 |
VOLKSREPUBLIEK
CHINA |
|
Op 1 oktober 1949 riep Mao Zedong
in Beijing de Volksrepubliek China uit.
|
|
Grootte en ligging
China is met een oppervlakte van
bijna 10 miljoen kmē
(9.597.000 kmē
om precies te zijn) het op
twee na grootste land ter wereld. Het land is ongeveer 300 keer groter
dan Nederland en daarmee kan het qua oppervlakte gemakkelijk een vergelijking
met West-Europa doorstaan. De totale lengte van de grens aan landzijde
bedraagt ruim 23.000 km. De totale lengte van de kustlijn bedraagt ruim
14.000 km. De langste rechte afstand is ruim 5.000 km.
China grenst in het noorden aan de Rusland, Mongolië en Noord-Korea.
West-China maakt deel uit van het plateau van Centraal-Azië. Hier
grenst China aan Pakistan en Afganistan. In het zuiden grenst China aan
Vietnam, Laos, Birma, India, Bhutan, Sikkim en Nepal en Oost-China grenst
aan de Gele Zee, de Oostchinese Zee en de Zuid-Chinese Zee.
|
|
Klimaat en geografie
China heeft een grote variatie in geografie, landschappen en klimaten;
tropisch regenwoud, rijstvelden, woestijnen, graslanden, besneeuwde bergtoppen,
stranden, enorme steden en kleine dorpen wisselen elkaar af.
Het is niet mogelijk om voor heel
China per maand een gemiddelde temperatuur te geven. Door de grootte van
het land en door de hoogteverschillen zijn er grote verschillen. De klimaten
variëren van subtropisch in de zuidelijke provincies tot gematigd
in het noorden.
De noordelijke winters zijn koud. In Beijing komt de temperatuur dan niet
boven de 0° C en een gure ijskoude wind uit het noorden doet het nog kouder
aanvoelen. Over het algemeen is het in de winter wel droog en zonnig.
Vanaf maart stijgt de temperatuur tot gemiddeld 20° C. In de zomermaanden
is het vrij warm, tussen 25° C en 30° C. De temperatuur kan dan zelf oplopen
tot 35° C of hoger. In de herfst is het overdag nog redelijk warm, maar
koelt het 's avonds sterk af.
In het zuiden (het gebied rond Canton) zijn de verschillen in temperatuur
minder groot. Het is 's zomers wel iets warmer dan in het noorden en de
temperatuur daalt 's winters zelden beneden het vriespunt. De hete, vochtige
periode valt tussen april en september; de temperatuur kan dan stijgen
tot 38° C. De zomer is tevens het regenseizoen. De winters (januari-maart)
zijn kort.
In Centraal China zijn de zomers lang, heet en vochtig. Tussen april en
oktober kent men daar de hoogste temperaturen. De winters zijn kort en
koud en de temperaturen kunnen dalen tot 0° C.
Aan de kust zorgt een zeeklimaat voor de gematigde temperaturen, met in
verhouding meer regen in de zomer. De hooglanden van Tibet en Qinghai
kennen een bergklimaat met strenge winters en matig warme zomers.
Je ziet, het hangt van je route en periode waarin je reist af, wat het
beste is om aan kleding mee te nemen.
De Yangtse Rivier is de scheidingslijn wat betreft de verwarmingsvoorziening
in de woonhuizen. Voor alle gebieden boven deze rivier geeft de regering
toestemming om kolen te branden, ten zuiden van deze rivier moeten de
mensen maar warme kleding aantrekken.
De geografische geschiedenis van het land werd bepaald door het rijzen
van het Centrale Hoogland. Hierdoor is tevens het hooggebergte ontstaan.
Oost-China ligt relatief laag (over het algemeen beneden de 500 meter)
en de Tibetaanse hoogvlakte ligt hoger dan 2.000 meter, met pieken van
7.000 tot boven de 8.000 meter. Op het Centrale Hoogland ontspringen de
twee grote rivieren van China: de Yangze Rivier (Chang Jiang),
en de Gele Rivier (Huang He). Miljoenen jaren voerden deze rivieren
slib aan waardoor het Chinese laagland ontstond. Deze afzetting kon ontstaan
vanwege de enorme erosie die het centrale deel van China teisterde en
die mede ontstaan is vanwege de grootschalige ontbossing van het land.
China heeft 1.500 rivieren. Deze rivieren zijn onmisbaar voor transport,
energievoorziening en irrigatie. Verder heeft China circa 370 grote (zoetwater
en zoutwater) meren en ontelbare kleinere.
Heel globaal kan China in 10 geografische en klimaatzones worden verdeeld:
- De woestijn- en steppegebieden
van Mongolië en Xinjiang bestaan uit droge steppen, bekkens,
hoogvlakten en woestijnen. Het gebied behoort geografisch tot Centraal-Azië.
De hoogvlakten worden door bergruggen gescheiden. De communicatielijnen
volgen de oases, waaromheen de steden zijn geconcentreerd. In dit gebied
is het klimaat continentaal, met droge en koude winters en hete tot
zeer hete zomers. De temperatuursverschillen tussen dag (zeer heet)
en nacht (koud) zijn erg groot.
- Het noordoostelijke deel
- met de belangrijkste steden Shenyang, Dalian en Harbin - kent
uitgestrekte laagvlaktes waar de winters lang en koud en de zomers kort
en heet zijn.
- Het noordcentrale gebied
wordt door heuvelruggen van de Yangzi gescheiden. Het gebied ligt over
het algemeen onder de 200 meter en bevat de Delta van de Gele rivier
(Hüanghe) en andere rivieren. Het gebied is erg gevoelig voor overstromingen
en droogte. Het noordoostelijk deel en Centraal China kent een landklimaat
met hete zomers en koude winters waarin het vaak vriest. In de zomer
valt de meeste neerslag. In de lente komen er regelmatig stofwinden
voor.
- West-China wordt
van het oosten gescheiden door de randgebergten van de Mongoolse hoogvlakte
en het westelijk berggebied van Sichuan en Yunnan. Het zuidwesten bestaat
uit een plateau met hoogten tussen de 1.000 en 2.500 meter. Het wordt
doorsneden door grote rivieren, met relatief kleine, vruchtbare dalen.
