Verslag 112 Kiama - Tathra - Phillip Island |
De vuurtoren in Kiama |
Op
donderdag 27 juni ontwaken we in Kiama, 150 kilometer ten zuiden
van Sydney. Om 10.00 uur verlaten we de camping en rijden we naar de attractie
van Kiama. The Blowhole. Een blowhole is een opening of spleet in de rotsen dat aan de onderkant in verbinding staat met de zee. De golven worden met onregelmatige tussenpozen door het gat omhoog geblazen en het water komt er als een fontein aan de bovenkant weer uit. De reisgidsen beweren dat het water wel zestig meter hoog kan komen. Hoe hoger de waterstand en hoe sterker de golfslag, des te hoger de waterfontein.
|
|
We parkeren de camper vlakbij een mooie witte vuurtoren. Vanaf deze rots kunnen we de blowhole in de rotsachtige kust al duidelijk zien. Regelmatig spuit het water meters hoog uit het gat omhoog. | ||
Het lukt Leo maar niet om het opspuitende water te fotograferen met zijn digitale camera. Vanaf het moment van afdrukken heeft de digitale camera namelijk ongeveer 1 à 2 seconden nodig om scherp te stellen en het juiste diafragma te berekenen. Dan wordt eindelijk de foto gemaakt, maar is de fontein natuurlijk al lang weer verdwenen. Na ruim dertig gemiste foto's lukt het eindelijk om het opspuitende water vast te leggen. Leo drukt vast af als we een zacht rommelend geluid horen dat aankondigt dat er iets te gebeuren staat! |
Eindelijk gelukt! |
|
Via een prachtige kustweg rijden we in zuidelijke richting. Behalve de vele waarschuwingsborden voor kangoeroes passeren we nu ook waarschuwingsborden voor schildpadden en vogels. We stoppen bij Dolphin Beach voor de lunch. Dolphin Beach bestaat uit fijn wit zand en ligt aan een drooggevallen kreek. Als de tuinstoelen zijn uitgeklapt en we de boterhammen gesmeerd hebben, zien we pas hoe mooi het uitzicht op de kreek is. Er leven hier enorm veel verschillende soorten vogels. In de bomen boven onze hoofd springen papagaaien met de meest bonte kleuren van tak naar tak, in de kreek waden pelikanen, aalscholvers en grote zeemeeuwen. De meeuwen komen brutaal voor ons zitten en bedelen voor een stukje van onze heerlijke boterhammen. De meest brutale lukt het uiteindelijk om het brood van ons bord af te pikken. | |
Als we onze weg vervolgen ziet Rosalie de eerste levende kangoeroe. In een wei zit de kangoeroe nieuwsgierig om zich heen te kijken. Via een toeristische route langs kreekjes en over smalle bruggetjes rijden we ruim 59 kilometer (waarvan 7 kilometer over onverharde weg) naar Tathra. Net voordat het donker wordt arriveren we op een bijna lege camping. In het zuiden van Australië is de winter begonnen en is het voor Australische begrippen behoorlijk koud. Overdag is het zalig. Als de zon doorbreekt wordt het zo'n 15 - 20 graden, maar als de zon ondergaat daalt de temperatuur al snel tot zo'n 5 graden. De meeste vakantiegangers verblijven nu (zoals we later zullen merken) dan ook in de Noordelijke staten van Australië. |
Oppassen voor overstekend wild |
De volgende dag, vrijdag 28 juni, gaan we weer vroeg op pad. Eerst volgen we toeristische route nummer 11. Deze voert dwars door een heuvelachtig gebied en diverse nationale Parken. De meeste parken bestaan uit dichtbegroeide bossen. Als we de staatsgrens van Victoria naderen staan er gigantische borden langs de weg. Er staat op dat we een gebied naderen waarin we geen vers fruit of tomaten mogen meenemen. Op deze manier probeert met de groente- en fruitteelt te beschermen voor de fruitvliegjes. De meldingen op de borden worden steeds dreigender en uiteindelijk wordt er zelfs met een boete gedreigd. We stoppen en eten nog een aantal bananen en mandarijnen. De rest gooien we weg in de speciale vuilnisbakken die langs de weg staan. Een paar kilometer later passeren we een controleplek. We worden echter niet aangehouden. Zonde van de bananen en mandarijnen! |
's Middags betrekt het weer. Het wordt snel donker en het begint hevig te regenen. Om 15.00 uur parkeren we de camper op een camping in Lakes Entrance. We wandelen naar het centrum en doen inkopen bij de plaatselijke supermarkt. Leo besluit een paar uurtjes slaap in te halen. Rosalie werkt de internetsite bij. 's Avonds is het behoorlijk koud. Onze camper heeft geen verwarming, maar we hebben inmiddels een elektrisch straalkacheltje gekocht zodat het in de kleine camper snel aangenaam warm wordt. Ook als we gaan slapen zetten we het kacheltje aan. 's Nachts is het echter behoorlijk fris en we kruipen diep in onze slaapzakken. |
Op zaterdag 29 juni rijden we eerst langs de warme bakker. We kopen heerlijk vers brood. Na het ontbijt rijden we de Princes Highway op richting Sale. Na Sale slaan we af en rijden over een binnendoorweg de heuvels in naar Morwell National Park. Op de parkeerplaats worden we welkom geheten door papagaaien en parkieten. Met enkele stukjes brood weten we ze te lokken en op de foto te zetten. | |
We starten met de Forsters Gully Nature Walk. Een mooie wandeling van ongeveer 1 uur door een woud van Varrish Walles en Grey Gumsbomen. Op de grond en in de bomen groeien varens. Sommige bomen zijn 200 jaar oud en wel 60 meter hoog. In de bomen zitten gaten waar vogels en brushtailpossums leven. Leo denkt hoog in één van de eucalyptusbomen een Koala te zien zitten. Het is echter lastig te zien te zien of het bolletje wol inderdaad een Koala is. We spotten een Lypebird (bushturkey). Deze vogel is in staat om de geluiden van andere vogels te imiteren. | |
Na de wandeling rijden we door naar Phillip Island, bekend vanwege het motorcircuit, maar vooral vanwege de zeehonden en de blauwe dwergpinguïns, de kleinste soort ter wereld, die hier wonen. Phillip Island ligt ongeveer 125 kilometer ten zuidoosten van Melbourne. Bij San Remo rijden we via een grote brug het eiland op. |
Seal Rocks
is een klein rotseiland aan de westkant van het eiland. Op dit eiland
woont de grootste pelsrobbenkolonie van Australië. Maar liefst 7.000
exemplaren spelen hier in de golven. Vanaf Phillip Island zijn ze met
het blote oog nauwelijks te zien. Je kunt hier echter een boottocht boeken
om de dieren van dichtbij te zien. Wij beperken ons tot de filmbeelden
van deze zeehonden die te zien zijn in het Seal Rocks Sealife Centre,
een informatiecentrum in The Nobbies aan het uiterste puntje van het
eiland.
