Verslag 111 - Blue Mountains National Park


Op maandag 24 juli checken we uit bij het luxe hotel in Sydney. Het hotel brengt maar liefst $31 in rekening voor de paar telefoontjes die we hebben gepleegd naar Dutch Down Under, het bedrijf waar we de huur van de camper hebben geregeld. Voor de gemiddelde (rijke) gasten van het hotel is het waarschijnlijk niets, maar wij vinden het behoorlijk aan de prijs.

De camper die wij gehuurd hebben, is pas donderdag beschikbaar. Australië is echter het land van "no worries mate" en we hebben onze plannen dus een beetje aangepast. We gaan op weg naar het verhuurbedrijf waar we de camper hebben gehuurd. We krijgen voor de komende 3 dagen eerst een personenauto mee voor ons bezoek aan Blue Mountains National Park.
Met onze zware rugzakken lopen we naar de bushalte. Als we in de airportbus stappen, blijkt deze niet naar de gewenste bestemming te gaan. Gelukkig mogen we gratis mee naar het centraal station en daar kunnen we overstappen op de goede bus. Hoewel de bus wel door Albany Street rijdt, weet de buschauffeur niet waar het verhuurverblijf zich bevindt. Na een half uurtje (!) bussen door de lange straat slaat de bus linksaf. De chauffeur zegt dat we hier moeten uitstappen en verder moeten lopen. Op het punt waar we uitstappen zien we huisnummers rond nummer 1100. Wij moeten naar nummer 1356. Dit betekent dat we nog een half uur lopen om eindelijk bij het verhuurbedrijf aan te komen. No worries mate?

Na het teken van de huurcontracten en het betalen van de huur gaan we op weg in een Toyota Corolla. We zijn de afgelopen weken gewend om in een grote camper te rijden en de stoelen in de Toyota zitten opeens erg laag. Na een paar verkeerslichten rijden we de autoweg op. We moeten goed opletten welke maximale snelheid is toegestaan. De man van het verhuurbedrijf heeft ons namelijk gewaarschuwd dat er - vooral in de tunnel - snelheidscamera's worden gebruikt. De snelheidsbekeuring die we in Nieuw Zeeland kregen, vinden we meer dan genoeg.

Blue Mountains National Park ligt ongeveer 100 kilometer ten westen van Sydney. We rijden over de M4 Motorway. Een mooie snelweg als je bedenkt dat in 1788 de eerste poging ondernomen werd om vanuit Sydney een doorgang door de Blue Mountains te vinden. Ontdekkingsreizigers hebben toen zo'n 25 jaar vergeefs naar een doorgang gezocht, voordat iemand op het idee kwam het eens aan de Aboriginals te vragen. Pas in 1813 konden drie mannen en hun gevolg op zoek naar vruchtbare landbouw- en weidegrond aan de andere kant van het gebergte. Leve de vooruitgang!

Onderweg stoppen we bij het Visitor Center. Achter de balie staat een Nederlandse jongen die erg veel nuttige informatie geeft. We stippelen voor de komende drie dagen een globale route uit. We lezen dat de Blue Mountains hun naam danken aan de blauwe waas die vaak boven de bergen te zien is. In het natuurgebied staan veel eucalyptusbomen. De olie die deze bomen bevatten, verdampt en blijft boven de bomen hangen. Als je er van ver naar kijkt, zie je de voor dit gebied kenmerkende blauwgrijze nevel.

Er hangt een blauwe waas boven het gebied
Er hangt een blauwe waas boven het gebied
De Blue Mountains maken deel uit van de Great Dividing Range, een scheidingswand tussen Sydney en het westen van New South Wales. De Blue Mountains zijn eigenlijk geen bergen, maar een soort "canyon" met steile kliffen, diepe ravijnen en eucalyptusbossen. Diverse rivieren hebben diepe kloven in het berggebied geslepen. De eerste stop maken we in Katoomba, een belangrijk toeristisch centrum in de Blue Mountains. Even ten zuiden van Katoomba ligt een van de beroemdste uitkijkpunten in het park, Echo Point. Vanaf dit punt heb je een duizelingwekkend uitzicht op de rotswanden, bossen en op de beroemde zandstenen zuilen The Three Sisters.
The Three Sisters
The Three Sisters
De Three Sisters danken hun naam aan een Aboriginal legende. Het verhaal vertelt dat drie Aboriginal zussen verliefd werden op drie broers van een andere stam. De vader van de meisjes voelde echter niets voor een verbintenis tussen beide families. De broers besloten daarop om de meisjes te kidnappen, maar het complot werd ontdekt en er braken gevechten uit tussen de stammen. Tijdens de gevechten richtte de dorpswijze een magisch bot op de zussen en veranderde de meisjes in steen zodat ze niet meer ontvoerd konden worden. De meeste mannen van hun stam sneuvelden in de strijd. Ook de wijze man stierf, zodat de zussen voor eeuwig versteend zullen blijven.
Als we enige tijd van het uitzicht hebben genoten, rijden we door naar een ander uitzichtpunt. Vanaf dit punt is het mogelijk om met een oud treintje of met een gondel af te dalen. Het is echter al laat in de middag en we besluiten op zoek te gaan naar een hotel/motel en de afdaling voor morgen te bewaren.
Als we op zoek zijn naar een hotel zien we het eerste waarschuwingsbord voor overstekende kangoeroes. Als we een stukje verder rijden, zien we ook onze eerste kangoeroe in Australië! We kunnen de kangoeroe op ons gemak bekijken. Hij ligt namelijk morsdood gereden langs de kant van de weg. We hebben gelezen dat de kangoeroes zich overdag terugtrekken naar schaduwrijke plekken. Als het schemerig wordt komen ze tot leven, springen ze vrolijk in het rond en kunnen dan ook onverwachts de weg opspringen. In kangoeroerijke gebieden wordt dan ook afgeraden om na schemering of in het donker met je auto rond te rijden. Een aanrijding met een kangoeroe kan namelijk een grote schade aan je auto opleveren. En dan praten we nog niet over de schade die het voor de kangoeroe kan opleveren.
Overstekende kangaroes
In Katoomba vinden we een motel. Als we de prijs horen is het even slikken. De prijzen in Azië lagen (uiteraard) veel lager. Als het donker is geworden lopen we nog even naar het centrum op zoek naar een lekkere maaltijd. Het centrum is uitgestorven en alle winkels (en restaurantjes) zijn al gesloten. Bij een afhaalchinees kopen we een maaltijd die we in de motelkamer opeten. Niet echt gezellig, maar het vult.