Het klimaat is er mild, met koele, droge winters en lange, vochtige,
maar niet erg hete zomers.
- Het heuvelachtige en waterrijke
zuidoostelijke deel kent door de grote hoogteverschillen en het
vele water diverse weersomstandigheden en heeft een tropisch klimaat.
In het voorjaar valt er veel neerslag. In de zomer is het er tropisch
warm en vochtig. Aan het eind van de zomer bestaat er het gevaar van
tyfonen. In de winter vriest het er zelden.
- Het Lössplateau van Centraal-China
was ooit één van de belangrijkste centra van de Chinese
beschaving. De vallei van de Wei-rivier is de belangrijkste toegangsroute
naar Centraal-Azië. De lössgrond is vruchtbaar maar bevattelijk
voor erosie. Het gebied is nogal droog . De zomers zijn heet en de winters
streng en koud.
- Het Sichuanbekken
is zeer vruchtbaar en
wordt omringd door bergen. Het klimaat is mild. In de winter is het
niet erg koud doordat de bergruggen in het noorden de koude winden tegenhouden.
De meeste neerslag valt in de zomer.
- Het Tibetaanse Plateau
omvat Tibet, Qinghai en een deel van Sichuan. Het grootste deel van
dit gebied bevindt zich meer dan 3.000 meter boven de zeespiegel, met
bergtoppen van 7.000 tot 8.000 meter hoog. De hoofdstad van Tibet (Lhasa)
ligt op 3.500 meter hoogte. Het gebied bestaat uit berghellingen en
vlakten. Het klimaat wordt sterk door de hoogte beïnvloed. De winters
zijn koud en de zomers koel, hoewel de zon wel vaak schijnt. Er valt
weinig neerslag.
|
|
Geschiedenis
China kent een zeer lange geschiedenis.
De beschaving is qua tijdsduur onovertroffen. Al een miljoen jaar geleden
leefden er mensachtigen in China. Fossielen van aapmensen zijn gevonden
in Yunnan en in Sichuan. De overblijfselen van de zogeheten 'Pekingmens'
zijn meer dan een half miljoen jaar oud.
Ongeveer 5.000 jaar geleden ontstonden de eerste landbouwgemeenschappen
in de buurt van de grote rivieren. Eén van de machtigste stammen
in de vallei van de Gele rivier (Huang He) werd zo'n 4.000 jaar geleden
geleid door de eerste Gele Keizer, Huangdi, die als stichter van de Chinese
natie wordt beschouwd. De eerste geschreven teksten, op schildpadschalen
en botten, dateren uit de Shang-periode (16e - 11e eeuw v. Chr.). In die
tijd begint dus de Chinese historie pas officieel.
De geschiedenis van China wordt ingedeeld naar keizerlijke dynastieën
die het land regeerden gedurende een periode van bijna 4.000 jaar. De
Qin-dynastie (221 - 206 v. Chr.) was vrij kortstondig, maar had
een grote invloed op de Chinese geschiedenis. In het algemeen wordt gesteld
dat deze Qin-dynastie de basis voor het echte Chinese keizerrijk heeft
gelegd. De stichter - Qin Shi Huang Di, 'de eerste keizer van China' -
wekte bij de Chinezen voor het eerst een nationaal gevoel op. Met behulp
van een superieur leger onderwierpen zij de andere staten, waarmee voor
het eerst gesproken kon worden van een verenigd rijk. Van het woord Qin
is ook het latere woord China afgeleid. Qin Shi Huang Di was ook de man
die bevel gaf tot de aaneensluiting van verdedigingswerken waaruit de
'Chinese Muur' ontstond. Zijn grafcomplex, met de duizenden terracotta
soldaten ten oosten van Xi'an geldt als één van de grootste
kunstschatten ter wereld.
Het Chinese keizerrijk zou nog vele
perioden van bloeitijd en verval kennen. Het hoogtepunt van de Chinese
culturele geschiedenis wordt algemeen toegeschreven aan de Tang- en
Songdynastie (circa 700 - 1200 n. Chr.). In die tijd werden de belangrijkste
uitvindingen gedaan die lieten zien dat de Chinese beschaving de meest
geavanceerde ter wereld was; Buskruit, boekdrukkunst, kompas en papiergeld
werden pas veel later in Europa bekend. De laatste dynastieën van
China, de Ming en Qing-dynastie (1368 - 1644), hebben het grootste
erfgoed achtergelaten. Alle grote monumenten zoals de Verboden Stad en
de Temple of Heaven in Beijing stammen uit deze tijd.
China raakte pas rond 1800 in verval. De opkomst van de westerse wereldmachten
in de 18e eeuw betekende voor China een lange periode van koloniale uitbuiting
en oorlogen. Boerenopstanden, hongersnood, corruptie en westerse inmenging
deden het land geen goed. De westerse invloed leidde tot de oprichting
van diverse revolutionaire groeperingen, waaronder die van Sun Yatsen.
In 1912 werd hij tot president van de Republiek China gekozen, nadat de
laatste keizer, de 6-jarige Puyi, afstand van de troon had gedaan.
Na de dood van sun Yatsen in 1925 werd zijn plaats ingenomen door Chiang
Kaishek (1887 - 1975). Hij verbood de Communistische Partij die in 1921
mede was opgericht door Mao Zedong en zuiverde de linkse elementen
uit zijn eigen gelederen. In heel China werden de communisten vervolgd.
Om de onderdrukkingen te ontvluchten, ondernamen de communisten in 1935
een zware wandeltocht van 9.000 kilometer door het westen van China. Deze
wandeltocht is de geschiedenis ingegaan als de 'Lange Mars'. Van
de bijna 100.000 mensen die aan de tocht begonnen, haalden minder dan
10.000 het einde. Onder de overlevenden bevond zich Mao Zedong. Het prestige,
ontleend aan deze prestatie, bezorgde de Communistische Partij de uiteindelijke
overwinning in 1949.
