Verslag 27 - Mysore |
Om 5.45 uur worden we wakker van de irritante piepjes van onze horloges. Om 6.15 uur lopen we over de nog uitgestorven straat op zoek naar een motorriksja. Het duurt even voor we er een vinden, maar uiteindelijk komen we Mohammed met zijn riksja tegen. De vriendelijke moslimjongen stelt zich netjes voor en heet ons welkom in Mysore. Wij willen echter maar één ding op deze vroege ochtend en dat is zo snel mogelijk naar het treinstation en onze wachtlijstkaartjes omzetten in echte tickets. Op het station lukt het om de fel begeerde kaartjes te bemachtigen. We kunnen dus op zoek gaan naar de trein. |
Het treinstation in Mysore |
|
Op platform 5 (uiteraard het laatste perron) vinden we de juiste wagon. We blijken een plaats in een tweede klasse 'sleeper' te hebben gekregen. Iedere open coupé heeft zes slaapgelegenheden; aan beide zijden zijn 3 bedden boven elkaar geplaatst. Het middelste bed kan neergeklapt worden en vormt dan de rugleuning van de onderste bank (bed). Als we willen kunnen we dus nog een paar uurtjes naar bed. We delen de coupé met een vrouw met twee kleine kinderen. Zo te zien zijn ze al een aantal uurtjes onderweg. Het oudste kind lig nog te slapen. Het is bloedheet, maar het kind heeft wel een wollen wintermuts op. De treinwagon heeft geen ramen maar dikke stalen spijlen, zodat er tijdens de rit een verkoelend windje naar binnen waait. De drie grote ventilatoren aan het plafond hoeven dus niet aan.
|
||
Als
de trein stil staat slaat direct de hitte toe. Met onze rugzakken wringen
we ons door de mensenmassa en lopen het stationgebouw uit. Buiten staat
een lange rij mensen te wachten voor de, door de politie gecontroleerde,
motorriksja's. De politie controleert hier regelmatig of er niet geknoeid
is met de taximeters en of de riksjarijders überhaupt de meter wel
gebruiken. We hoeven nu dus niet te onderhandelen over de prijs. In de trein
hebben we in onze boeken een straat uitgezocht (Sri Harsh Road - vlakbij
het paleis) waar meerdere hotels gevestigd zijn. Tegen de riksjarijder zeggen
we dat we naar het Parklane Hotel willen. De taximeter staat op een starttarief
van 8,80 rupees en blijft lang op deze stand staan. Als we uiteindelijk
voor een hotel stoppen staat de meter op 9,20 rupees. De riksjarijder zegt
dat we voor het Parklane Hotel staan, maar dit blijkt (natuurlijk) niet
het geval te zijn. We staan gelukkig wel in de goede straat. We besluiten
dan ook maar uit te stappen. Het duurt even voor we de rugzakken (en Rosalie)
uit de kleine riksja hebben bevrijdt. Gelijk staan er twee bellboys van
het (verkeerde) hotel aan onze rugzakken te trekken. Ze willen zo snel mogelijk
onze rugzakken mee naar binnen nemen. Het hotel is ziet er echter erg duur
uit dus maken we ze duidelijk dat ze onze rugzakken moeten laten staan.
De riksjarijder wil ondertussen 20 rupees hebben omdat hij ook onze bagage
heeft vervoerd. We worden het even zat en maken hem duidelijk dat wij niet
gek zijn (maar hij). We nemen de rugzakken op onze rug en laten de riksjarijder
en de bellboys verbouwereerd achter. Enige tientallen meters verderop vinden
we het Parklane Hotel. We vinden de beschikbare kamer iets te Spartaans
en besluiten in het ernaast gelegen Hotel S.C.V.D.S. een kijkje te nemen.
