oud uit. Argwanend als we zijn geworden, vragen we nog even door. We vinden het namelijk vreemd dat de man uitgerekend vandaag heeft besloten om de munten te verkopen en dat de Nederlander die gisteren munten heeft gekocht, ze niet allemaal heeft gekocht (als ze zoveel geld waard zijn). Als we vervolgens zien dat de oude Nederlandse munten in grootte en in gewicht hetzelfde zijn als de Amerikaanse munten, besluiten we het aanbod af te slaan. Misschien hebben we een mooie kans laten lopen om ons vakantiebudget aan te vullen... We besluiten vandaag nog door te rijden naar het plaatsje Amed aan de noordoost kust. De weg wordt steeds smaller en slechter. Voordat we Amed inrijden, moeten we weer stoppen om entreegeld te betalen. Met dit geld betalen we mee aan de aanleg van een telefoonlijn, vertelt de man bij het kantoortje ons. Ook deze man verdient weer meer dan alleen zijn salaris. Een ticket kost 3.100 rupiah, maar de man vraagt maar 5.000 rupiah. Uiteraard zonder tickets. We worden echt moe van al die slimme mannetjes en besluiten eigenwijs gewoon 6.200 rupiah te betalen en eisen onze tickets. De jongen begrijpt er niets van. We stoppen bij de duikschool Eurodive voor informatie. De duikschool blijkt in Nederlandse handen te zijn. Een Nederlands koppel heeft enkele maanden geleden de school overgenomen. De duikschool heeft verschillende cursussen en duiken in het programma en biedt kwalitatief goede duikapparatuur aan. Het ziet er allemaal zeer betrouwbaar uit. Het vinden van een slaapplaats vergt
nogal wat tijd. Amed wordt zeker niet overspoeld door toeristen en er
zijn dan ook nog niet veel hotels te vinden. Het lijkt wel of men hier
twee categorieën heef: te basic of te luxe (lees te duur). Ook duistere
hotels met namen als Reïncarnatie I en II spreken ons niet erg aan. |
Uitzicht vanaf het balkon |
Na lang zoeken vinden we uiteindelijk een prachtige, splinternieuwe bungalow in Lipah. Er worden in totaal 6 bungalows gebouwd, tegen de berg aan, met uitzicht op de baai. Er zijn momenteel 4 bungalows klaar en we kunnen zelf uitzoeken welke we willen hebben. Tegen een introductieprijs van 70.000 rupiah per nacht slapen we in een prachtige bungalow, met marmer op de vloer, een goed bed, een mooie badkamer met een ligbad en aparte douche, een ruim balkon met uitzicht op de baai en heel de dag elektriciteit (voor de ventilator). Een aardige jongen verzorgt de drankjes en geeft ons informatie over de omgeving en de (weinige) restaurants. |
|
Leo vraagt hem voor morgen twee duiken te regelen bij Eurodive. We hebben onderweg nog bij twee andere duikscholen geïnformeerd naar duikmogelijkheden, maar elke school biedt hetzelfde programma aan voor nagenoeg dezelfde prijs. Eurodive heeft een betrouwbare indruk gemaakt en dat er morgen met Nederlanders gedoken wordt, is ook een pluspunt. Aan de overzijde van de weg ligt aan het strand Hotel Pondok Vienna Beach. Op het terras aan het strand eten we een heerlijke nasi goreng speciaal met saté. |