Pas in 1949, toen de Communistische
Partij aan de macht kwam, kon er begonnen worden met de wederopbouw van
het land onder de autoritaire leiding van Mao Zedong. Ten tijde van de
Culturele Revolutie (1966 - 1976) werd in een periode van tien jaar vol
chaos, geweld en rechteloosheid, veel van de verworvenheden van de voorgaande
jaren teniet gedaan. Na de dood van Mao Zedong in 1976 was het Deng Xiaoping
die vervolgens het heft in handen nam. Economische hervormingen werden
doorgevoerd en het internationale isolement werd doorbroken. Politiek
gezien zit de Partij echter nog stevig in het zadel; De bevolking kent
wel economische vrijheid maar nauwelijks politieke vrijheid. Tijdens de
studentenrevolutie op het Tian An Men plein in mei-juni 1989 lieten de
Chinese leiders er geen onduidelijkheid over bestaan wat hun prioriteiten
waren; orde en gezag!
|
|
Staat en politiek
Op dit moment kent China een centraal geregeerd, communistisch systeem.
Er komen hier en daar wel barsten in dit systeem. Het communistische tijdperk,
dat officieel nog voortduurt, maar eigenlijk ophield met de dood van Mao,
roept bij veel Chinezen tegenstrijdige gevoelens op. Enerzijds keerde
er onder Mao rust en orde terug in het land, anderzijds bracht Mao China
aan de rand van burgeroorlog en hongersnood. Om die reden is het niet
moeilijk te begrijpen dat Deng Xiaoping alle steun kreeg van de bevolking
toen hij in 1978 China een nieuwe koers deed inslaan.
Van een communistisch eenheidsstaat waar vrouwen geen rokken mochten dragen
en generaals niet te onderscheiden waren van soldaten, werd China in stormachtig
tempo ingevoerd in de moderne tijd. De oude heersers zijn nog aan de macht,
maar de jongere generatie probeert op vele manieren hun ideeën over
democratie te verwezenlijken.
Tijdens nationale vergaderingen van de partij wordt de persoon voor de
belangrijkste functie van het land (voorzitter van de partij) gekozen.
Sinds 1993 is Jiang Zemin de sterke man van China. Formeel is hij de machtigste
man van het land en is zijn positie vergelijkbaar met die van een president.
Het Volkscongres kiest de premiers en vice premiers. De premier is gelijkwaardig
aan een minister-president. De huidige premier, een rol die vroeger door
de nog altijd populaire Zhou Enlai werd vervuld, is nu in handen van Zhu
Rongji. Verkiezingen waarbij gewone burgers hun stem kunnen geven, komen
in China alleen op zeer lokaal niveau voor.
Het land telt officieel 22 provincies (sheng) exclusief Taiwan,
5 autonome gebieden (zizhiqu) waaronder Tibet, en de 3 centraal
bestuurde stadsprovincies (zhiheshi) Beijing, Shanghai en Tianjin.
Taiwan wordt nog altijd gezien als een opstandige provincie, hoewel de
verhouding tussen China en Taiwan enigszins versoepelt. Tot voor kort
hadden ze slechts zelden contact, maar nu is er sprake van een directe
luchtverbinding tussen de beide China's. Het Chinese leger heeft het hier
echter nog steeds moeilijk mee. De Britse kroonkolonie Hongkong (Xianggang)
en het Portugese Macao (Aomen) zijn in respectievelijk 1997 en 1999 overgedragen
aan China.
China is volop in beweging en het kapitalisme begint de kop op te steken
zoals blijkt uit de introductie van een aandelenbeurs en het feit dat
er privé-eigendom wordt toegestaan. De economie is 'booming' en
de inflatie hoog. Nergens ter wereld wordt momenteel zoveel gebouwd en
zoveel geïnvesteerd als in China. Het lijkt wel of er iedere week
nieuwe wolkenkrabbers verschijnen, internetcafe's zijn bijna overal te
vinden en het mobiele telefoonnet in China is het grootste ter wereld,
zodat ook in China de mobiele telefoons in de trein rinkelen. Het buitenland
begint geïnteresseerd te raken in de enorme potentie van de Chinese
markt, die langzamerhand ook genoeg te besteden heeft om allerlei luxe
producten aan te schaffen. De middenstand bloeit, evenals het ondernemerschap.
Of de Chinezen zelf
gelukkig zijn met de ontwikkelingen, valt te bezien. De mensen zijn blij
met de nieuwe welvaart, maar anderzijds steekt ook de onvrede de kop op.
Voorlopig hebben alleen de steden en kustgebieden voordeel van de economische
ontwikkeling. De welvaart is alles behalve eerlijk verdeeld en de corruptie
in het land is schrikbarend. De stedelingen zien hun inkomen snel stijgen,
terwijl de plattelandsbevolking 'op een houtje moet blijven bijten'. Rijstterassen
worden nog steeds met de waterbuffel geploegd en met de hand ingezaaid,
onderhouden en geoogst. De lokale bus is nog steeds te klein voor ons
westerlingen en een Chinees die Engels spreekt is een uitzondering. Het
systeem van de ijzeren rijstkom, waarbij de arbeider gedurende de duur
van zijn arbeidzaam leven verzekerd was van een baan, is voorbij. De boeren
verlaten hun land en dorpen en trekken vervolgens naar de stad. Daar vormen
zij een groep van ongeschoolde arbeidskrachten, die in slechte omstandigheden
moeten leven.
De verwachting is dat op termijn ook platteland zal gaan profiteren, maar
voorlopig is daar het leven nog traditioneel en eenvoudig.
|
|
Bevolking
In China wonen ruim 1,3 miljard mensen,
dit is meer dan éénvijfde van de wereldbevolking en daarmee
is China het volkrijkste land ter wereld. De bevolkingsdichtheid bedraagt
128 personen per vierkante kilometer. Het geboortecijfer van China wordt
in statistieken meestal apart weergegeven om geen geflatteerd beeld te
krijgen van de wereldsituatie.