|
We wandelen over een boardwalk langs de grillige kust en zien na lang speuren een paar pinguïns in hun holletjes zitten. Overdags zwemmen de pinguïns in de zee op zoek naar voedsel. Tegen de schemering komen de pinguïns vanuit de zee het strand op waggelen, op weg naar hun nachtonderkomen. De pinguïns die nu "thuis" zijn hadden vanmorgen zeker geen zin om te gaan vissen. Helaas mag je hier 's avonds niet zijn. De toegangsweg naar het centre is dan afgesloten. Ze hebben hier echter een heel goed alternatief gevonden... The Penguin Parade, één van de grootste en populairste attrakties in Down Under! Elk jaar komen drie miljoen toeristen naar de beestjes kijken. Om 17.00 uur parkeren we op het parkeerterrein
van het uitkijkpunt van waar we de pinguïns kunnen gaan bekijken.
Op de parkeerplaats is het al behoorlijk druk en we vragen ons af of we
niet te laat zijn. Het is immers al schemerig. Maar het valt mee. Het
informatiecentrum is al open, maar de echte deuren gaan pas rond 17.30
uur open. Na betaling van de AUD14 entreegeld betreden we het informatiecentrum
waar we alles te weten komen over de blauwe dwergpinguïns en hun
leefomgeving. Door smalle kijkgaatjes kunnen we in nestkasten kijken.
Er zijn in deze tijd van het jaar geen jongen, maar een enkele pinguïn
is vandaag thuis gebleven. De pinguïns worden hier niet gevangen
gehouden. Ze kunnen zo de vrije natuur inlopen. |
Vlak
na zonsondergang, om 17.50 uur, laten de eerste pinguïns zich zien.
De pinguïns stellen de landing uit tot het donker, omdat ze anders
een te gemakkelijke prooi zijn voor hun vijanden. Ze laten zich door een
golf op het zand spoelen en als ze iets niet vertrouwen, vluchten ze weer
in zee. De opzichter zegt via de overal opgestelde luidsprekers: 'Blijf
rustig en sta niet op als de dieren het strand op wandelen'. Ook als de
pinguïns geluiden uit het publiek opvangen, rennen ze hard terug het
water in om het na enkele minuten nogmaals te proberen. Een komisch schouwspel.
Uiteindelijk komen er steeds meer pinguïns in groepjes Summerland Beach op sprinten. In een groep ben je tenslotte sterker dan alleen. Ze zijn op weg naar hun holen in de duinen, een paar honderd meter verderop. De grootste durfal loopt voorop. Uiteindelijk waggelen hele meutes pinguïns naar de beschutting van de plantjes in de duinen. Het is een leuk gezicht op de pinguïns achter elkaar het strand op zien te waggelen. |
Verboden te flitsen! |
|
We verlaten na een tijdje de tribune en lopen over de houten vlonders door de duinen. De pinguïns zijn hier van heel dichtbij te bekijken. Ze waggelen onder de vlonders door en trekken zich nu niets meer aan van de vele toeschouwers. Sommige pinguïns blijven zelfs even stil staan en kijken nieuwsgierig naar de toeschouwers. Als we genoeg pinguïns hebben gezien, lopen we in gezelschap van de pinguïns terug naar het informatiecentrum. De pinguïns lopen naast het wandelpad en overbruggen een behoorlijke afstand voordat ze hun holletjes hebben bereikt. Het is al laat als we aankomen bij een camping in Cowes. De camping blijkt gesloten te zijn. In dezelfde straat vinden we een andere camping. Nadat we een plaatsje voor vannacht hebben gereserveerd, rijden we terug naar het centrum van Cowes om iets te eten te halen. Bij de Chinees halen we een maaltijd. We rijden snel terug naar de camping, sluiten de stroom aan, zetten de kachel aan en onder het genot van een heerlijke maaltijd krijgen we het eindelijk een beetje warm. Morgen wordt het vast weer zo'n leuke dag. |
|
Nieuwe fotoserie |