Uiteindelijk nemen we daar een kamer. Het Parklane Hotel heeft wel een leuk
tuinterras en een goede keuken. We hebben hier dan ook een aantal maal heerlijk
gegeten. |
||
Mysore Palace |
Mysore ligt in de deelstaat Karnataka en de stad is beroemd om zijn
goede kwaliteit zijde, wierook en sandelhout, de basis voor het vervaardigen
van onder andere wierook en parfum. |
|
De maharadja's van Mysore waren in het verleden onmetelijk rijk en bouwden
in 1897 dit paleis. Het achterste gedeelte wordt nog steeds bewoond door
de voormalige maharadja en de rest van het gebouw is nu museum en te bezichtigen.
Het paleis is één van de grootste gebouwen van India en
een deel wordt tijdens festiviteiten nog steeds door de huidige koninklijke
familie gebruikt. We hebben inmiddels heel wat paleizen gezien, maar het interieur van
dit paleis is mooi, zelfs soms een beetje "overdone". Het is
jammer dat we geen foto's mogen maken zodat jullie kunnen meegenieten.
Het interieur is een mix van hindoeïstische, islamitische en Europese
elementen. Dat is bijvoorbeeld te zien aan de glas-in-loodramen uit België
in de enorme koepel van de Kalyana Mantapa, de trouwzaal. We lopen door
de schitterende zalen vol pracht en praal en krijgen een beetje een idee
hoe rijk de koninklijke families in het oude India geweest moeten zijn.
Enorme houten en zilveren deuren leiden naar zalen met gigantische zuilen
en prachtige marmeren mozaïekvloeren. |
||
Als we het hoofdgebouw
van het paleis hebben verlaten, bezoeken we nog een paar tempels binnen
de muren van het terrein. Nog steeds op onze blote voeten, huppelen van
tempel naar tempel. Als onze tenen licht bruin zijn gebakken, gaan we op
zoek naar de plek waar we onze schoen terug kunnen krijgen. Maar waar was
dat ook al weer? We lopen een aantal keren luid vloekend verkeerd (we hebben
gemerkt dat hard rennen en vloeken de aandacht van de voeten afleidt). Als
we eindelijk de balie met schoenen hebben gevonden, zijn onze tenen donker
bruin gebakken en dit doet ons gelijk verlangen naar een heerlijk gebakken
kippetje. De middag sluiten we in stijl af; we wandelen terug naar het hotel.
|
Tempel binnen de muren van het paleis |
Apies kijken |
Volgens de Lonely Planet beschikt Mysore over één van Indiaas beter onderhouden dierentuinen. Dat vraagt dus om een bezoek. We hebben wel een goede dag uitgekozen. Het is vandaag de belangrijkste dag van het vijfdaagse festival Diwali (feest van het licht) en de scholen zijn gesloten of de scholen hebben schoolreisjes gepland. Er zijn dus enorm veel kinderen op de been en bij de ingang is het een drukte van belang. Als het ons ook is gelukt om bij één van de kassa's een kaartje te kopen (15 rupees - f 0,75 per persoon) begeven we ons naar de ingang van de dierentuin. | |
Wat we daar zien is werkelijk onbeschrijfelijk. De honderden kinderen worden door enkele mannen tegen elkaar aangejaagd door de kinderen met stokken te slaan. Iedereen wordt tegen een muur aangedrongen en moet uiteindelijk tussen drie smalle hekjes naar de ingang te lopen. De (soms hele kleine) kinderen staan heftig te transpireren en barsten in tranen uit als ze in de verdrukking komen. Er heerst een complete chaos. De mannen blijven de kinderen echter tegen elkaar aanjagen en slaan er regelmatig met de stok op los. Als Leo één van de mannen aanspreekt op zijn gedrag en zegt dat er veel kinderen in de verdrukking staan, is zijn enige antwoord: 'No problem, No Problem'. Hij duwt de kinderen zelfs verder in de verdrukking om ons erdoor te laten. Dat hier geen doden vallen is een wonder. | ||