Er zijn in China vier volkstellingen gehouden namelijk in 1953, 1964,
1982 en in 1990. In 1953 werden er 583 miljoen mensen geteld, in 1964
691 miljoen, in 1982 1.015 miljoen en in 1990 al ruim 1.134 miljoen. Omdat
dit de nodige problemen oplevert voor voeding, huisvesting, werk en onderwijs
heeft de regering wetten uitgevaardigd. Om bijvoorbeeld de bevolkingsgroei
te beperken geldt er in China al vele jaren een strenge geboortepolitiek,
die het ouders onder meer verbiedt om meer dan 1 kind te hebben (de zogenoemde
één kind-politiek). In de steden wordt dit streng gecontroleerd
en kunnen ouders die meer dan één kind krijgen straffen
krijgen als geldboetes, degradatie op het werk of ze worden uit hun huis
gezet. Dit stringente naleven van de regels leidt tot ernstige wantoestanden
zoals gedwongen sterilisatie. Verder hebben ouders van oudsher altijd
een voorkeur gehad voor jongens. Als het eerste kind een meisje blijkt
te zijn, komt het regelmatig voor dat de dochter wordt vermoord, ter vondeling
wordt gelegd of wordt afgestaan aan een kindertehuis. Op het platteland
is de controle minder streng en zijn er vaak geen mogelijkheid om de ouders
te straffen.
Op dit moment, nu de economie en het privévermogen toeneemt, is
het mogelijk om door het betalen van een 'boete' een grotere kinderwens
te realiseren. In de steden lijkt de één kind-politiek echter
te slagen. Er zijn nu ouders, in tegenstelling tot vroeger, die er trots
op zijn dat ze hun enig kind kunnen la-ten zien.
De geboortebeperking leidt tot een onevenwichtige samenstelling van de
bevolkingsopbouw in zowel geslacht als leeftijd. De regering in China
is in haar beleid ten aanzien van de geboortebeperking bij etnische minderheden
minder streng. Hierdoor is de bevolkingsgroei van de minderheden hoger
dan van de Hanchinezen.
Het grootste gedeelte van de bevolking (90%) wordt gerekend tot de Hanchinezen.
Daarnaast wonen in China nog zo'n 55 tal minderheden die ruim 55 miljoen
mensen omvatten. Het is het kleurige deel van de bevolking dat vooral
aan de grenzen woont. Een groot aantal van hen is geassimileerd met de
Chinese bevolking, doordat eigen talen verboden werden en er door de regering
grote aantallen Hanchinezen naar deze gebieden werden gestuurd. Deze namen
vervolgens de locale macht in handen. De bevolkingsgroepen die deze politiek
aanvechten, waaronder de Tibetanen, worden met harde hand op hun plaats
gewezen.
In het zuidoosten wonen voornamelijk de etnistiche minderheden als de
Dai, Yao, Maio en Buyi. In het noordwesten wonen vooral minderheden als
Uygouren, Kazakhen, Kirgiezen en Uzbeken. Bekende bevolkingsgroepen die
een lange traditie van zelfstandigheid hebben gekend zijn bijvoorbeeld
de Mongolen en de Tibetanen. Zij proberen hun eigen levenswijze en religie
te behouden. Vooral het lot van de Tibetanen is tragisch; de bezetting
van Tibet is met erg veel geweld gepaard gegaan en zijn er veel culture
erfgoederen zoals kloosters en tempels vernieldd. Verder krijgen zij nauwelijks
de kans hun eigen levenstijl en cultuur voort te zetten.
Ongeveer 25 % van de bevolking woont in de steden, de rest op het platteland.
Zij werken ten behoeve van de voedselvoorziening.
|
|
Taal
In China worden veel verschillende talen en dialecten gesproken. Er zijn
in totaal 36 dialecten in China. De algemene voertaal in China is Mandarijn
(Hoog Chinees). De Chinese taal, ook wel Hanyu (Han-taal) of Putonghua
(Algemeen Beschaafd Chinees) genoemd, verwijst naar de landstaal van de
Volksrepubliek China. Het is gebaseerd op het Chinees dat rond Beijing
wordt gesproken. Het wordt gebruikt op scholen en in de nationale media.
De geschreven taal is echter in heel China hetzelfde. Dit
schrift bestaat uit ongeveer 50.000 karakters in plaats van letters. Veel
Chinezen denken dat deze karakters over de hele wereld worden gebruikt.
Als je al toerist bijvoorbeeld de weg vraagt en de chinees merkt dat je
hem niet verstaat, schrijft deze de karakters in zijn handpalm. Zo wordt
er ook met Chinezen uit andere streken gecommuniceerd.
Ieder karakter is opgebouwd uit een radicaal (de betekenis) en een fonetisch
element (de aanwijzing voor de uitspraak). Aangezien het leren van het
schrift erg lastig is, zijn er diverse pogingen gedaan om het schrift
te vereenvoudigen. In 1979 heeft de regering het pinying-systeem
(= fonetische spelling van het Chinees) geïntroduceerd. Dit wordt
ook wel de "romanisering" (westerse spelling) van de Chinese
karakters genoemd. De Chinese hoofdstad Peking heet nu Beijing en het
voormalige Canton, Guangzhou. Bovendien is men begonnen met ingrijpende
veranderingen in het Chinese beeldschrift met het doel vereenvoudiging
en gelijkheid.
De Chinese taal is een moeilijke
spreektaal omdat het gebruik maakt van een andere structuur en klanken
dan het Nederlands. Het putonghua kent vier verschillende hoofdtonen waarop
de taal uitgesproken kan worden. De combinatie van klank en toonhoogte
bepalen de betekenis. Omdat de betekenissen van woorden behoorlijk met
elkaar in tegenspraak kunnen zijn al naar gelang de toonval, is het zaak
de klank zorgvuldig uit te spreken. Het moderne Chinees kent enkele duizenden
karakters in ruim duizend klank/toon-combinaties. Je ziet dat als Chinezen
elkaar niet verstaan, zij overschakelen op de schrijftaal die wel voor
iedereen hetzelfde is. De ene chinees mag dan de ander dan niet verstaan,
hij kan wel zijn tekst lezen.
|
|
Geld
De Chinese geld heet Renminbi (RMB: geld van het volk). De munteenheid
is de yuan, in de volksmond ook 'kuai' genoemd. Er zijn
briefjes van 100, 50, 10, 5, 2 en 1 yuan. Er is tegenwoordig ook een munt
van 1 yuan. De waarde van de yuan bedraagt ongeveer f 0,25, maar schommelt
met de koers van de Amerikaanse dollar. De koers van de Yuan is relatief
stabiel.
