Verslag 29 - Colva Beach | ||
Vandaag voor de
verandering maar weer eens vroeg op. Om 5.45 uur loopt de wekker af want
om 6.50 uur vertrekt de trein naar Madgaon in de provincie Goa. Gisteren
hebben we de treinkaartjes gereserveerd voor de expresstrein (KR2) van Konkan
Railways. We zitten in een speciale wagon waar alleen mensen mogen zitten
die gereserveerde kaartjes hebben. De controleur is erg fanatiek en stuurt
bij elk station de mensen zonder een gereserveerd kaartje terug het perron
op. Sommige kunnen nog maar net in een andere wagon stappen voordat de trein
vertrekt.
|
De Konkan Railway is overigens nog niet zo oud. Op 26 januari 1998 reed de eerste trein over deze spoorlijn, die langs de westkust rijdt en Mumbai (Bombay) met Goa en Goa met Mangalore verbindt, waardoor een treinreis naar het zuiden van India langs de kust mogelijk wordt. De Konkan Railway wordt het grootste Indiase treinproject van deze eeuw genoemd. De totale afstand van de lijn tussen Mumbai en Mangalore is 840 km. Het gebied waar de spoorlijn doorheen werd gelegd, is heuvelachtig en heeft veel rivieren. Er was nooit eerder een goede weg of een spoorlijn aangelegd vanwege het hoogteverschil in het heuvelachtige terrein. Om een verbinding mogelijk te maken, moesten 143 grote bruggen aangelegd worden en meer dan duizend kleine met een totale lengte van 43 km. De trein passeert 72 tunnels waarvan de langste 6,5 kilometer is. De totale lengte van de tunnels is ruim 77 kilometer. |
De trein kan vertrekken |
|
De 6,5 uur durende treinreis voert ons door een prachtig groen landschap.
De bevolking is aan het op werk op de rijstvelden en de plantages. De
trein kruist brede rivieren en af en toe zien we de zee. Regelmatig vermindert
de trein vaart en rijdt door lange donkere tunnels. Dit levert een hels
kabaal op. Als de trein weer sneller gaat rijden komt er een donkere,
stinkende rook (van de diesellocomotief) de wagon binnen. Op elk station
staat een perronwachter met een vlaggetje te zwaaien als de trein kan
vertrekken. Om 13.15 uur rijdt de trein het station van Madgaon binnen.
Het was een leuke en mooie reis en de tijd is omgevlogen. Na een vergelijkend strandonderzoek in de Lonely Planet en de Footprint
zijn Colva en Benaulim als winnaars uit de bus gekomen. Deze twee dorpjes
beschikken over de mooiste zandstranden met palmbomen tot aan het strand
en ze zouden nog niet zijn uitgegroeid tot Indiase Benidorms. Wij kiezen
voor Colva omdat dit plaatsje iets minder rustig is dan Benaulim. Er moet
natuurlijk ook wel wat te beleven zijn! |
Het strand van Colva
|
|
The Seahorse |
In Colva vertoeven we enkele dagen op het prachtige strand. Lekker niets doen. Bij één van de weinige strandtentjes 'The Seahorse', hebben ze gratis ligbedden onder een parasol van palmbladeren. De jongens van het tentje zijn erg aardig en bedienen zelfs op het strand. Lekkere verse fruitjuices, verse fruitsalades, tosties, koude frisdranken en water. Als we hier ontbijten, lunchen en heel de dag frisdrankjes drinken kost een dagje strand gemiddeld 250 rupees (f 12,50) voor twee personen (dus niet per persoon)! |
|
Ook 's avonds vertoeven we regelmatig op het terras van The Seahorse en genieten we van de ondergaande zon. Op een groot dienblad ligt de verse vis uitgestald. Je wijst gewoon een lekker visje aan en deze wordt vervolgens boven een vuurtje geroosterd. Mjammie.... Op het strand worden we regelmatig "lastig gevallen" door verkoopsters van gekleurde doeken. Na een aantal malen vragen hebben ze echter door dat we niets kopen en laten ze ons rustig liggen. Als een verkoopster, na lang aandringen, iets heeft verkocht duikt er direct en duister mannetje op die een deel van het geld opeist. Overigens rennen de verkoopsters regelmatig hard weg als een politieman in zicht komt. In de krant lezen we dat de overheid een offensief is begonnen tegen de voor toeristen irritante verkopers. Wat een baan hebben die meisjes! |
Leo heeft een "klein visje" uitgekozen |
Vissen vanaf het strand |
