Print dit verslag
Verslag 57 - De tempels van Angkor (dag 2)

We besteden nog een dag achter op de brommers om de tempels van Angkor te bezoeken. Vandaag gaan we naar de tempels langs de lange route.

Eerst bezoeken we de Pre Rub, een hoge tempel in de vorm van een piramide. De tempel werd vroeger gebruikt voor crematies. De tempel is niet zo bijzonder, maar het uitzicht op de omgeving en op Angkor Wat is mooi.

Dan rijden we verder naar de Banteay Kdei. Dit gebouw werd in 1181 gebouwd door de koning die ook de "jungletempel" of de Ta Prohm heeft gebouwd. Het gebouw lijkt dan ook veel op de Ta Prohm, maar alle bomen, lianen en planten zijn gekapt. Minder indrukwekkend dus.

 

De ruines van Banteay Kdei
De ruines van Banteay Kdei

 

De Banteay Kdei was vroeger niet in gebruik als tempel, maar als klooster. Ook hier zijn de toegangspoorten van het gebouw versierd met gezichten. We lopen door de ruines. Sommige galerijen staan op instorten of zijn al ingestort.

Aan de overkant van de Banteay Kdei ligt Srah Srang, een klein kunstmatig meer dat waarschijnlijk in dezelfde tijd als de Banteay Kdei is gebouwd. Het meer wordt in de volksmond het Bad van de Koning of het Bad van de Monniken genoemd. Het is vandaag erg warm en we besluiten op de trappen van het meer iets te drinken. Het is jammer dat er hier zoveel kleine verkopertjes rondlopen. Hoe kleiner en jonger, des te irritanter en drammeriger ze zijn.

Dan verder naar de East Mebon. Tot nu toe vonden we de ruines langs de lange route minder mooi en minder bijzonder dan de ruines die we gisteren hebben gezien. Zijn ze ook minder mooi of zijn wij tempelmoe? Ook de East Mebon kan ons niet bekoren. Alleen de olifanten die op de hoeken van het gebouw staan vinden we wel aardig. We lopen een snel rondje en rijden verder naar de Ta Som.

East Mebon
East Mebon

De oostpoort van de Ta Som
De oostpoort van de Ta Som

 

De Ta Som lijkt veel op de Banteay Kdei en Ta Prohm. De bomen en struiken op het terrein zijn niet gekapt en je hebt dus het gevoel of je een beetje in de jungle loopt. De tempel kan niet tippen aan de Ta Prohm, maar is zeker het bekijken waard. Door de oostpoort (uiteraard een poort met een gezicht) groeit een reusachtige boom. De poort wordt langzaam door de boom vernietigd, maar is uitermate fotogeniek. Detail: tijdens de heerschappij van de Rode Khmer was in Ta Som een veldhospitaal gevestigd.

 

De Neak Pan is de volgende tempel die we bezoeken. Ook deze tempel vinden we niet bijzonder. Het is een kleine zandstenen tempel op een eiland in een waterbassin. Het bassin staat nu leeg. Het is alleen aan het einde van de regentijd met water gevuld.

Onder de bomen zit een aantal muzikanten traditionele muziek te spelen. Ook na het betalen van geld... willen ze er niet mee ophouden. Snel naar de volgende tempel.

De Preah Khan is de laatste tempel die we vandaag bezoeken en het is zowaar de mooiste en grootste van vandaag. In feite is het één van de grootste tempelcomplexen in Angkor. De tempel lijkt een beetje op de Ta Prohm en Banteay Kdei. De toegangspoorten in de muur rondom de tempel hebben echter geen gezichten. Verder loopt er een gracht om de tempel met eveneens aan de vier zijden een "Straat der Reuzen".

Als we eenmaal binnen de muren zijn, lopen we over een lange weg door de jungle naar de tempel. Het hoofdgebouw en de bijgebouwen zijn overdadig versierd met beeldhouwwerk; Op de muren zijn boeddhistische motieven en scènes uit Indiase verhalen afgebeeld, maar ook godinnen en danseressen. Grote gedeelten van de tempel zijn ingestort en zijn dus moeilijk toegankelijk. Er komt een klein jongetje naar ons toe. Hij wil ons naar een beeld van de vrouw van de koning brengen die deze tempel heeft gebouwd. We moeten hiervoor over grote stapels stenen van ingestorte muren klimmen. Het beeld zouden we zelf nooit gevonden hebben. Het jongetje laat ons zien dat het beeld boven het oog een klein gaatje heeft. Hierin heeft vroeger een diamant gezeten, maar deze is later door de Rode Khmer gestolen.

Op de terugweg naar buiten komen we langs een klein museum. We bekijken er een fotoserie over de restauratiewerkzaamheden van de tempel en het beeld van de garuda (half mens, half vogel) dat zich op de buitenmuur bevindt.
East Mebon

Als we weer op onze brommertjes klimmen, besluiten we dat we genoeg tempels hebben gezien in de afgelopen twee dagen. We laten ons naar het dorp rijden. In het restaurant The Red Piano (met Belgische eigenaar en dus is er mayonaise beschikbaar!) eten we een heerlijke (en vooral dure) maaltijd. Nog even een uurtje internetten in een airco-gekoelde ruimte voordat we opgehaald worden door de brommertjes om terug te worden gebracht naar het hotel.

De derde entreedag hebben we niet gebruikt. We hebben de tempels inmiddels wel gezien. We zijn tempelmoe en kunnen even geen tempel meer zien. We hebben wel gehoord dat het verderop gelegen tempelcomplex Banteay Srei ook mooi is. Hiervoor moet je echter 45 minuten achter op een brommer zitten en moet je ook nog eens extra entreegeld betalen. Dat vinden we geen goed idee. Daarvoor in de plaats bezoeken we de plaatselijke markt en versturen een aantal emails. Lekker even relaxen.

Fotoserie 63
Achter de schermen
Volgend verslag