Eén yuan wordt onderverdeeld in 10 jiao (in de volksmond
'mao' geheten). Er zijn briefjes van 5, 2 en 1 jiao. Een jiao wordt
weer onderverdeeld in 10 fen. Hiervan zijn kleine briefjes (!)
en muntjes van 5, 2 en 1 fen in omloop.
Dus: 1 Yuan = 10 jiao = 100 fen.
De yuan mag niet vrij worden in- of uitgevoerd. Het advies is om Traveller
Cheques (bij verlies en diefstal verzekerd) in Amerikaanse dollars en
contante Amerikaanse dollars mee te nemen. Deze kunnen ter plaatse bij
kantoren van de Bank of China rechtstreeks in Chinees geld om worden gewisseld.
In vrijwel alle grote hotels is een wisselkantoor gevestigd. De meeste
valuta en cheques worden hier geaccepteerd, behalve eurocheques en girobetaalkaarten.
De Nederlandse gulden wordt niet altijd geaccepteerd. De wisselkoersen
zijn in heel China en bij alle wisselkantoren hetzelfde.
Vraag bij het wisselen van vreemde valuta altijd om een kasbewijs. Officieel
heb je deze kasbewijzen nodig om bij het verlaten van China overgebleven
Chinees geld weer te kunnen wisselen bij een bank.
In de grote steden zoals Beijing, Shanghai en Hongkong kan je tegenwoordig
met een creditcard betalen. Ook de duurdere restaurants en winkels die
vooral op de toeristenmarkt zijn gericht, accepteren creditcards. Daarnaast
kan je bij hoofdkantoren van de Bank of China met je creditcard contant
geld opnemen.
Bij aankopen op straat of bij het gebruik van een taxi of riksja moet
je met gepast geld te betalen. Men heeft vaak geen wisselgeld (dit zeggen
ze vaak) en kan zeker bij het gebruik van grote coupures geen geld terug
geven. Verzamel dus zoveel mogelijk klein coupures.
|
|
Eten en drinken
De Chinezen hebben een eigen eetcultuur. De Chinese keuken is enorm gevarieerd
en kent vele, soms vreemde lekkernijen. Volgens sommigen is dit het resultaat
van een eeuwenlang onderzoek naar de mogelijkheid om datgene eetbaar te
maken wat niet eetbaar is, of zich op z'n minst in de natuurlijke staat
als als oneetbaar voordoet. Dit is onder andere een weerspiegeling van
China's grootste probleem: de overbevolking en haar voedselprobleem.
Ook in mindere periodes moest men voldoende voedsel vinden om de hele
bevolking te voeden. Er zijn lekkernijen in de Chinese keuken te vinden
die voor ons westerlingen erg vreemd overkomen zoals eenden, honden, katten,
muizen, ratten en slangen. Daarnaast wordt vrijwel geen onderdeel van
plant of dier onbereid gelaten. Wij zijn bijvoorbeeld in kippensoep regelmatig
hele koppen, hanenkannen en zelfs de pootjes inclusief de nageltjes tegengekomen.
Daarnaast heeft een aantal ingrediënten om gezondheidsredenen en
plek in het Chinese eten gevonden. Er bestaat een hele leer, gebaseerd
op de principes van yin en yang, waarin bepaald "voedsel" lichamelijke
of geestelijke ziekten bestrijden. Alles draait om evenwicht, vooral dat
tussen rijst of andere meelspijzen (de zogenaamde fan) aan de ene
kant, en vlees en groente (cai) aan de andere. Een ander basisprincipe
betreft het mengen van contrasterende smaken. De geur, kleur en textuur
- zelfs de vorm - van het eten worden allemaal belangrijk geacht, daar
men vindt dat gerechten alle zintuigen moeten bevredigen.
Vrijwel iedere stad heeft een eigen
keuken met specifieke gerechten. Er zijn restaurants te kust en te keur.
De Chinezen zijn in staat met eenvoudige middelen en ingrediënten
de meest fantastische maaltijden bereiden. De kwaliteit van het voedsel
is over het algemeen goed, zelfs in de kleinste restaurants. Voor alle
Chinese stijlen is vers voedsel onontbeerlijk en doordat de ingrediënten
in hete olie (en in een wok) worden bereid, zullen toeristen nauwelijks
ziek worden van het eten, mits er maar voldoende rijst bij wordt geconsumeerd
om magen en darmen de wat vettere maaltijden zonder problemen te laten
verwerken. In de meeste gerechten wordt vlees gewerkt. Op het menu staan
slechts enkele vegetarische schotels met alleen groente of Tahoe. Gerechten
met vis komen echter ook veel voor. Vaak wordt er echter gebruik gemaakt
van zoetwater vis die erg veel graat bevat.
Een Chinees houdt er voor ons wat
vreemde eetgewoontes op na. De tafelmanieren zijn uiterst informeel: slurpen,
smakken, luidruchtig kauwen, spreken met de mond vol, met je ellebogen
op tafel leunen, het zijn allemaal geaccepteerde gedragingen. Graten en
botjes spuugt men op de grond (in goedkope restaurants) of legt men op
het tafelkleed. Het tafelkleed moet er na een goede maaltijd als een slagveld
uitzien.
De Chinees eet nooit à la carte maar bestelt verschillende gerechten.
Een goede vuistregel is zoveel schotels te bestellen als er mensen om
de tafel zitten. De gerechten worden in het midden van de tafel op een
rond draaiplateau (lazy daisy) gezet . Het is de bedoeling dat
men van alle schotels steeds een beetje in zijn kommetje schept. Om de
mogelijke overgebleven gaatjes in de maag te vullen, wordt aan het eind
van de maaltijd de soep geserveerd. Chinezen vinden het erg vreemd om
de soep als eerste gang op te dienen omdat alle gerechten dan in de soep
plonzen. Het is beter als de soep zich achteraf tussen het naar binnen
gewerkte voedsel dringt om het makkelijk verteerbaar te maken.
Het voedsel dat geserveerd wordt is zodanig bereid dat je geen mes nodig
hebt. De Chinezen eten dan ook met stokjes. Het is aan te bevelen om je
eigen eetstokjes en/of bestek mee te nemen vanwege de hygiëne en
het gemak. In de goedkopere restaurants wordt het eetgerei namelijk met
velen gedeeld.