Als we eenmaal binnen zijn, blijken niet de apen, maar wij de attractie van vandaag te zijn. Voor ons gevoel wil elk kind ons gedag zeggen en ons een hand geven. Ze vragen allemaal onze naam en waar we vandaan komen. De derde vraag is meestal: "Do you have a pen?". Na de eerste twintig kinderen netjes te hebben geantwoord, besluiten we ons maar Zuid-Indiaas doof te houden en zo min mogelijk oogcontact te maken. Ze zullen ons wel hele arrogante toeristen vinden, maar het is echt geen doen om honderden keren achter elkaar je naam te moeten zeggen en te antwoorden dat je geen pen hebt. Je wordt er gek van. Enkele kinderen kunnen we echter niet ontwijken omdat ze met een uitgestoken hand op ons afkomen. Eén tip: geef nooit in een dierentuin in India waar duizenden kinderen rondlopen één kind een hand. Voor je het weet staan er hele rijen kinderen voor je die je allemaal een hand willen geven. We lijken wel beroemdheden. |
Mr. Monkey |
"Spontaan" een liedje zingen |
De dierentuin is vrij groot en er zijn veel dieren te zien. De meeste dieren hebben de ruimte en kunnen in de buitenlucht vertoeven. Ze hebben veel apen, olifanten (zowel Indische, als Afrikaanse), slangen, giraffes, (witte) tijgers, leeuwen, beren, herten, bokken en neushoorns. Opvallend is dat de kinderen geen enkel respect hebben voor de dieren en ze flink aan het treiteren zijn. Ze gooien stokjes en stenen naar de dieren. Voor sommige dierenverblijven staan dan ook bewakers die de kinderen met enkele klappen met een houten stok tot de orde roepen. Als we even zitten te pauzeren zit er verderop een klasje te lunchen. Als ze in de gaten hebben dat er een foto wordt genomen, moet de hele klas van de juffrouw poseren. Als Leo het resultaat op de camera laat zien, wordt hij van alle kanten besprongen en wordt bijna de camera uit zijn handen gerukt. Als we verder kunnen gaan met onze break, komt er een meisje uit de groep voor ons staan en begint spontaan (moest van de juffrouw) een liedje te zingen. Al snel staan er tientallen kinderen om ons heen. |
|
Op zondag en tijdens festivals wordt de buitenkant van het Mysore Palace
tussen 19.00 uur en 20.00 uur verlicht met duizenden lampjes. Het terrein
kan dan gratis betreden worden. We hebben geluk. Omdat het vandaag Diwali
is, is het paleis 's avonds verlicht. Een bewaker van het paleis wil heel
graag op de foto. Als Leo hem zegt dat hij geen geld betaalt voor het
maken van een foto, zegt de bewaker dat dit ook niet nodig is. Na het
maken van twee foto's wil hij echter wel een "gift from Holland".
Helaas voor hem hebben we niets bij ons (behalve een ballon, die we hem
maar niet gegeven hebben). We kunnen hem wel het resultaat op de camera
laten zien.
|
Bewaker voor Mysore Palace |
|
Het Diwali-festival is het vrolijkste en luidruchtigste feest van de hindoes. 's Avonds steken de hindoes olielampjes aan om de god Rama naar huis te leiden. Op de vijfde dag van het festival bezoeken mannen hun zussen om een tikka te ontvangen (rode plek op het voorhoofd). Gedurende het festival (en een aantal dagen ervoor en erna) wordt er veel vuurwerk afgestoken. Sommige rotjes lijken wel kleine bommen. Leo is dus helemaal in zijn nopjes. |
|
|
Mysore Palace "by light"
|
De gopuram van de Sri Chamundeswari tempel |
De volgende ochtend staat de Sri Chamundeswari tempel op Chamundi Hill
op het programma. Pelgrims beklimmen de trap naar de tempel. We hebben
het hier wel over een trap met meer dan 1.000 treden en met een temperatuur
van boven de 30 graden is het zeker geen pretje om naar boven te lopen.