Onder de palmbomen van het strand wonen de vissers in primitieve hutjes van palmbladeren. Met een soort catamarans, vaartuigen die zijn gemaakt door drie, vijf of zeven boomstammen aan elkaar te binden, varen ze vanaf het strand naar hun houten vissersschuiten die wat verder in zee liggen. Dagelijks wordt een grote hoeveelheid kleine visjes en inktvisjes aan land gebracht. De vissers dragen elk drie of vier manden vis op hun schouders. Kraaien en roofvogels duiken naar beneden om een visje mee te pikken. De vis wordt direct verkocht en in vrachtwagens geladen. Op het strand ligt een grote hoeveelheid vis te drogen. Met netten worden de kraaien en roofvogels van de vis weggehouden, maar de netten kunnen de stank niet tegenhouden. | |
Een enkele keer vissen de vissers met een groot net vanaf het strand. Eén kant van het lange net wordt op het strand strak gehouden terwijl in een roeibootje de rest van het net in zee wordt gegooid. Als de lus is gesloten en de andere kant van het net ook op het strand wordt strak getrokken, lopen de mannen naar elkaar toe. Het loodzware net wordt met vereende krachten strak gehouden en het strand op getrokken. Het duurt zeker twee uur voordat de vis uit het net kan worden gehaald. Veel arme kinderen proberen een visje mee te pikken. De vissersvrouwen moeten hard werken om alle visjes te verzamelen voordat ze ten prooi vallen aan de vogels of aan de kinderen. Een dochtertje van de vissers heeft echter medelijden met een klein jongetje en werp hem regelmatig een visje toe. Als één van de visser dit ontdekt, moet het jongetje al zijn visjes inleveren. Hij staat erg zielig te kijken. Binnen enkele minuten krijgt hij echter weer een handje vol vis van het meisje. |
Een visje meepikken |
Een Rabbani |
Wereldberoemd is de vlooienmarkt (Fleamarket) die iedere
woensdag in Anjuna (Noord-Goa) wordt gehouden. Deze markt is ontstaan
doordat de hippies in de jaren '60 hier onder andere hun zelfgemaakte
sieraden verkochten. Ook Westerlingen die op zwart zaad zaten verkochten
hier hun laatste bezittingen om verder of terug naar huis te kunnen reizen. |
|
De volgende dag worden we met een kleine luxe toeristenbus na anderhalf uur rijden in Anjuna afgezet. We lopen langs de kust langs enkele stalletjes met kleding, gekleurde doeken, sieraden, westerse T-shirts en korte broeken. Al snel komen we aan bij een baai met een lang strand. Was dit de markt? Had de man van het toeristenbureau dan toch gelijk? We vragen ons af wat we hier de hele dag moeten doen. De bus gaat pas om 16.00 uur terug naar Colva. We besluiten het lange strand af te wandelen. Anjuna Beach blijkt een mooi strand te zijn. Het heeft
de vorm van een boog en het wordt begrensd door rotsen, kliffen en heuvels
en er zijn veel palmen. Ten Noorden van het dorp wordt het strand breder
en zijn er minder rotsen. Het is hier ook redelijk druk met bootjes die
af- en aanvaren en toeristen afzetten. Als we dichterbij komen, zien we
dat er onder de palmen een gigantische markt is. Er staan honderden kraampjes
met sarongs, zilveren sieraden, (hippie)kleding, gewatteerde jassen (???),
wierook, doeken, houtsnijwerk etc. etc. Er is te veel om op te noemen.
Onder de verkopers bevinden zich de prachtig geklede vrouwen van de nomadenstam,
de Rabbani's. Deze vrouwen zijn gemakkelijk te herkennen aan de vele kilo's
zilveren sieraden die ze overal dragen. Een grote ring in hun neus, halskettingen,
armbanden en ook aan hun voeten en tenen dragen ze kettingen en ringen.
De vrouwen willen echter geen van allen op de foto. Onder de verkopers
bevinden zich ook veel Westerlingen. Deze Westerlingen zien er uit als
een gemiddelde Indiaganger die hier al een tijdje verblijft: lang haar
(meestal Rasta), een lange baard (waarom zou je je scheren?), wijde, dunne
felgekleurde tentbroeken en jurken, opvallende sieraden en natuurlijk
ontbreken de slippers niet. Ze verkopen voornamelijk oude troep, zelfgemaakte
kunst of zetten henna-tatoeages. De Tibetanen onder de verkopers zijn
een echte verademing. Ze zeggen niks, hebben mooie spulletjes en laten
je rustig kijken. De meest verkopers proberen je namelijk te interesseren
door je bijna letterlijk de kraam in te trekken. Bij ieder kraampje worden
we aangeklampt met de woorden: " "lookie, lookie.", "
Very cheap " en "good price" |
Rond een uur of drie besluiten we ons nog eenmaal in het strijdgewoel
te begeven. Roos wil nog een broek kopen. Gelukkig heeft ze al bepaald
welke broek ze wil hebben en de koop is dus snel gesloten. Voor 180 rupees
(f 9,00) koopt ze twee - typisch Indiase - broeken. Lekker makkelijk.