In de meeste (duurdere)
hotels wordt een standaar westers ontbijt geserveerd. Dit bestaat over
het algemeen uit koffie, thee, toast, jam en ei. Soms wordt het eten in
de vorm van een buffet aangeboden. Het westerse (avond)eten in China is
weinig verfijnd en nogal smakeloos. Tegenwoordig komen er wel steeds meer
bakkerijen waar stokbrood, kaas etc. te koop is.
De Chinezen drinken de hele dag thee
(cha) zonder suiker, room of citroen. In een potje met theebladeren
wordt heet water geschonken. Het eerste potje thee wordt gewoonlijk weggegooid
waarna er opnieuw water wordt geschonken op de theebladeren. Dit proces
herhaalt zich een aantal malen gedurende de dag. E wordt steeds weer water
bijgeschonken. Bijna elke Chinees heeft een jampotje bij zich waaruit
de thee wordt gedronken. In de hotelkamers vind je altijd een thermosfles
met heet (gekookt) water voor thee of koffie. Wanneer de fles leeg is
of het water koud is, kan je hem opnieuw laten vullen bij het personeel.
Koffie (kafei) is in China in opmars. Er komen steeds meer koffieshops.
Over het algemeen is de kwaliteit niet geweldig. Er wordt er vaak oploskoffie
geschonken.
Frisdranken zijn overal te koop. Sinds het begin van de jaren '80 is Coca
Cola (kekou kele) verkrijgbaar. De softdrinks die lokaal worden
geproduceerd en in flesjes worden aangeboden zijn mierzoet en bevatten
een hoog gehalte aan kleurstof. Overal zijn flessen mineraalwater (laoshan)
te koop. Melk (niunai) is bijna nergens te verkrijgen. Alleen bij
het ontbijt kan je (gekookte) melk krijgen.
De Chinezen hebben maar één woord voor alcoholische dranke:.
Jiu, wat vrij vertaald wijn betekend. De meeste alcoholische dranken
worden gestookt uit graan of rijst. Er zijn vele lokale variëteiten
te verkrijgen met alcoholpercentages tussen de 40 en 80%. Verder wordt
er in China cognac, wodka en wiskey geproduceerd. Het bier (pijiu)
in China is van een uitstekende kwaliteit en doet niet onder voor Nederlands
bier. Het lokaal geproduceerde bier heeft een lager alcoholgehalte (±
3,8%) dan onze pils maar is smakelijker dan onze alcoholarme bieren. Vooral
Qingdao, het beroemdste Chinese biermerk is een aanrader voor hen die
een pilsje lusten. Geïmporteerde dranken zijn verkrijgbaar maar duur.
Het is zeer af te raden om leidingwater te drinken of zelfs te gebruiken
bij het tandenpoetsen. Koop altijd flessen water en controleer of de dop
geseald is met plastic.
|
|
Religie
In westerse godsdiensten wordt van een openbaring en een schepping uitgegaan
en gelooft men in een Dag des Oordeels. Het traditionele denken in China
gaat echter uit van een eeuwige wereld zonder begin en definitief einde.
In China had en heeft filosofie ongeveer de status van een religie. De
nadruk ligt op opvattingen over hoe in het hier en nu een deugdzaam leven
te leiden, over hoe het individu harmonieus kan functioneren ten opzichte
van zijn medemens en de natuur. De grondwet garandeert vrijheid van godsdienst
(naast het recht om atheïsme te propageren). In de praktijk is de
politiek van de overheid gericht op het beperken van religieuze invloed.
Sinds 1978 heeft de overheid een meer positieve houding jegens de georganiseerde
godsdiensten.
Er wordt wel eens gezegd dat de Chinees een bonte verzameling van overtuigingen
aanhangt en deze gebruikt zoals het hem uitkomt. Maar dat wil niet zeggen
dat de Chinees het onbelangrijk vindt. Integendeel, het confucianisme
bijvoorbeeld is eeuwenlang de grondslag voor de Chinese samenleving geweest
en veel normen en waarden van het hedendaagse China zijn daar uit voortgekomen.
De invloed van Confucius (circa 551 - 479 voor Chr.) is zo groot (geweest)
dat het confucianisme door velen toch als religie wordt beschouwd. Niemand
anders dan Confucius heeft de gedachten en de geest van het Chinese volk
zo sterk beïnvloed. Zo is het nederig opstellen ten opzichte van
je medemens, een typisch Chinese houding, ontleend aan Confucius. Confucius
predikte de ideale samenleving waarin iedereen de juiste deugden moest
betrachten en zich moest gedragen overeenkomstig zijn positie. Boven aan
de hiërarchische maatschappij stond de Keizer die als zoon van de
Hemel een (half) goddelijke status had. Alle ambtenaren in het oude keizerrijk
werden opgeleid volgens de Confuciaanse klassieken. Met dit bestuursysteem
was China de rest van de wereld ver vooruit.
De andere stroming die belangrijk is voor het Chinese geestelijk denken,
is het Taoïsme. Dit speelde zich veel meer af in de sfeer van kunst
en wetenschap. De leer van Tao zei dat de mensen moesten leven volgens
hun innerlijke natuur. In die natuur school de harmonie der krachten en
verstoring ervan zou leiden tot ziekte en dood. Deze gedachte is later
de leidraad geworden voor de Chinese geneeskunst.
Het Boeddhisme tenslotte is de enige stroming die van oorsprong niet Chinees
is. Boeddhistische teksten en afbeeldingen werden helemaal uit India via
de Zijderoute naar China gebracht, waar het behoorlijke veranderingen
onderging. De aantrekkingskracht van het boeddhisme school in de aandacht
voor het lijden van de mensen en het bereiken van de verlichting door
een zuiver leven te praktiseren. De talloze afbeeldingen waarin Boeddha
voorgesteld wordt, zie je ook in China terug maar dan veel meer in aardse
gedaanten. Het meest karakteristieke beeld, dat typisch Chinees is, is
de afbeelding van de zogenaamde 'lachende Boeddha', een vrolijk lachende
Boeddhafiguur met een dikke ronde buik die rijkdom en vruchtbaarheid symboliseert.
Elk pas getrouwd Chinees echtpaar zal niet vergeten een
offer aan deze Boeddha te brengen.
China kent echter meer religies.