We vinden het niet nodig om ons karma te verbeteren en besluiten met de
bus naar boven te gaan. |
|
Als de bus komt
voorgereden rent iedereen naar de bus. Door de open ramen worden tassen
en zakdoekjes op de nog beschikbare zitplaatsen gelegd. Vervolgens wringt
iedereen zich naar binnen. Tegen de tijd dat wij kunnen instappen, is de
bus overvol. Wat doen we? Stappen we in, wachten we op de volgende bus om
ons vervolgens in het strijdgewoel te werpen of nemen we alsnog een taxi.
De oude man heeft het door en biedt ons een taxi aan voor een goede prijs.
We besluiten op het aanbod in te gaan.We wandelen het station uit en steken
de straat over. Net als we beginnen te twijfelen of de man wel een taxi
heeft of dat hij alleen heeft bemiddeld, zien we onder een boom een wrak
staan. Het is een hele, oude, verroeste, gammele, groene Ambassador. Benieuwd
of die nog wil starten! |
||
De man kruipt achter het stuur en komt net met zijn hoofd boven het stuur uit. De taxi start in één keer en we kunnen instappen. Het is bloedheet in de taxi en we durven de ramen niet open te draaien omdat we bang zijn dat ze eruit vallen. De man zit heel schuin (en vreemd) achter zijn stuur. Hij zwaait naar iedereen alsof hij trots is dat hij een rit heeft. Opeens stopt hij. We staan bij een tankstation. Ook dat nog, geen benzine. Terwijl de man tankt, hebben wij even de tijd om de auto op ons gemak te bekijken. Het is onvoorstelbaar dat er lucht in de banden blijft zitten. Er zit bijna geen rubber meer op. Van de 5 wielbouten zijn er maar 2 vastgedraaid. Dat scheelt in ieder geval tijd bij het verwisselen van het wiel. Als er twee liter is getankt, kunnen we onze rit vervolgen. We verlaten het centrum en rijden langs grote resorts en renbanen. Na een rit van een klein half uurtje (13 kilometer) staan we boven op Chamundi Hill. |
Roos voor de Nandi Bull |
|
De familiegodin van de heersers van Mysore was de godin Chamundeswari. De tempel stamt uit de 12e eeuw en is aan haar gewijd. De toegangspoort (gopuram) is in de 17e eeuw gebouwd, is 40 meter hoog en telt 7 verdiepingen. We lopen een rondje om de tempel. Het uitzicht vanaf de heuvel over de stad en de wijde omgeving is schitterend. We besluiten de lange trap (4 kilometer) naar beneden te nemen (daarvoor
waren we niet te lui). De treden zijn niet overal even groot en hoog en
het loopt niet bepaald gemakkelijk. Op ongeveer een kwart van de route
naar beneden, staat de vijf meter hoge, uit één blok gehouwen
reusachtige stier Nandi. Nandi is het rijdier van de Hindoe-god Shiva
en pelgrims brengen hier dus offers. Het beeld schijnt één
van de grootste Nandi's van India te zijn. |
||
's Avonds valt er een tropische regenbui. Binnen enkele minuten staat de hele straat blank en het bliksemt en dondert flink. Er valt in korte tijd zoveel regen dat er een hele rivier door de straat stroomt. De regen kan niet goed afgevoerd worden en het restaurant van het hotel (waar men druk bezig was met een grondige renovatie) staat helemaal blank. De werklui stropen hun broeken op, zetten een plastic zak op hun hoofd en scheppen met grote emmers het water weg. Er blijft echter zoveel water binnenstromen dat het wel lijkt of alle afvoerpijpen van het hotel rechtstreeks in het restaurant uitkomen. Het terras van het Parklane Hotel kan niet gebruikt worden, maar gelukkig hebben ze nog wel een tafel vrij in één van de gezellige nisjes. Het wordt helemaal gezellig als de stroom uitvalt en er kaarsen worden aangestoken. Op de achterkant van de menukaart vinden we een aantal "regels" van het restaurant, inclusief nummer 7: 'Disposable vomit bags are available on request in case of need as a consideration tot fellow diner'. De grapjassen... |