Leo vindt het echter niets.
|
Dansen op het slappe koord |
|
Op deze markt worden ook motoren te koop aangeboden. Natuurlijk zijn
het allemaal Enfieldmotoren. Deze motoren worden in India namelijk nog
steeds gemaakt. Het specifieke geluid van een Enfield is vaak al van verre
te herkennen. De motoren schijnen betrouwbaar te zijn en zijn in elk geval
gemakkelijk te repareren. De Westerlingen die hier hun Enfields verkopen,
zijn duidelijk al een tijdje in India. Op de meeste motoren zijn grote
bagagerekken gemonteerd waar je je rugzak op kan binden. Het lijkt ons
een ideaal vervoermiddel als je een lange tijd in India verblijft. |
In Zuid-India zijn opvallend veel Christenen. Bijna elk dorpje heeft één of meerdere kerkjes en veel auto's en bussen zijn voorzien van stickers met religieuze teksten of een afbeelding van Jezus. De Portugezen hebben hier de eerste kerken gebouwd en het Christelijke geloof geïntroduceerd. In de kranten staan elke dag rouw- en felicitatieadvertenties van mensen met Portugese en Nederlandse namen. Als we een dag een scooter huren om de buurt van Colva onveilig te maken, bezoeken we enkele kerkjes en begraafplaatsen. Het eerste graf dat we zien is van een zeker Maria Felipa Goes. In het kerkje zien we aan de muur veel gedenkplaten. Enkele gedenkplaten zijn verwijderd (of eraf gevallen) en we zien dat er in nis achter de gedenkplaat de restanten (botten en schedels) liggen van mensen die (waarschijnlijk) eerst begraven zijn geweest. |
||
Met de scooter brengen we een bezoek aan Madgaon. Voordat we de scooter
accepteerden hebben we natuurlijk eerst de remmen getest. In het verkeer
in India staat een scooter bijna op de laatste plaats in de hiërarchie.
Regelmatig moeten we dan ook uitwijken of volop in de remmen als en bus
of vrachtwagen besluit de weg op te komen of af te slaan. Ook de bewegingen
van de koeien op de weg zijn niet altijd te voorspellen. Links rijden
is altijd weer even wennen. Vooral na een bocht of een rotonde heb je
snel de neiging om weer aan de rechterkant van de weg te gaan rijden. |
||
In Madgaon vinden we een pinautomaat en een internetcafé. Na het
lezen van de nieuwe e-mails en het uploaden van de laatste reisverslagen
en foto's bezoeken we de overdekte markt. 's Morgens vroeg wordt hier
de vis gebracht die onder andere in Colva is gevangen. Er zijn hier verder
stalletjes met exotisch fruit, cashewnoten, gedroogde mango's, specerijen
en curries. Ook zijn er afdelingen met zeep, parfums en winkeltjes van
juweliers. Het is er enorm druk en warm. |
Overdekte markt in Madgaon |
|
Vervolgens rijden we naar het treinstation om de treinkaartjes voor het vervolg van de reis te reserveren. We willen met de trein ruim 850 kilometer overbruggen in zuidelijke richting. We willen naar Erkakulam-Cochin. Het reserveren van een kaartje duurt zoals gebruikelijk weer lang. Ten eerste hebben we een man voor ons die wel 15 treinkaartjes wil annuleren en nieuwe wil reserveren en ten tweede valt de computerverbinding regelmatig uit. Het lukt ons gelukkig toch om na een uurtje de gewenste treintickets in handen te hebben. We vervolgen onze scootertocht langs de kust in zuidelijke richting. In enkele kleine plaatsjes rijden we door naar het strand. Het lange zandstranden zijn hier even mooi als in Colva, alleen de palmbomen ontbreken aan de kustlijn. We zoeken verkoeling in zee voordat we terug rijden naar Colva, waar we de scooter aan het eind van de dag inleveren. |
||
Na bijna twee weken aan het strand vertoefd te hebben en gebivakkeerd te hebben in een mooie kamer, moeten we ons er echt toe zetten om verder te reizen. We troosten ons met de gedachte dat we in het vervolg van de reis nog veel stranden zullen tegenkomen. Of ze echter zo mooi zullen zijn als in Colva, dat moeten we nog zien... |