Er zijn circa 1.600 protestantse kerken met volgens officiële opgave
15 miljoen protestanten (september 2000), de 'Drie Zelf Patriottistische
Beweging' (door de regering gecontroleerd en erkend) en daarnaast niet
officieel erkende (en dus ondergrondse) 'huiskerken'. Officiële katholieke
kerken zijn aangesloten bij de Katholieke Nationale Patriottistische Vereniging,
wie het niet is toegestaan trouw te zweren aan de Paus. De bevolkingsgroep
de Hui (8,6 miljoen) zijn moslims. Het lamaïsme speelt nog steeds
een belangrijke rol onder Tibetanen en Mongolen. In opkomst zijn diverse
zich Christelijk noemende sekten.
|
|
Feestdagen
Er zijn veel evenementen en festiviteiten op lokaal niveau. Zij worden
gehouden op vaste data, die volgens de maankalender worden berekend (twaalf
maanmaanden bestaan uit slechts 354 dagen). Het gevolg is dat de data
in onze kalender steeds anders vallen en er geen overzicht te geven is:
kwestie van geluk dus.
De belangrijkste feestdagen voor
de Chinezen zijn:
Chinees Nieuwjaar of Lentefestival (chun Jie)
Overeenkomstig de berekening van de maankalender valt deze feestdag ergens
rond eind januari / begin februari. Dit is het belangrijkste feest van
het jaar, waarbij iedereen minstens twee dagen vrij is. Net als bij ons
tijdens kerstmis, is dit bij uitstek het familiefeest waarbij men samenkomt
in het ouderlijk huis. Kort voor middernacht gaat het vuurwerk de lucht
in. De eerste dag van het nieuwe jaar is voor familiebezoek. Op de tweede
en derde dag bezoeken vrienden elkaar en wisselen wensen en geschenken
uit.
Lantaarnfestival (Yuanxiao Jie)
Het Lantaarnfestival of het Feest van de Eerste Volle Maan valt op de
15de dag van de eerste maanmaand. Het symbolissert het afscheid van de
winter en de komst van de zomer. De huizen worden versierd met lantaarns
en overal wordt vuurwerk afgestoken.
Festival der Zuiverheid (Qingming)
Dit feest valt op 4 of 5 april, dus volgens de zonnekalender. Op
deze dag worden de doden herdacht.
Drakenbootfestival (Duanwu Jie)
Dit festival wordt voornamelijk in het zuiden gevierd op de 5de dag
van de 5de maanmaand. De boten zijn smal en lang en worden bemand door
16 tot 30 roeiers. Middenin staan vaak twee mannen met een gong en een
trommel. De teams worden vanaf de kant luidkeels aangemoedigd.
Maanfestival (Yue Jie)
Het Maanfestival of Herfstfestival vindt plaats op de 15de dag van
de 8e maanmaand. Traditioneel brengen op deze dag vrouwen offers
aan de maan, in de vorm van fruit (symbool voor de wens tot vruchtbaarheid).
Internationale vrouwendag wordt op 8 maart gevierd.
De Dag van de arbeid wordt op 1 mei gevierd met parades en bijeenkomsten.
Jeugddag wordt op 4 mei gevierd en Kinderdag wordt
op 1 juni gevierd. Dit is een feestdag voor (kleine) kinderen.
Partijdag
Op 1 juli wordt herdacht dat in juli 1921 de Communistische Partij
van China is opgericht.
National Day (guoqingjie)
Dit is de nationale feestdag die de dag herdenkt dat Mao de Volksrepubliek
China uitriep (1 oktober 1949). Ook rond deze dag heeft men meestal twee
dagen vrij.
Legerdag: De oprichtingsdag
van het bevrijdingsleger valt op 1 augustus.
Lerarendag: Op 1 september worden de leerlingen geacht
hun leraren te eren.
|
|
Reisdocumenten en douanebepalingen
Tijdens je reis naar China krijg je het immigration doorslagformulier
uitgereikt. Op dit formulier moet je behalve je persoonsgegevens, paspoort-
en visumnummer ook invullen waar en hoe lang je in China zult blijven.
Het formulier is een doorslagformulier waarvan je een kopie behoudt tot
het moment dat je het land weer verlaat. Bij die gelegenheid moet je het
vluchtnummer en de bestemming waar je heen vliegt opnieuw noteren. Bewaar
deze kopie dus goed tot de vertrekdag anders riskeer je problemen bij
vertrek. Bij aankomst in China moet er ook een gezondheidsverklaring worden
ingevuld en ook een formulier, waarop moet worden vermeld welke waardevolle
voorwerpen je meeneemt. Je krijgt een kopie mee, die je aan het eind van
de reis weer moet overleggen.
Een paspoort, dat nog minimaal een half jaar na terugkomst in Nederland
geldig is, en een visum zijn verplicht. Bij
groepsreizen wordt er vaak gebruik gemaakt van een groepsvisum. Bij een
groepsvisum krijg je geen aantekening in je paspoort, maar heeft de reisleider
een lijst met alle noodzakelijke gegevens. Het nadeel is dat wanneer je
ziek wordt of om andere redenen de groep wilt verlaten, je op dat moment
een individueel visum zal moeten regelen. Reizen zonder visum is vrijwel
onmogelijk.
Een persoonlijk toeristenvisum
kan je aanvragen bij de Chinese ambassade in Nederland. Indien je China
vanuit een buurland bereist, moet je in het buurland een visum te regelen.
Visa worden gewoonlijk voor 30 dagen
verstrekt. In elke grotere stad zijn Public Security Offices, waar
je je visum met tweemaal dertig dagen kan verlengen.
Het adres van de Chinese ambassade in Nederland is:
Ambassade van de Volksrepubliek China
Adriaan Goedkooplaan 7
2517 JX Den Haag
Telefoonnummer.: 070-3065061
Een visum kan je aanvragen op de
A. Paulownastraat 26 te Den
Haag. telefoonnummer 070 - 3028260. Hiervoor dien je een volledig ingevuld
aanvraagformulier in te vullen en één pasfoto in te leveren.
Na twee a drie werkdagen kan het visum opgehaald worden tegen betaling
van f. 80,- (voor een 90 daagse toeristenvisum). Als
je het plan hebt om naar Tibet te reizen, moet je op het aanvraagformulier
niet vermelden dat je naar Tibet wilt.
