Verslag 11 - Koh Phi Phi |
|
Na het ontbijt rijden we in een klein half uurtje naar de Chao Fa Pier van Krabi. We varen vandaag naar Koh Phi Phi, een tropisch eiland dat ongeveer 42 km ten zuiden van Krabi stad ligt. De tickets zijn al geregeld door onze gids en we kunnen dus nog even snel geld pinnen en internetten. Op de ferry is het al behoorlijk druk. We zoeken een plekje op het bovendek. Het is vandaag erg warm en we zitten behoorlijk weg te smorren. We hopen dat de boot snel gaat varen zodat we enige verkoeling van de wind zullen krijgen. |
Bij een verkoper kopen we verse ananas
en watermeloen. Er komen steeds meer mensen (met erg veel goederen) aan
boord en het wordt erg druk. Sterker nog, de boot is afgeladen. |
|
Het lijkt allemaal mee te vallen.
In de haven stappen we namelijk over in enkele longtailbootjes die ons
naar het resort zullen varen. Het resort ligt in dezelfde baai, maar aan
het hagelwitte zandstrand Laem Hin Beach. Gelukkig regent het niet meer
en alles ziet er ineens een stuk tropischer uit. Als we aankomen bij het
resort krijgen we al snel door dat we moeilijk kunnen uitstappen zonder
nat te worden. Met het water tot boven onze knieën lopen we door
de branding naar het strand van het resort. Gelukkig krijgen we onze rugzakken
wel droog op het strand. |
![]() Aankomst op Phi Phi Don |
![]() Het strand voor het hotel |
Snel brengen we onze
rugzakken naar de kamer. Het resort bestaat uit kleine hutjes die tegen
een heuvel zijn gebouwd. De hutjes zijn voorzien van een airco en eigen
een badkamer, maar het is allemaal wel vergane glorie. Het uitzicht op
de azuurblauwe zee maakt echter veel goed.
Het is nog een heel gehaast om op tijd bij de boot te komen. Snel de zwemkleding aantrekken, snel nog wat eten en daarna naar het strand. |
De bootjes liggen
er echter nog niet. De bootsmannen hebben nog een klusje te doen; ze varen
vanuit de haven eten en goederen naar het hotel. Een half uur later dan
gepland kunnen we dan eindelijk vertrekken.
Als de boot de open zee bereikt, begrijpen we waarom er niet meer mensen in het bootje mochten. Het bootje wordt door de niet al te hoge golven al flink heen en weer geschud. We varen een baai van Phi Phi Ley binnen. Het water is hier kristalhelder; vanaf de boot zien we al het koraal en de vissen. Er is alleen geen strand. We zullen vanaf de bootjes het water in moeten springen. Het water is maar enkele meters diep en op de bodem liggen grote schelpen. De kleurrijke vissen zwemmen in grote groepen tussen het koraal rond. We zien onder andere de voor deze gebieden zo bekende koraalknagers en Bannerfish. Leo probeert nog één van de groepsleden aan het snorkelen te krijgen. Met weinig succes overigens; de eerste keer met zwemvliezen aan en een duikbril op je hoofd door een smal pijpje ademen, valt ook helemaal niet mee. |
![]() Tijd om te snorkelen |
We genieten van
de prachtige onderwaterwereld. Enkele tientallen meters verderop ligt
een speedboot waar vanaf de vissen gevoerd worden. Leo bedelt en ontvangt
een paar sneetjes brood. Terwijl we in het water liggen, worden we omgeven
door honderden felgekleurde visjes die het brood uit onze handen eten
en soms ook per ongeluk in onze vingers "bijten". Na ongeveer
anderhalf uur moeten we weer aan boord. Dit is makkelijker gezegd dan
gedaan. Via een smal ijzeren laddertje moeten we aan boord klimmen. Als
er iemand op de trap gaat staan, lijkt de boot om de slaan. Gelukkig komt
uiteindelijk iedereen toch veilig aan boord.
|
||
![]() Maya Beach, decor van de film 'The Beach' |
Na het snorkelen
varen we naar de andere kant van het eiland, naar het strand waar de film
'The Beach' is opgenomen. Als we aanleggen op het parelwitte strand blijken
we 20 Bath entreegeld te moeten betalen omdat het eiland een natuurpark
is.
Het strand en het uitzicht op de baai is werkelijk prachtig. Achter het strand groeien mooie varens en andere tropische planten. We wandelen een stukje landinwaarts en komen bij een grote waterpoel (die bijna droog staat) met een groot gat in de rotsen. |
|
Als
we door het gat kruipen blijkt het een doorgang naar de andere kant van
het eiland (waar we zojuist gesnorkeld hebben) te zijn. Met wat fantasie
kunnen we ons voorstellen dat hier de waterval was, waar de jongelui in
de film vanaf springen om toegang te krijgen tot The Beach. In werkelijkheid
kan deze scène hier onmogelijk opgenomen zijn. Dat is echter een
kleinigheid. Vanaf het strand gaan we nog even snorkelen. Het water blijft lang ondiep en er is, behalve zand, helemaal niets te zien. Na een uurtje stappen we weer in de bootjes en gaan we op terug naar het resort. Er is iets meer wind en de golven zijn hoger. 's Avonds eten we in het hotel typisch Thaise gerechten. De zure Tom Tom-soep vinden we nog steeds niet te eten. De grote garnalen en de vleesgerechten maken dit echter meer dan goed. Met enkele leden van de groep wandelen we naar het centrum. Hier snuiven we de typische backpackerssfeer op; veel cafeetjes, lekker lounchen, goedkope restaurantjes, veel drank en amusement. Leo informeert nog naar de duikmogelijkheden. Morgen vertrekken we echter om 13.00 uur van het hotel naar de ferry. De ferry vertrekt om 14.30 uur. De dame van de duikschool denkt wel dat Leo op tijd terug zal zijn voor de ferry. We vertrouwen het niet en Leo besluit met pijn in zijn hart morgen niet te gaan duiken. |
Bij
de restaurants ligt de verse vis op grote tafels in het ijs. Twee jongens
hebben de grootste lol; ze hebben aan de bek van een grote barracuda een
dun vislijntje gespannen. Als er mensen langslopen of een vis voor consumptie
willen uitzoeken, trekken ze aan het vislijntje. Hierdoor begint de barracuda
"spontaan" te leven en te bewegen. Bijna iedereen schrikt zich
een ongeluk. We drinken in een leuk barretje aan het strand enkele cocktails. Op het strand wordt een vuurdansshow gehouden. Twee jongens en een meisje dansen en zwaaien met brandende fakkels en vuurpotten. Er wordt goede muziek gedraaid, de sfeer is lekker ontspannen en ook de volle maan doet een duit in het zakje. Dit is het echte vakantiegevoel! |
Vuurdanser |
Op
de terugweg naar het resort blijkt dat het hoog water is geworden en we
moeten een smal riviertje oversteken. Het water stroomt vanaf de heuvel
de zee in. Leo stapt op een balk, die vervolgens kantelt. Met een natte
voet bereikt hij de overkant. Rosalie besluit haar schoenen uit te doen
en gewoon door het water te lopen. |