Het steilste treintje ter wereld?
Het steilste treintje ter wereld?

De volgende ochtend rijden we naar Katoomba Scenic Railway, een treintje dat bijna loodrecht langs de rotswand op en neer gaat. Er wordt gezegd dat dit de steilste spoorlijn ter wereld is. The Scenic Railway werd in 1878 gebouwd voor het transport van kolen en arbeiders voor een kolenmijn in Jamison Valley.

We zijn lekker vroeg, dus het is nog rustig. We delen het treintje met een paar Japanners. We stappen in een met gaas overkapt treintje. De bankjes staan in de slaapstand en dat is logisch omdat we met behoorlijke snelheid en in een hoek van 52° omlaag door een heel smalle kloof afdalen. De rit wordt begeleid door de filmmuziek van Indiana Jones. Dit is niet te vergelijken met een achtbaan, maar de Japanners denken hier anders over. Ze gillen hun longen uit hun lijf en het lijkt wel of heel Japan achter ons in het treintje zit.

Het treintje is inderdaad erg steil, maar lang duurt de rit niet. Binnen een minuut staan we beneden in Jamison Valley. Men heeft hier Scenic World gecreëerd, een park waar diverse (korte en lange) wandelroutes zijn uitgezet. Een gedeelte van de routes loopt over een boardwalk. Teksten op bordjes geven uitleg over de vogels, de planten en de bomen, waarvan de oudsten wel 500 jaar oud zijn. In de bomen krijsen papagaaien en kaketoes of hun leven ervan af hangt. Vanuit deze canyon hebben we een prachtig uitzicht op The Three Sisters.

We wandelen meer dan een uur door het gematigde regenwoud. We gaan terug naar boven met de Katoomba Sceniscender, een kabelbaan. De dalstations van de Scenic Railway en de Sceniscender zijn verbonden met een 300 meter lange boardwalk. Halverwege deze boardwalk (bij de oude ingang van de kolenmijn) zien we een 10 minuten durende diavoorstelling over de historie van de kolenmijnindustrie in Katoomba.

Oeroude bomen
Oeroude bomen

De rest van de dag rijden we door het uitgestrekte gebied van de Blue Mountains en stoppen we bij verschillende uitzichtpunten. We wandelen door het bos bij Blackheath. Hier is nog goed te zien dat dit gebied enkele maanden geleden is getroffen door een grote bosbrand. Alle struiken zijn verbrand en ook de bomen zijn zwart geblakerd. Bij Evanspoint hebben we een wijds uitzicht op de Grand Canyon. Het is jammer dat ze deze mooie canyon de Grand Canyon hebben genoemd. Je gaat deze canyon nu (onbewust) vergelijken met zijn grote broer in Amerika. Deze Grand Canyon is mooi, maar zeker niet zo indrukwekkend als de echte Grand Canyon in Amerika. We rijden dwars door de Blue Mountains over groene heuvels en door uitgestrekte bossen in de richting van Lithgow. Onderweg zien we nog een grote Wombat. Een dode wel te verstaan...

De volgende ochtend bellen we vanuit Richmond naar het verhuurbedrijf. We horen dat de camper vandaag arriveert uit Brisbane. We besluiten dan ook terug te rijden naar Sydney en vandaag al de camper op te halen. Dat scheelt in ieder geval weer een overnachting in een duur motel. Via een toeristische route rijden we op ons gemak terug naar Sydney en aan het eind van de middag ruilen we de auto voor de camper. De rugzakken kunnen weer worden leeggehaald en de spullen kunnen weer opgeborgen worden.

Helaas is de camper een paar maten kleiner dan de luxe camper in Nieuw Zeeland en ook is deze camper veel minder luxe. Er is weinig ruimte om onze spullen op te bergen, maar na enig passen en meten lukt het. Het is inmiddels al donker aan het worden. Snel rijden we de autoweg op in noordelijke richting. Omdat de kangoeroes en wombats nu tot leven komen, rijden we voorzichtig in de richting van Kiama. Om 19.00 uur komen we er aan en we kunnen nog net een paar boodschappen inslaan. Op de camping verbouwen we de zitruimte in een bed waarna we lekker kunnen slapen. De grote rondreis is begonnen!

Fotoserie 122
Nieuwe fotoserie
Achter de schermen
Volgende verslag