China heeft 919 steden en gebieden
opengesteld voor buitenlandse reizigers. Bijna al deze plaatsen kan je
zonder meer bezoeken. Voor een twintigtal steden heb je naast je visum
echter ook een travel permit (waiguoren lüxingzhen) nodig.
Deze kan je krijgen bij het politiebureau in de stad van vertrek.
De douanebepalingen wijzigen regelmatig
en het is verstandig hier voor vertrek even naar te vragen. Het is toegestaan
om 4 liter drank, 1 fles parfum en 600 sigaretten in te voeren. Het meenemen
van drugs, pornografisch- en tegen China gerichte literatuur, film- en
geluidsmateriaal is verboden, evenals het binnenbrengen van groente en
fruit. Bij het betreden van Tibet gelden er strengere regels. Zo is het
niet toegestaan om foto's van de Dalai Lama mee te nemen. Zelfs reisboeken
waar zijn foto in staat, zijn verboden.
Het uitvoeren van antiek is verboden als deze niet is voorzien van de
juiste stempels en formulieren. Je moet toestemming van de regering hebben
om objecten, die ouder zijn dan 100 jaar uit het land te nemen.
|
|
Vervoer in China
De meest gebruikte transportmiddelen voor het vervoer tussen de steden
zijn de trein, bus of het vliegtuig. Het is aan te raden afstanden langer
dan duizend kilometer per vliegtuig af te leggen. Met betrekking tot vliegen
en veiligheid geldt dat de Chinese binnenlandse luchtvaartmaatschappijen
de laatste jaren sterk zijn verbeterd. De trein is in de praktijk echter
het meest gebruikte vervoersmiddel voor grote afstanden. Houd er rekening
mee dat vreemdelingen tot ongeveer 100% meer moeten betalen dan de Chinezen
zelf.
De treinen zijn ingedeeld in vier
klassen: de harde en de zachte ligplaatsen (respectievelijk yingwo
en ruanwo) en de harde en zachte ligplaatsen (respectievelijk yingzuo
en ruanzuo). De harde zitplaatsen zijn heel goedkoop en op veel
treinen helemaal niet zo hard. De zachte zitplaatsen worden vooral door
buitenlanders en hooggeplaatste of rijke Chinezen gebruikt op kortere
trajecten. De kosten zijn vergelijkbaar met de harde ligplaatsen. Bij
de harde ligplaatsen lig je met zes passagiers in een open coupé
en word je voorzien van lakens, kussens en dekens. De zachte ligplaatscoupés,
die als comfortabele huiskamer zijn ingericht, deel je met drie medepassagiers.
Treintickets zijn vrij gemakkelijk verkrijgbaar, mits je rekening houdt
met de feestdagen en op tijd boekt.
Voor het interlokaal busvervoer moet je het kaartje de dag tevoren aanschaffen.
De ruimte in de bussen (zit- en slaapplaatsen) zijn gemaakt voor de kleine
Chinezen, dus erg krap voor de gemiddelde westerse toeristen.
Het wordt afgeraden om met de stadbussen te rijden. Ze zijn traag en vaak
overbezet. Daarnaast is er het gevaar van zakkenrollers. De fietsriksja's
die vaak in de buurt van hotels te vinden zijn, zijn eveneens een inefficiënt
transportmiddel in Chinese steden waar de afstanden vaak enorm zijn. Voor
hetzelfde geld kan je een goedkope taxi nemen.
Als alternatief kan je gebruik maken van metro's (in Beijing en Shanghai),
taxi's of fietsen. Taxi's zijn tegenwoordig volop te krijgen. Het kilometertarief
van een officiële taxi staat vermeld op een achterraampje aan de
buitenzijde. Het kilometertarief van de taxi's in Beijing, Xi'an, Shanghai
en Guangzhou staat op de zijkant van de taxi aangegeven. Daarnaast heeft
elke taxi een starttarief waarbij je enkele kilometers vrij krijgt. De
goedkoopste taxi's zijn de kleine zogenaamde 'brood busjes', een Chinese
variant van de Suzuki. Het kan je gebeuren dat de chauffeur beweert dat
de meter stuk is, maar dat moet meteen aanleiding voor je zijn een andere
taxi aan te houden. Er is concurrentie genoeg!
Een goedkoop alternatief is het huren van een fiets (zixingche). Veel
hotels bieden het als service aan voor hun gasten. Vaak vraagt men om
een borg of een persoonsbewijs als onderpand. Overal zijn bewaakte fietsstallingen
en is er ruimte om te fiesten. Let er wel op dat je de fiets afgesloten
op bewaakte parkeerplaatsen achterlaat als je bijvoorbeeld een boodschap
gaat doen en houd er ook rekening mee dat het gemotoriseerd verkeer weinig
rekening houdt met fietsers! Voor een reparatie onderweg kan je vaak goed
terecht bij monteurs die langs de straat aan het werk zijn.
|
|
Fooien en geschenken
Ook al keuren de autoriteiten het geven van fooien af, het is geen overtreding
meer. In de toerisme-sector wordt het geven van fooien zelfs steeds meer
een normaal verschijnsel. Men zal er niet om vragen, maar gidsen, taxi-,
hotelpersoneel en chauffeurs van touringcars verwachten een fooi, terwijl
hun werk lang niet altijd door ons gewaardeerd wordt. In de meeste restaurants
is een fooi niet gebruikelijk, met uitzondering van enkele exclusieve
gelegenheden. Realiseer je dat je met het geven van fooien de sociale
ongelijkheid bevordert. De Chinezen die in het toerisme werken, verdienen
al veel meer dan hun landgenoten.
Als je bij Chinezen thuis uitgenodigd wordt voor een maaltijd, besef je
dan goed dat er vaak een heel maandloon aan deze feestmaaltijd besteed
wordt. Daarom zullen de Chinezen ook zelden mensen thuis uitnodigen. Uitermate
geschikte cadeautjes voor Chinezen zijn buitenlandse postzegels en briefkaarten
met Nederlandse lansschappen of tulpen. Het geven van cadeautjes als panty's
en lippenstift wordt als beledigend beschouwd.
|
|