Verslag 57 - De tempels van Angkor (dag 2) |
We besteden nog een dag achter op
de brommers om de tempels van Angkor te bezoeken. Vandaag gaan we naar
de tempels langs de lange route.
|
||
|
De Banteay Kdei was vroeger niet
in gebruik als tempel, maar als klooster. Ook hier zijn de toegangspoorten
van het gebouw versierd met gezichten. We lopen door de ruines. Sommige
galerijen staan op instorten of zijn al ingestort. |
|
Dan verder naar de East Mebon. Tot nu toe vonden we de ruines langs de lange route minder mooi en minder bijzonder dan de ruines die we gisteren hebben gezien. Zijn ze ook minder mooi of zijn wij tempelmoe? Ook de East Mebon kan ons niet bekoren. Alleen de olifanten die op de hoeken van het gebouw staan vinden we wel aardig. We lopen een snel rondje en rijden verder naar de Ta Som. |
|
|
De Ta Som lijkt veel op de Banteay
Kdei en Ta Prohm. De bomen en struiken op het terrein zijn niet gekapt
en je hebt dus het gevoel of je een beetje in de jungle loopt. De tempel
kan niet tippen aan de Ta Prohm, maar is zeker het bekijken waard. Door
de oostpoort (uiteraard een poort met een gezicht) groeit een reusachtige
boom. De poort wordt langzaam door de boom vernietigd, maar is uitermate
fotogeniek. Detail: tijdens de heerschappij van de Rode Khmer was in Ta
Som een veldhospitaal gevestigd.
|
|
De Neak Pan is de volgende
tempel die we bezoeken. Ook deze tempel vinden we niet bijzonder. Het
is een kleine zandstenen tempel op een eiland in een waterbassin. Het
bassin staat nu leeg. Het is alleen aan het einde van de regentijd met
water gevuld. De Preah Khan is de laatste
tempel die we vandaag bezoeken en het is zowaar de mooiste en grootste
van vandaag. In feite is het één van de grootste tempelcomplexen
in Angkor. De tempel lijkt een beetje op de Ta Prohm en Banteay Kdei.
De toegangspoorten in de muur rondom de tempel hebben echter geen gezichten.
Verder loopt er een gracht om de tempel met eveneens aan de vier zijden
een "Straat der Reuzen". |
||
Op de terugweg naar buiten komen we langs een klein museum. We bekijken er een fotoserie over de restauratiewerkzaamheden van de tempel en het beeld van de garuda (half mens, half vogel) dat zich op de buitenmuur bevindt. | ||
Als we weer op onze brommertjes klimmen, besluiten we dat we genoeg tempels hebben gezien in de afgelopen twee dagen. We laten ons naar het dorp rijden. In het restaurant The Red Piano (met Belgische eigenaar en dus is er mayonaise beschikbaar!) eten we een heerlijke (en vooral dure) maaltijd. Nog even een uurtje internetten in een airco-gekoelde ruimte voordat we opgehaald worden door de brommertjes om terug te worden gebracht naar het hotel. De derde entreedag hebben we niet gebruikt. We hebben de tempels inmiddels wel gezien. We zijn tempelmoe en kunnen even geen tempel meer zien. We hebben wel gehoord dat het verderop gelegen tempelcomplex Banteay Srei ook mooi is. Hiervoor moet je echter 45 minuten achter op een brommer zitten en moet je ook nog eens extra entreegeld betalen. Dat vinden we geen goed idee. Daarvoor in de plaats bezoeken we de plaatselijke markt en versturen een aantal emails. Lekker even relaxen. |